daad, de grootste en fraaiste blokken van Beenagtige zamengroeizels zouden hier in menigte uitgehouwen kunnen worden, indien 'er slegts plaats genoeg was om 'er by te komen, en ze uit te voeren. In deeze Been rots heeft men op verscheide plaatzen gegraaven, en overal de onbetwistbaarste blyken gevonden, dat deeze Been-bedding zich zeer verre uitstrekt beneden en door de Kalksteenen rots, in en door welke die Spelonken gemaakt zyn, en men hoogst verwonderd moet staan over het verbaazend aantal van hier begraavene Dieren.
Langs de zyde van deeze derde Spelonk zyn eenige naauwere openingen, die na verscheide kleindere vertrekken leiden, van welke men niet kan zeggen hoe diep zy loopen. In deeze heeft men Beenderen van kleinder Dieren gevonden, als kaakbeenen, ruggegraaten, scheenbeenen, in groote hoopen.
De grond van deeze Spelonk loopt na een doortocht, zeven voeten hoog en omtrent zeven voeten wyd, zynde dit de ingang tot een vierde Spelonk, twintig voeten hoog en vyftien wyd, rondsom met een Druipsteenen korst omgeeven, en allengskens afloopende in een andere diepte, waar men de ladder andermaal noodig heeft, en die met dezelfde omzigtigheid, als in het voorige geval, moet gebruikt worden, om in een Spelonk te komen, veertig voeten hoog en omtrent twintig wyd. In deeze diepe en ruime holten, in zeer vaste Rots voorkomende, ziet men wederom, met verbaasdheid, een onnoemlyk groot getal Beenbrokken van allerlei soort en grootte, allerwegen in de zyden van deeze Spelonk uitsteekende, of op den grond liggende. Deeze Spelonk is desgelyks omringd door verscheide kleindere; in een derzelven ryst een Druipsteen van ongemeene grootte, vier voeten hoog, en acht voeten diameter, in de gedaante van een geknotten kegel. In een ander deezer zydgrotten, doet zich een Druipsteenen-pylaar op, vyf voeten hoog en acht duimen in diameter. De bodem van alle deeze grotten is overdekt met gruis van Dierlyke zelfstandigheden, waar uit men Beenbrokken kan haalen.
Behalven de kleindere holligheden, van welke boven gesprooken is, rondsom deeze vierde Spelonk, heeft men, in een der hoeken, eene zeer naauwe opening ontdekt. Zeer moeilyk valt het daar in te komen, en kan men het alleen kruipende doen. Deeze ongevallige en gevaarlyke doortocht leidt tot een vyfde Spelonk, bykans dertig voe-