Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1797
(1797)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– Auteursrechtvrij
[pagina 457]
| |
Leevensbyzonderheden van Peter Collinson, F.R.S. & S.A., beroemd natuur- en oudheidkundige.De Heer peter collinson, die niet alleen een uitsteekend Natuur- en Oudheidkundige, maar een braaf Burger en volyverig Bevorderaar van nutte kundigheden, was, werd den veertienden van Louwmaand des Jaars 1693 gebooren. Het Geslacht, van 't welk hy afstamde, hadt langen tyd in het Noorden van Engeland gewoond; en zyn Grootvader, die met hem den zelfden naam droeg, woonde op een Vaderlyk Erfgoed, Hugal-hall, of Height of Hugal, geheeten, naby Windermere-lake, in de Parochy van Stavely, omtrent tien mylen van Kendal in Westmorland. - Wat zyns Vaders beroep was, of waar deeze woonde, kunnen wy met geene volle zekerheid zeggen; en wy vinden ons even zeer buiten staat, om te bepaalen, waar de jonge collinson de eerste beginzels zyner Opvoedinge ontving. Tot den Handel bestemd zynde, blykt het nergens uit dat hy veel onderrigts in geleerde Taalen gehad hebbe. De bezigheid, tot welke hy was opgebragt, was een Koopman, in 't groot, in Krameryen; hy hadt een Broeder, james, tot dien zelfden handel opgebragt, en men veronderstelt dat deeze ook 's Vaders bedryf geweest hebbe. De daar toe voeglyke jaaren bereikt hebbende, vingen de Broeders collinson den Handel als Deelgenooten aan; dit was voor beiden eene gelukkige omstandigheid: dewyl zy in de grootste eensgezindheid leefden, en hunne bezigheid beider tegenwoordigheid niet altoos vorderde, hadden zy beiden tydruimte om zich toe te leggen op byzondere oefeningen, tot vermaak en uitspanning, of tot leering, strekkende. Onze peter collinson betoonde, van zyne vroege jeugd, eene sterke genegenheid tot de Natuurlyke Historie. In het beschouwen der Insecten, en het nagaan van derzelver veelvuldige gedaantverwisselingen, besteedde hy veele van die uuren in zynen vroegen leeftyd, welke menigmaal en maar al te dikwyls verkwist worden in min onschuldige, min leerzaame, voorwerpen. Het Plantenryk trok ook vroeg zyne aandagt, en hy ving, nog zeer jong, | |
[pagina 458]
| |
het vervaardigen aan van een Droog Plantenboek. Zo vlytig was zyne naspeuring in voorwerpen van deezen aart, dat hy, nog een Jongeling zynde, kennis kreeg aan, en geagt werd van, de grootste Natuurkundigen van dien tyd. Derham, woodward, dale, lloyd en Sir hans sloane, vereerden hem met hunne vriendschap. Byzonder gemeenzaam was collinson met Sir charles wager, dien hy tot een Minnaar der Weetenschappen vormde. Op inboezeming van collinson, maakte Sir charles 'er zyn werk van, om, op zyne veelvuldige Tochten, eene menigte van zeldzaamheden te verzamelen, die niet weinig toebragten om de uitmuntende Verzameling van Sir hans sloane te verryken. Met het zelfde goede en loflyke inzigt spoorde Sir charles wager de Scheepsbevelhebbers onder hem, na onderscheide Wereldoorden steevenende, aan, om alles, wat zeldzaam en bewaarenswaardig was in de onderscheide takken der Natuurlyke Historie, te verzamelen. Onder het bykans onnoemelyk aantal van stukken in de Schatkamer der Natuurlyke Zeldzaamheden van Sir hans sloane waren 'er weinige die collinson niet kende. Zyne gemeenzaamheid met dien Kenner en Voorstander der Natuurlyke Historie was zo groot, dat ten allen tyde de toegang voor hem openstondt, en