Iets over het agtslaan op kleinigheden in den dagelykschen ommegang. In eenen brieve aan een uitgelachen vriend.
Waarde Vriend!
Gy hebt het my kwalyk afgenomen, gy beschuldigt my, en te regt, dat ik mede gelachen heb, toen wy, eergisteren, ten huize van den Heer M * * * aan tafel zaten. - Ik beken schuld. - Wie kon zich bedwingen, inzonderheid daar de Juffrouwen ons voorgingen?
Maar gy hebt niet even zeer gelyk, wanneer gy dit zo hoog opneemt, dat gy my beschuldigt, als iemand, die de Vriendschap geschonden en de Wetten der Welleevenheid overtreeden heeft. Wy lachen dikwyls zonder te weeten waarom. Het lachen heeft iets overspruitends; en van alle bedryven, welke wy uitvoeren, is dit 'er een, welk het minst een kwaaden of boozen toeleg ontdekt. - Dan gy zult my wel willen veroorloven te zeggen, dat uwe verregaande Styfheid en Onhandigheid, van het oogenblik af dat gy in 't gezelschap kwaamt, tot dat gy heenen gegaan zyt, alle hoope te leur stelde, welke ik had opgevat van een lustigen Knaap, kersvers van de Hoogeschool gekomen.
Oudtyds, doch dit is lang geleden, hadden de Hoogeschoolen zo iets van het Kloosteragtig styve: en dewyl ik met veel genoegen vernomen had van uwe gemaakte vorderingen op de Kweekschool der Geleerdheid, nam ik het voor eene van zelfs spreekende waarheid, dat gy niet verzuimd zoudt hebben om Welleevenheid by uwe Geleerdheid te voegen. Hinc, gelyk de Geleerden spreeken, origo mali.
Het speet my geweldig, u zo ongevallig en bedremmeld te zien in alle uwe beweegingen: en uwe pooging om voor te snyden zou myne kwelling voltooid hebben, had ik my daar van niet ontlast door een schaterenden lach; en gy weet ik was de eerste niet die denzelven aanhief.
Uwe vorderingen, myn Vriend! zyn groot. Gy hebt de verwagting, die men wegens iemand van uwe jaaren hadt kunnen opvatten, verre overtroffen. - Goed, zeer goed - pryslyk, zeer pryslyk, in de daad! Het verheugt my grootlyks, dit te zien, dit te weeten; maar bedenk, dat gy eene Wereld intreedt, in welke gy geen klein geld, zo noodig daar te verhandelen, medebrengt. Uwe Geleerheid is iets groots voor u, en zal by groote gelegenheden u te stade komen; maar groote gelegenheden komen ons niet al den dag voor. Terwyl gy, aan den anderen kant, alle dagen geroepen wordt, om hoedanigheden van eene tweede, derde, vierde, of van nog