Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1797
(1797)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– AuteursrechtvrijBerigt van een vertoon van licht, gelyk een star, onlangs gezien op het donker gedeelte der maane, door Thomas Stretton, in St. John's Square, Clerkenwell, London, met aanmerkingen op die waarneeming, en die van Mr. Wilkins, Esq., te Norwich; opgesteld en medegedeeld door den Eerw. Nevil Maskelyne, DD. F.R.S. en Koninglyke Starrekundige.(Ontleend uit de Philosophical Transactions of the Royal Society of London, for the Year 1794, Part. II.)
Het Verschynzel, in 't hoofd deezes Artykels vermeld, werd te Norwich, den zevenden van Maart 1794, ten acht uuren, in den avond, waargenomen, en te Londen, gelyk de Koninglyke Starrekundige maskelyne, uit verscheide omstandigheden en berekeningen, beslooten heeft, omtrent op denzelfden tyd. Beide de Waarneemers geeven 'er bykans het zelfde berigt van. Zy beschryven het, als hebbende het voorkómen van eene Star, niet volkomen zo helder, maar egter schitterender dan het verlichte gedeelte van de Maan. Het Licht was bepaald en bestendig 't zelfde, uitgenomen, schryft de Heer wilkins, op het oogenblik vóór de verdwyning; wanneer de helderheid toenam; doch dit vertoon van grooter glansrykheid duurde zeer kortGa naar voetnoot(*). Eenigen hebben verondersteld, dat deeze Waarneemers de verschyning van de Star Aldebaran, die dien zelfden avond achter de Maan heen ging, genomen hebben voor | |
[pagina 580]
| |
een Licht op de schyf der Maane zigtbaar. Dr. maskelyne heeft getoond, dat zulk eene misneeming zeer onwaarschynlyk te achten zy. De ingang van die Star viel te Norwich voor 54′ over 6 uuren; of één uur vroeger dan men dit Verschynzel waarnam. De uitgang van het verlichte gedeelte der Maane was 33′ over 7 uuren. Het valt niet gemaklyk, door een gezigtsmisleiding, of bedrog, reden te geeven van het trekken deezer Starre over het verlichte gedeelte der Maane, om zich dus op het donker gedeelte te vertoonen. Daarenboven is de schielyke verdwyning van dit Verschynzel onbestaanbaar met de veronderstelling, dat het door de komst van die Star zou veroorzaakt weezen. Dr. maskelyne besluit zyn gegeeven berigt, met aan te merken, dat dit zonderling Verschynzel waatschynlyk van dezelfde natuur is met dat van het Licht, in de laatste jaaren gezien op het donker gedeelte der Maane, door den onvermoeid waarneemenden Starrekundigen Dr. herschel, door behulp zyner zo magtig vergrootende Telescopen; en in vroegeren tyde door den beroemden dominic. cassini; schoon dit laatste zo sterk geweest hebbe, dat het zigtbaar was voor het ongewapend oog; en in voorkomen waarschynlyk gelyk aan eene Star van de eerste grootte. |
|