Zedelyke bedenkingen.
Men ziet al dikwils, dat zulke menschen de grootste vertooningen maken, welke daar toe het minst berekend zyn. Wie van niets tot iets gekomen is, kent op 't laatst zich zelven niet meer, en ziet met een oog van veragting, van verontwaardiging, neder op hen, waar mede hy nog kort geleden gelyk stond, of een trap lager gerekend werd. Die trotschheid, die hoogmoed, die groothartigheid, duurt gewoonlyk zo lang, tot hy weer door eenen grooten val in de laagte stort, nog ver beneden die waar uit hy zich zelven verheven had. De val is dikwils het gevolg van den hoogmoed, welke dan eerst gezien en beklaagd word, wanneer het te laat is. - Ondertusschen heeft het onverantwoordelyk gedrag, en de daar uit gevolgde val, van zulk eenen dikwils de treurigste gevolgen voor anderen, welke hy door zyn verkwistende levenswys met zich in 't verderf medesleept, waar in hy zich zelven stort.
Hoe slegter de tyden zyn, des te verkwistender worden doorgaans de menschen. - Hoe minder men verdienen, hoe minder men winnen kan, des te hooger steekt men op, en des te verkwistender leeft men. Laaten de luiden van ons Gemeenebest getuigen, ze zullen myn gezegde door hunne daden en gedrag bevestigen. Onze Staat is in eene diepe laagte nedergezonken, waar uit men groote vrees heeft dat hy zich nooit zal herstellen; maar leren wy daar uit ons laag en nederig gedragen? - Is niet het tegendeel waar? Veele menschen weten niet welke dwaasheden zy zullen verzinnen, om hunne lichamen te misvormen, en eene tegennatuurlyke gestalte te doen aannemen. Beschouw de Jufferschap, die beminnelyke wederhelft van het menschdom, in welk een bespottelyke dragt vordert de Mode dat zy zich vaak steken. Het hoofd takelen zy dikwils toe, dat men 'er vogelen mede verschrikken zou, en dat hoofd word op twee lange beenen zonder lichaam langs straat gevoerd; want de Mode vordert, dat de Dames thans zonder lichaam zyn, of met zulke petite lyfjes voorzien, die nog de grootte niet hebben van een handbreedte.
C.v.d.G.