| |
Vergelyking, ten opzichte van de Diagnosis, tusschen de Petechiae, febris petechizans; en Morbus maculosus Hoemorrhagicus werlhofh.
(Uit het Hoogduitsch van den Heere wichmann.)
Over de wezenlykheid (identiteit) deezer beide met uitslag verzelde Ziekten kan niemand meer onzeker blyven, die gelegenheid gehad heeft ze beide te zien. Op de geheele oppervlakte des lichaams, voornaamlyk aan de bedekte deelen, het minst in 't gezicht, koomen naamelyk, zonder dat de opperhuid 'er in 't geringste door opgeheven word, roode, ronde vlekken, gewoonlyk ter grootte van een erwt, veel gelykende op een verschen vloosteek, (alleen dat ze in 't midden geen bewys van een steek hebben) te voorschyn; eenige worden dikwyls grooter, blaauwagtig, donker-rood, ja zwartagtig; ze zyn echter, ofschoon in de grootste menigte voorhanden, altoos van elkaar afgezonderd, loopen nimmer in elkaar, veranderen zelden haare ronde gedaante, en worden daarom zeer gemaklyk by morssige lieden met vloosteeken verward, welke reeds eenige uuren zich vertoond hebben. Deeze uitslag jeukt niet, en verdwynt van tyd
| |
| |
tot tyd, of deszelfs kleur verliest zich weder in de natuurlyke kleur der huid, zonder het minste spoor van afschilfering na te laaten.
De toevallen koomen ook in beide Ziekten daarin overeen, dat ze zo wel kinderen als volwassenen overvallen. Petechien hebbe ik evenwel dikwyler by volwassenen, en de andere Ziekto meer by kinderen, waargenomen.
Hier in zyn dus beide Ziekten volkomen dezelfde. Zeer wezenlyk echter wyken ze daarin van elkaar af, dat men
1. by de Morbus maculosus Hoemorrhagicus, zo als werlhof deeze 't eerst genoemd heeft, gewoonlyk geene koorts waarneemt, veel meer de pols langzaamer is, dan in den gezonden staat. Dat
2. gevolgelyk de zieke ook buiten het bed kan vertoeven, en, uitgenoomen eene groote mattigheid, geen pyn gewaar wordt. Dat
3. in deeze Ziekte zich altoos zwart bloed in den mond verzamelt, welk, zo als ik eens by een man van 60 jaaren gezien heb, in één dag zomtyds tot 2 ponden bedraagt. En dit verschynzel heeft tot de benaaming aanleiding gegeeven.
4. De vlekken verschynen hier gantsch onverwagt, zonder zich te vooren door iets anders, dan mattigheid, en gebrek aan eetlust, aan te kondigen, en maaken de eigenaartige Ziekte uit; daar, by de gewoone Petechien, reeds eenige dagen eene zwaare ziekte voorafgegaan is, en de vlekken daar als toeval in den loop van eene andere ziekte, of als complicatie, verschynen.
5. De verschyning van deezen uitslag is over 't algemeen veel zeldzaamer, nooit epidemisch noch besmettend, of, volgens myne ondervinding, gevaarlyk; daar integendeel de zogenaamde Petechien volmaakt het tegenovergestelde zyn; en daar door aanmerkelyk met deezen uitslag verschillen, dat zy in Hospitaalen, Gevangenissen, op Dorpen, enz. veele zicken te gelyk overvallen. Ten opzichte van de langduurigheid verschillen ze weinig.
6. By eenen hoogen graad van de Vlekkoorts (Petechiae febris petechizans) vind men zomwylen aan de extremiteiten roode lange straalen of streepen (Vibices), ook wel Sugillationes, Ecchymomata, waar zich zwart bedorven bloed onder de huid verzamelt, en te gelyk byna uit verscheiden openingen van 't lichaam, ten minsten met den stoelgang en urin, zwart bloed ontlast wordt.
