Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1797
(1797)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– AuteursrechtvrijTwee waarneemingen, strekkende om opheldering te geeven aan het verschynzel, hier te lande bekend onder de benaaming van Opdoemen der Zee; zynde een Extract of a Letter from Andrew Ellicott to David Rittenhouse, Esq. dated at Pittsburg Nov.. 5, 1787, containing Observations at the Lake Eric. Ontleend uit de Transactions of the American Philosophical Society, held at Philadelphia, for promoting useful Knowledge. Vol. III. 1793.'s Avonds den 12 van Sept. 1787, hadden wy een fraai Noorderlicht. Den volgenden dag was de lugt betrokken; doch zonder regen. Omtrent den middag kon men het laage Schier-Eiland, Presque-Isle genaamd, 't welk, daar het op een afstand van vyf en twintig mylen ligt, doorgaans van den oever des Meirs Eric niet kan gezien worden, van daar beschouwen, als verre boven den Gezigteinder verheeven. Zag men na hetzelve door een acromatische Telescoop, dan kon men de boomtakken duidelyk onderscheiden. - Zonderling was het, by dit | |
[pagina 18]
| |
Verschynzel, waar te neemen, dat men het Schier-Eiland dikwyls dubbel zag; de onderscheide beelden, boven elkander verheeven, herhaalde keeren zich van een scheidende en weder zamenvallende. In den avond stak 'er eene frisse koelte op, die de volgende dagen in een schriklyken storm veranderde. Deeze Waarneemingen verschaffen eene handleiding ter naspeuring van een zonderling Verschynzel, 't welk onze Zeelieden Looming noemen. ('t Zelfde, 't geen, althans in Noordholland, onder den naam van Opdoemen der Zee bekend isGa naar voetnoot(*)). Men zou van 't zelve, tot verklaaring, 't volgende kunnen aanmerken. Het valt gereedlyk te begrypen, dat, 't geen toegeschreeven moet worden aan de opeenvolgende toeneeming van de ylheid op onderscheide hoogten in den Dampkring, de Lichtstraalen, van eenen afstand komende, onveranderlyk geboogen worden na 's aardryks oppervlakte, en, uit deezen hoofde, aan de Voorwerpen eene schynbaare opheffing byzetten. Indien deeze toeneeming van ylheid, door eenige toevallige oorzaak, vermeerderd wordt, zal de Straalbuiging, en het uitwerkzel daar van voortkomende, naar evenredigheid, grooter weezen. - