Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1797
(1797)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– AuteursrechtvrijIets naders wegens den Engelschen landman R. Bakewell.‘OnlangsGa naar voetnoot(*) een kort verslag geevende van den Engelschen Landman bakewell, die zich, van wegen verbeteringen in Vee en Landbouw, by zyne Landgenooten verdienstlyk gemaakt heeft, verbaasde ons de prys, welken hy voor het verhuuren van Rammen, enz. bedong; wy gaven het op gelyk wy het in een Engelsch zeer geloofwaardig Werk vonden: en schoon wy vertrouwen dat onze Leezers het op dien voet wel voor waarheid zullen willen aanneemen, zul- | |
[pagina 541]
| |
len wy hun, zo wy gelooven, geenen ondienst doen, met iets ter volledige staavinge hiervan aan te voeren, ontleend uit een Engelsch Werk, ten tytel voerende: Minutes of Agriculture, from the Reports of the Agricultural Board. In 't zelve deelt Mr. monk, ten aanziene van dit stuk, de volgende byzonderheid mede.’ Om het verschillend oordeel over de waarde van Vee aan te toonen, verhaalde my Mr. bakewell, dat hy, eenige jaaren geleden, op de Logbourough Tup - marchet zynde, een Ram hadt, dien hy voor vyf-en-twintig Guinjes verhuurde. Korten tyd naa het sluiten van dit beding kwam een ander Landman by hem, die deezen Ram wilde koopen. Mr. bakewell vroeg 'er, boertende, hem vyf-en-twintig (Engelsche) Schellingen voor. De Landman boodt hem achttien; en op het verschil van twee Schellingen bleef de vermeende koop onafgedaan. Ik zelf zag op de verkooping van Mr. pearce, by Northampton, een Hokkeling voor tachtig Guinjes verkoopen; kort daarop dit Beest door Leicester ziende dryven, waardeerde een hoop Boeren, daar staande, dit Beest op omtrent acht Ponden St. My is berigt, dat Mr. bakewell een Stier aan een Heer, voor één saisoen, verhuurd hadt, voor vyftig Guinjes. Deeze Heer stierf in dien tusschentyd. De Boedelredders, niets weetende van deeze huur, verkogten dien Stier, nevens ander Vee, in 't openbaar. Toen de bepaalde tyd verstreeken was, zondt Mr. bakewell om zyn Stier. Hy bevondt, de zaak onderzoekende, tot zyn groote verwondering, dat die Stier aan een Slachter voor omtrent acht Ponden verkogt was, die dit Beest daarop uitgebald hadt. - Mr. bakewell vervoegde zich daarop by de Boedelredders, vorderde de bedongen vyftig Guinjes, en tweehonderd Guinjes voor het Beest. De Boedelredders weigerden aan dien eisch te voldoen; voorgeevende, dat de Stier, by openbaare opveiling voor een groot aantal Landlieden, bevoegde waardeerders in deezen, voor acht Ponden verkogt was, en dat hy hun zogt te verkloeken. Mr. bakewell was derhalven genoodzaakt dit stuk nader aan te binden, om aan zyn geld te komen. In het pleit, hier over gehouden, verscheenen 'er getuigen, die kennis hadden aan de Vee-soort van Mr. bakewell, en onder eede verklaarden, dat die | |
[pagina 542]
| |
Landman zyn Stier niet te hoog gesteld hadt. Het vonnis werd, met de kosten, ten voordeele van bakewell uitgeweezen. De Persoon, die my dit verhaalde, was zo verre van met dit lang-gehoornd Rundvee ingenomen te weezen, dat hy Mr. paget's Stier (die van 't zelfde soort, en verkogt was voor vierhonderd Guinjes) niet wilde hebben, schoon men dien hem voor niet wilde geeven. |
|