klagten, van den morgen tot den avond; en, 't geen zeer zonderling is, voor lieden, die hun leed zo dieptreffend gevoelen, niemand biedt zich ter verligtinge aan, of doet zyn voordeel zo verre met de ondervinding van eenig leed, dat hy zorg draagt dat het hem niet ten tweedemaale overkome. In de daad, het is my zomtyds in den zin geschooten, dat het on dergaan van leed tot onze gesteltenis behoort, en dat een Mensch teleurstellingen zo min kan misgaan als de Kinderziekte.
Zomwylen hoor ik zeer ernstige gesprekken over de veelvuldige elenden, welke de Rykdommen medebrengen; dat ze een vloek zyn, in stede van een zegen, en de oorzaak van veele kwellingen, teleurstellingen, en betooningen van ondank, waar van de Armen niets weeten. Nogthans ken ik geen een Rykaart, die zyne Rentebrieven verkoopt, en het geld, daar van komende, aan anderen uitdeelt, om zich dus van dien last, waar over hy zo zeer klaagt, te ontlasten; geen Man, ryk in Landgoederen, die, om zich van de zorgen, welke derzelver beheer medebrengt, te ontslaan, zich van dezelve afmaakt. - Neen, Rykdommen en Bezittingen zyn geen kwaad in zichzelven; maar het is een kwaad, daar over te klaagen, en ze niet alleen te behouden, maar angstig te zwoegen om ze te vermeerderen.
Een ander soort van Grommers, die my niet zelden voorkomen, zyn de zodanigen, die steeds klaagen geen grooter last te kennen, dan het houden van een aantal Dienstbooden, Meiden en Knegts. Lieden, die zy beschryven, als alleen strekkende om de een den ander ledig te houden, om 's Meesters Kelder te besteelen, het Porcelein te breeken, en alles ten minsten pryze te koopen en ten duursten aan te rekenen. - Wie, nogthans, is 'er onder deeze Klaagers, die zyne toestemming wil geeven, om die lyst van onheilen te verminderen? Neen! Heer en Vrouw moeten dien lastigen stoet aanhouden; en spreekt men, ondanks dat alles, niet zelden van denzelven te vermeerderen. Zo dwaas en met zichzelven strydend zyn de menschen.
Een derde soort van beklaagde Leevensonheilen ontspringt uit de bron, die het leeven moest veraangenaamen, den gezelligen ommegang. De verkeering is in hun oog zo verveelend, zo ondraagelyk, zulk eene verspilling van tyd en geld, daar toe behoort zo veel toestels, men moet zo laat opblyven, zo veel onaangenaams verdraagen, en zo veel inschiklykheids gebruiken om het elk eenigzins van passe te maaken, dat de last der verkeeringe den last van een daglooner, die een geheelen dag zwaar moet werken, verre te boven gaat. - De dwaashartige Mensch heeft geen vermaak in 't afgezonderd leeven; hy kan geen oogenblik met zichzelven verkeeren, of eenig duurzaam genoegen in den schoot zyns