| |
| |
(Zulke Sugillationes of Suffusiones, die men gewoonlyk eerst na den dood aantreft, erinnere ik my echter ééns, by eene langduurige ziekte, reeds 5 dagen vóór den dood gezien te hebben, uit welke men, als men ze alleen maar gezien had, zonder te weeten dat de zieke noch leefde, had moeten besluiten, dat de zieke reeds eenige dagen dood geweest was. Dit anders zo gewoon teeken des doods word dus door deeze Waarneeming onzeker.) In de Morb. macul. Hoemorrh. heb ik nooit deeze straalen waargenomen - ook nooit met de urin of excrementen bloed zien ontlasten, maar alleen uit den mond, en ééns by eene neusbloeding. Ook heb ik
7. geene andere dan ronde vlekken, en nooit die groote zwarte gezien, welke anders by de Vlekkoorts zomtyds ter grootte van een nagel van den vinger voorkomen, en welkers toeneemende grootte altoos met een evenredig gevaar verzeld gaat. Werlhof zegt, wel is waar, maculas nigerrimas gezien te hebben, en duncan zag in het door hem beschreeven Geval (Medical Cases 1778, p. 91.) ook lived blotches, having much the appearance of Vibices; maar het zieke kind had duidelyk koorts; en hy zegt uitdruklyk, dat het op den 8sten dag na de koorts weder door het vertrek had kunnen gaan. Ook zyn door aikin (Mem. of the Med. Soc. Londr. p. 394. Vol. III.) donkerrooke groote vlekken aan de extremiteiten, en in de Verhandeling van graff (de Petechiis sine febre. Goett. 1775) even gelyke groote Sugillationes beschreeven.
Tot een meer naauwkeurige kennis van deezen zeldzaamen Uitslag zal ik 'er noch het volgende byvoegen. Werlhof is, zo ik my niet bedriege, de eerste geweest, welke andere Geneesheeren daarop oplettend gemaakt heeft, dat 'er Petechien waren zonder koorts, of liever met oneindig minder gevaar verzeld; hy heeft ze dus eenen anderen, meer characterstiken, naam gegeeven, ofschoon reeds andere Geneesheeren vóór hem, zo als hy zelve volgens zyne gewoone bescheidenheid getuigt, deeze opmerking gemaakt hebben. Men zie zyne Opera Medica, p. 540. Wat hy dáár, p. 748, en behrens, p. 425, van deeze merkwaardige Ziekte zegt, bevat alles wat ooit hier over geschreeven is. Naderhand hebben strack, in zyn Werk de Morbo cum Petechiis, de zo even genoemde duncan, en meer anderen, ook gevallen van deeze natuur beschreeven, welke door borsieri verzameld zyn.
By Kinderen zyn onderzoekingen naar de oorzaak
| |
| |
eener ziekte over 't algemeen zeer moeilyk; dus is het my ook by veelen gegaan, om de bron te ontdekken, waaruit het uit den mond stroomende bloed te voorschyn kwam, tot ik gelegenheid had, het by een volwassenen te vinden; 'er was naamlyk onder het verhemelte eene zwarte vlek, ter grootte van een nagel aan den vinger, en inwendig aan de wang eene noch grootere plek, welke met zwart bloed bedekt was, en die, zo als by het waare koudvuur, opgelost of doorgevreeten scheen te zyn. Hier uit kwam het bloed voort, verzamelde zich aan de tanden, en wierd zo van tyd tot tyd uitgeworpen. Ik onderstelle hier door niet, dat juist aan diezelfde plaats altoos bloedvaten doorgevreeten zyn; maar de oorsprong der bloedstorting wordt 'er des te duidelyker door. Als men eenen zieken met bloedend tandvleesch aantreft, hebben wy gewoonlyk aanstonds de idée van Scorbut; heeft hy bovendien nog vlekken, zo noemt men die gemeenlyk Scorbutische vlekken. Maar tot de waare Scorbut behoort noch iets meer, dan deeze beide verschynselen. De stinkende adem, de zichtbaar ziekelyke kwaadzappige toestand, die der vaste deelen van het lichaam, de gezwollen voeten, de meer groen-geelagtige dan roode vlekken, en de ongelyk grootere langduurigheid van de waare Scorbut, onderscheiden deeze genoegzaam van de boven beschreeven Ziekte. Maar het was eens de mode, (en deeze heeft, zo als ik zie, noch niet opgehouden) een uitslag, welken men niet naauwkeurig genoeg kende, of onder eene zekere classe brengen konde, zelfs wanneer 'er geen bloedend tandvleesch by tegenwoordig was, met den naam van Scorbut te benoemen, en zeer dikwyls heb ik te vooren, in Engelsche Hospitaalen, een uitslag even zo kort weg Scurry hooren noemen, of by de Parysche Geneeskundigen Ebullition de Sang, waar het te veel tyd kostte, het waare
character van den uitslag te onderzoeken; uitdrukkingen, welke men by de Schryvers van beide Natien noch altoos aantreft.
