Drie Leerredenen over het gedrag van den Christen, in Voor- en Tegenspoed. Door C. Bavink, Sim. Z. Leeraar der Doopsgezinden te Embden. Te Groningen, by P. Doekema, 1797. In gr. 8vo, 67 bl.
Elke pooging, om iets by te draagen tot nut der Natuurgenooten, verdient lof en aanpryzing. Den Doopsgezinden Kerkleeraar bavink bezielde dit lofwaardig en den Euangeliedienaar hoogst betaamend doelwit. De wensch ter bereikinge van dat edel doel bewoog hem, om buiten den engen werkkring, binnen welken hy verkeert, eene wydere uitgebreidheid te geeven aan de Leerredenen, welke hy daar toe aan zyne Gemeente voordroeg. Het drietal heeft aan 't hoofd de woorden des Predikers, Hoofdst. VII: 14, in onze Overzetting luidende: Geniet het goede ten dage des voorspoeds, maar ten dage des tegenspoeds ziet toe; want God maakt ook den éénen tegen over den anderen, ter oorzaake dat de Mensch niet zoude vinden iets dat na hem zyn zal. Oordeelkundig merkt bavink aan, dat deeze woorden in duidelykheid zullen winnen, indien ze, volgens dathe, aldus vertaald worden: Geniet het goede, en zyt vrolyk van hart in den dag des voorspoeds, maar zyt niet ontevrede in tegenspoed! want God heeft het één aan het ander verknocht, op dat de Mensch niet zoude weeten welk van beiden hy in het toekomende te verwachten hebbe. Uitvoerig staat de Leeraar stil op de wyze en middelen, om den rykdom, zo voor den bezitter zelven, als ten behoeve der Natuurgenooten, betaamelyk en ten voordeele aan te wenden. De eerste en een gedeelte der tweede Leerrede zyn aan de bewerking van dit plan gewyd. De andere helft daar van en de derde Leerrede loopen over de onderscheidene omstandigheden en lotgevallen, in welke de Christen mag gezegd worden dat tegenspoeden hem bejegenen. In beiderlei opzigt heeft de Eerw. bavink zyne taak loflyk volvoerd, door de nutte lessen en onderrigtingen, die hy voordraagt, en welker inagtneeming den rykdom