[Ingezonden.]
Schryvers van de Algemeene Vaderlandsche Letteroefeningen!
Ter voldoeninge aan Ul. aanbieding, in Ul. Maandblad, No. 9 van dit jaar, bl. 392, gedaan, zende ik Ul. myne gissinge, kortelyk voorgesteld, hier in bestaande, dat 't Opschrift:
LVOLVSI PHASIS.
miets anders te kennen geest, dan den aart en plaats des Steens. De plaats tog, daar de Steenen gevonden worden of groeijen, komt vooral in aanmerking, als blykt uit isidor. Lib. 6. Cap. 4., plinnis, en anderen.
Ik verklare derhalven de Letters op deeze wyze:
Lapis voluta sinus Phasis.
dat is
Steen volmta van den boesem van Phasis.
Door voluta versta ik, niet, gelyk dit veele neemen, een krul of verciersel van een Capiteel, maar, met baldus, een pulvinus, dat is, het zydelings deel van een kroonlyst. Ziet denzelven in zyn Lexicon Vitruvianum, op 't woord Voluta.
Dat de Ouden vierkante steenen gebruikt hebben, voorna-