Wat de beroemde Waarneemer pringle, in zyne Obs. on Army diseases. Edit. 6, p. 104, over het onderscheid der Petechien, zegt, laat zich door het van my boven gezegde gemakkelyk verklaaren; te weeten, die groote maculae purpureae en Petechien zyn niet anders dan in graad van elkaar onderscheiden, eene modificatie van dezelfde ziekte. Dat echter deeze Uitslag, zo als men voorheen geloofde, en toen men 'er regt zyne aandacht
| |
| |
op vestigde, of het zogt uit te dryven, van een critischen aart zy, zal wel tegenwoordig, ook zonder het geen ik 'er boven van gezegd heb, niemand meer aanneemen, het minst by de vlekken zonder koorts; maar het schynt thans de algemeene stem der Geneesheeren te zyn, dat deeze uitslag zo zeer overtollig als deszelfs verschyning gevaarlyk zy, en dat men veel meer reden heeft, denzelven, daar het maar mooglyk was, te verhoeden.
Ik twyffele byna niet wat borsieri van de Petechien, in 't algemeen, onderstelt, dat deeze Uitslag eene eigenaartige ziekte zy, welkers complicatie met de eene of andere, op zich zelfs reeds zwaare, Ziekte, b.v. Pokjes, Koorts, enz. het gevaar van dezelve vergroot, zo als over 't algemeen elke, ook noch zo geringe, Ziekte dáárdoor gevaarlyker wordt, als zy met eene andere gecompliceerd is. Mogelyk is 'er dus geene eigenlyke Vlekkoorts, of eene koorts, by welke de Petechien, even als pokjes, maazelen, gierst-uitslag, de voornaamste rol speelden, en by welke men even zo zeker de vlekken vooruit konde zeggen (ofschoon borsieri het niet voor ongerymd houdt, een Vlek-koorts zonder vlekken, zo als een Pokjeskoorts zonder pokjes, aan te neemen;) maar wanneer 'er een zeker specifiek bederf van 't bloed (men mag het dan verrotting of oplossing noemen, of een anderen naam geeven) gebooren wordt, zo ontwikkelt zich deeze Morbusmaculosus Hoemorrhagicus, en gebeurt dit ter zelver tyd by eenen zieken, welke reeds koorts, pokken, enz. heeft, zo wordt deeze oorsprongelyke ziekte daar door erger, en 'er kan zich alsdan een eigenaartig, mogelyk besmettend, miasma ontwikkelen. Waarom echter, of waardoor, in zekere Epidemiën de neiging tot dit byzonder bederf van 't bloed, en complicatie met andere Ziekten, voornaamlyk begunstigd wordt, ligt niet in myn plan om te onderzoeken; ook ben ik openhartig genoeg, hierin myne kortzigtigheid te bekennen.
De zieken, welke ik aan eene eenvoudige Morb. macul. Hoemorrh. gezien heb, heb ik, wel is waar, alle gered; waarschynlyk echter zoude ik niet zo gelukkig geweest zyn, wanneer zich, geduurende den loop derzelve, eene andere ziekte 'er bygevoegd had; want, waar dit gebeurde, b.v. by Pokjes, heb ik veele zieken verlooren, en het grootste gevaar was altoos dáár, waar deeze vlekken zich vroeg by eene ziekte vertoonden, b.v. te gelyk met het uitbreeken der Pokjes, of ook wel even te vooren. |
|