dit volduurde tot diens dood. By de andere Vrienden, die collinson zich door zyne kundigheden verwierf, schoon in laateren tyd, moeten wy byzonder vermelden john, Graaf van bute; een Edelman zints lang bekend wegens zyne bedreevenheid in de Plantkunde, de onderscheidende aanmoediging welke hy in dat vak gaf, en de beschermende hand welke hy leende aan de vrye kunsten in 't algemeen. Het was intusschen de Natuurlyke Historie niet alleen, waar toe Mr. collinson's kennis zich bepaalde. Zyne bedreevenheid in de Oudheden zyns Lands was groot. Hy was overzulks een bevoegd voorwerp om Lid te worden van beide de groote geleerde Instellingen, waar mede Londen vercierd is. In Wintermaand des Jaars 1728, werd hy tot Lid van de Koninglyke Societeit verkoozen, en van de Societeit der Oudheidkundigen. Hoe naarstig en nuttig een Lid hy was van de Koninglyke Societeit, blykt uit veele Deelen van de Philosophical Transactions, waar toe wy de zodanigen wyzen die meer byzondere bescheiden verlangen van 's Mans volstandigen yver om de gren- | |
[pagina 459]
| |
zen der Weetenschappen uit te breiden. Behalven de stukken van zyn eigen hand, die zeer schoon en belangryk zyn, bevorderde en onderhieldt hy eene alleruitgebreidste Briefwisseling met de Geleerden en Liefhebbers in alle Landen. Wy tekenen 'er alleen uit op, dat hy, in het LI Deel des gemelden Werks, in eenen Brieve aan j.th. klein, Secretaris der Stad Dantzig, het denkbeeld van de verhuizing der Zwaluwen beweerd heeft tegen dien Heer, die staande hieldt dat de Zwaluwen geen Trekvogelen waren; maar zich, staande den tyd dat zy zich niet vertoonden, in het water verschoolen. De Heer collinson houdt deeze stelling als strydig met de natuur der zaake, en brengt het gezag van Sir charles wager, van Captein wright en Mr. adanson, by, als ooggetuigen van de reistochten der ZwaluwenGa naar voetnoot(*). De Heer collinson was niet min een volyverig Lid in de Societeit der Oudheidkundigen. Tot een enkel voorbeeld hier van strekke zyn Geschrift over den ronden Tooren te Ardmore in Ierland. 'Er zyn in dat Ryk verscheide dusdanige Toorens, en men heeft verschillende gevoelens gevormd, wegens het oogmerk van derzelver aanleg. Mr. charles smith beweerde, op 't gezag van eenige Iersche Handschriften, dat ze gebouwd waren tot gevangenplaatzen voor Boetelingen; in dit gevoelen trad ook collinson. Volgens die Handschriften, werden die Boetelingen in de opperste verdieping van den Tooren geplaatst; daar voor eenen bepaalden tyd, naar gelange van de zwaarte des misdryfs, zich onthouden hebbende, kreegen zy verlof om eene verdieping laager te gaan; dus daalden zy allengskens neder tot zy aan de deur kwamen, die altoos tegen over den ingang der Kerk was, waar zy de vergiffenis van de Geestlyken en de gelukwensching des Volks ontvingenGa naar voetnoot(†). - Hoe veel waarschynlykheids dit berigt deezer zaake moge hebben, is het tegengesprooken door owen salisbury brereton, Esq., die gedagte Toorens houdt voor oude Iersche Gebouwen, en dat, uit derzelver plaatzing by de Kerken, en alleen een vloer en vensters aan den top hebbende, het voornaamste gebruik dee- | |
[pagina 460]
| |
