Nanny, of de sentimenteele vrouw.
Aandoenlykheid, by elke voorvallende gelegenheid, verregaande tederheid, met uitboezeming van hartroerende gezegdens - dit is Nanny: zy, in haare prille jeugd, haar werk maakende van alle zulke geschriften, die het aandoenke voeden, - Romans, - overdrevene liefdensgevallen, - Toneelstukken, waat dood en liefde de hoofdrol speelen, dit alles deed Nanny de Sentimenteele Vrouw worden. - Nu bestempelt zy alleen, die niet even als zy denken, met den naam van wreed! en hoe zeer zy gaarne, even als een ander, een weltoebereid gebraad op haare tafel ziet, is het egter wreed, die lieve schepselen te dooden! - Hoe zeer zy gaarne een toertje ryd, noemt zy den Koetsier wreed, wanneer hy de paarden eenige zweepslagen toebrengt, om spoediger voort te loopen. - Haar getrouw schoothondje fido, haare lieveling de kat, zyn haare geliefkoosde voorwerpen, by haar tafel en op haar bed. - Dan, haar geliesd vogeltje, haar geschonken door eenen Zielenvriend; dat uit haare hand de spyze ontving; haar kende; en haare aandoenlyke uitboezemingen verstand; dat ook gevoelig scheen! - Ach! - het lieve schepsel is niet meer! het stierf, en Nanny stortte heete traanen om zynen dood! voorwaar een lekker beetje voor de kat; maar foei, welk eene wreedheid! - Neen! - ontdaan van zyne kleene ingewanden, zal men derzelver plaats vervullen met welriekende kruiden, om het kleene overgebleevene lighaam voor verderf te behoeden, en aan de vergetelheid te ontrukken. - Zoo aandoenlyk is Nanny! en elk, wien zy ziet, is onaandoenlyk: het gewoel der Waereld is haar een last, - men moet naar buiten! - Donkere Alleës, ruisschende watervallen, eenzaame paden, zyn haare geliefkoosde wandelingen; en de getrouwe fido wordt niet vergeeten, - hy moet mede; hy verheugt