Nieuw hulpmiddel voor de ontsteekingen.
(Medegedeeld in de Medical Commentaries van a. duncan, Vol. IX.)
Door den Heer chistholm, van Grenada, is ontdekt, dat de Inwooners van Demerary, in de Ontsteekingen der Oogen, veelmaalen gebruik maaken van een zoort van Bignonia, hierom door hem genoemd Bignonia Opthalmica. Dit Heestergewas groeit in de Colonie van Demerary zeer overvloedig op de dorre zandige heidvelden, en is van wege zyne kragten zeer geacht by de Inboorlingen. Doorgaans gebruikt men het zap der Wortelen van deeze plant, van 't welk gewoonlyk viermaalen 's daags een droppel in de oogen wordt gedaan, met deeze gunstige uitwerking, dat daar door doorgaans de geweldigste oogontsteekingen binnen den tyd van vier dagen worden geneezen. De Heer chistholm maakte daar van zelve tweemaalen gebruik, en genas dus binnen een zeer korten tyd die allerhardnekkigste ontsteekingen. In een derde geval gebruikte hy, by gebrek van frissche Wortelen, een sterk aftreksel van de gedroogde Wortelen dier plant. Zes dagen lang liet hy alle morgens eenige droppels van dit vogt in de ontstooken oogen loopen, met dit gevolg, dat met den zesden dag de ontsteeking meerendeels was opgelost, en de Lyder ten volgenden dage geheel en al was hersteld. Het is aanmerkenswaardig, dat de Zieke, by het indroppelen van het versche zap in de oogen, in zyn mond een smaak bespeurt als van bitterzoet (Dulcamara), die by het gebruik des aftreksels niet wordt