zer Toorens bestondt om een Persoon te huisvesten, die met eenig Blaasinstrument het Volk ter Kerke riepGa naar voetnoot(*). De uitgestrekte Briefwisseling van collinson stelde hem in staat om voor de Societeit der Oudheidkundigen een verslag te verkrygen van veele zeer zeldzaame Tartaarsche OudhedenGa naar voetnoot(†). Waar Mr. collinson zich bevondt, in de schynbaarst werkloosste oogenblikken, ontglipte hem nimmer iets 't welk opmerking verdiende; hy schreef neder elke opmerkenswaardige byzonderheid, welke hem onder het leezen, of in gezelschap, voorkwam. Dusdanige wenken verschafte hem de Ommegang misschien meer dan de Boeken; want 'er was naauwlyks een man van geleerdheid of vernuft, in eenigen tak, in Engeland, dien hy niet kende. Wat de Vreemdelingen betreft, die hier te lande kwamen om kundigheden op te doen, of zich te vermaaken, werden allen, die uitstaken door hunne kennis in de Natuurlyke Historie, of door hunne vorderingen in eenige Kunst of Weetenschap, steeds hem aangepreezen. Onder deezen bevondt zich de beroemde linnaeus, met wien collinson, geduurende diens Mans verblyf in Engeland, eene gemeenzaame vriendschaps-verbintenis aanging, gekoesterd door de gelykaartigheid van oogmerken, bevestigd en vermeerderd door veelvuldige wederzydsche dienstbetooningen. Deeze Vriendschap hieldt onverzwakt stand, tot dat de dood eene scheiding maakte. De veelvuldige aanbeveelingen van Vreemdelingen aan collinson waren het eigenaartig uitwerkzel van zyne uitgebreide Briefwisseling, en bragten niet weinig toe om dezelve nog verder uit te strekken. In zyne verpligtingen van deezen aart was hy zeer stipt. Hy gaf den Geleerden en Weetgierigen in verscheide deelen des Aardkloots berigt van de ontdekkingen en verbeteringen, welke hier gemaakt waren in verschillende takken van kundigheden; en 'er is naauwlyks een gedeelte der Wereld, waar uit hy geene berigtgeevingen van denzelfden aart, in vergelding, ontving. Ter oorzaake deezer veelvuldige kundschappen hadt hy het in zyne magt, in verscheide gewigtige opzigten, de eer en het voordeel zyns Vaderlands te bevorderen. | |
[pagina 461]
| |
In den Jaare 1730 werd, by Inschryving, eene Boekery te Philadelphia, in Noord-America, aangelegd, aan welke collinson een aantal van kostbaare Boeken ten geschenke zondt, en andere van zyne Vrienden bezorgde. Naardemaal deeze Boekery-compagnie eene aanmerkelyke som 's jaarlyks te besteeden hadt tot den aankoop van Boeken, en een kundig Vriend in Londen behoefde om dit voor dezelve waar te neemen, nam collinson gaarne dit werk op zich, en volvoerde zulks meer dan dertig jaaren agtereen. Hy hielp niet alleen in de keuze der Boeken, maar nam op zich de geheele bezorging van ze te verzamelen en in te scheepen, zonder ooit iets voor deeze moeite te vraagen. De gelukkige opgang, dien deeze Boekery maakte, welke voor geen gering gedeelte was toe te schryven aan den raad en de hulpleenende hand van collinson, moedigde het oprigten van soortgelyke Boekeryen aan, op verscheide plaatzen, volgens het zelfde plan: zo dat, naa eenig tydsverloop, 'er meer dan dertig in onderscheide Volkplantingen bestonden; 't geen zeer veel toebragt om nuttige kundigheden in dat Werelddeel te verspreiden. De Boeken, door hem aangepreezen, waren alle van de belangrykste soort, en de Naamlyst van de eerste Boekery werd in groot aanzien gehouden, en gevolgd by de laater opgerigte. Aan de Bestuurders van de Boekery te Philadelphia, onder welken zich bevondt Mr. benjamin, (naderhand de beroemde Dr. franklin,) zondt de Heer collinson de vroegste bescheiden van alle verbeteringen in Europa, den Landbouw