Zonderling gedrag van oijevaars.
Onlangs verhaalde my een by my bekend en geloofwaardig Perzoon een zonderling gedrag, dat Oijevaars, by zekere gelegenheid, gehouden hadden, en waarvan hy my verzekerde, zelf ooggetuigen te zyn geweest; ik vond het aanmerkelyk genoeg, om hetzelve, als eene bydrage tot de historie van dien Trekvogel, meer algemeen bekend te doen worden; niet twyfelende, of veelen zullen 'er zich over verwonderen. - De zaak zelf komt hier op neêr:
‘In 't begin van 1780 was 'er te Schermer, in Noord-Holland, op een zekere Boeren schuur, een Oijevaarsnest: het Wyfje lei 4 Eijeren; op een oogenblik, dat beide de Oijevaaren van 't nest waren, neemt men de 4 Eijeren 'er uit, en legt, in derzelver plaats, even zo veel van de grootste Ende-Eijeren, die, vervolgens, worden uitgebroeid; - by het uit den dop komen der 4 jonge Endvogels, (die, welstraks, naar hunnen aart, rondsom het nest kroopen en liepen,) kon men, zeer duidelyk, de verwondering van het Mannetje en Wyfje der Oijevaars opmerken; - zy liepen, links en regts, over het nest, en begluurden, met verbazing, het vreemd zoort hunner jonggebooren kinderen; - eindelyk vloog, terwyl het Wyfje op het nest bleef, het Mannetje weg, en kwam, na een groot uur vertoevens, met een menigte Oijevaars terug, die, voorts, om en by het nest vloogen, terwyl het Mannetje weer op het nest kwam, de 4 jonge Endvogels dood beet, en zoo, als bastaard-kinderen, van het nest, naar beneden smeet. - Na deeze geduchte strafoefening kwamen 4 andere Oijevaars van de koppel, (die, zoo het scheen, door de rechters, ter executie van het verder vonnis, gecommandeerd waren,) op het nest, - beeten ook het Wyfje dood, en smeeten