en de Kunsten betreffende, en van alle ontdekkingen in de Wysbegeerte. In den Jaare 1745 vaardigde hy derwaards af een verslag van de nieuwe Proeven in de Electriciteit, onlangs in Duitschland gedaan, vergezeld van een glazen buis, en de noodige onderrigtingen, ten aanziene van de wyze op welke de Proeven moesten genomen worden. - Dit was de eerste kennis, welke Dr. franklin kreeg van dit onderwerp; een onderwerp, 't welk hy, aangemoedigd door de vriendlyke beantwoording zyner Brieven, des betreffende, aan collinson geschreeven, naderhand voortzette, met een zo gelukkigen uitslag, dat hy daar door den grootsten roem verwierf in alle Landen van Europa, en door de geheele beschaafde wereld. Welke onderscheidene begrippen men ook vorme van franklin's Staatkundig | |
[pagina 462]
| |
volgend gedrag, het Frankliniaansche Stelzel van Electriciteit zal zyn naam met agting doen noemen by de laatste naakomelingschap. Onder andere blyken van collinson's werkzaamen en onvermoeiden yver, om het voordeel zyns Lands te bevorderen, kunnen wy niet nalaaten te gewaagen van het verhaal, 't geen hy opstelde en uitgaf, wegens de Schaaphoedery in Spanje, ten aanziene van de verplaatzing deezes Vees van de bergen in de vlakten, en uit de vlakten op de bergenGa naar voetnoot(*). Misschien zal dit verslag, in eenig volgend tydperk, gerekend worden onder een der grootste zegeningen, voortgesprooten uit zyne uitgebreide en naspeurende Briefwisseling. Wanneer America beter bevolkt is, wanneer de bergagtige deelen bewoonbaarder geworden zyn, wanneer de laage landen ontdaan zyn van de wyduitgestrekte bosschen, en naar eisch bebouwd, zullen de schoonste Schaapskudden van de wereld mogelyk de vlakten van Carolina, Georgia, Oost- en Westflorida, in de Wintermaanden bedekken, en zich na het gebergte vervoegen als de Zomerhitte begint, en de landen verschroeit. Ingevolge der Americaansche Staatsomwenteling, zal die verbetering dat voordeel niet aan Engeland bezorgen, 't welk collinson beoogde; maar het is der overweeginge dubbel waardig, of de Spaansche wyze van de Schaapskudden te behandelen niet met voordeel in Engeland zelve zou kunnen worden ingevoerd; met dit onderscheid, dat de hoogten verkoozen wierden tot verblyfplaatzen voor de Schaapen in den Winter, en de laagere vogtige landen tot eene Weide in den Zomer. Reeds in den Jaare 1740 hadt de Heer collinson groote agting verworven onder de zodanigen, die, in Groot-Brittanje, de meeste vorderingen gemaakt hadden in de Plantkunde en de Natuurlyke Historie. Zyne Verzameling was zeer groot, en zyne stukken welgekoozen. Hy hadt een Kruidtuin te Mill-hill, digt by Enfield, waar in men veele heerlyke Planten vondt, ten dien tyde in geen andere Plantverzameling te vinden; derzelver aantal nam steeds toe tot zynen dood. De Verzameling, en Tuin, door hem aangelegd, bragt hem in kennis met veele Persoonen van rang in het Ryk, die zich onderscheidden door hun smaak in Planten en Gewassen, of verlangden | |
[pagina 463]
| |
verbeteringen in den Landbouw te maaken. By zommigen deezer sleet hy dikwyls eenige dagen op hunne Landgoederen; zyne goedkeuring geevende aan, of zyne tegenbedenkingen mededeelende over, de plans, welke zy ontworpen hadden; dit deedt hy met eene openhartigheid en smaak, welke tevens eere deedt aan de eenvoudigheid zyner zeden, en de juistheid van zyn oordeel.
('t Vervolg en Slot hier na.) |
|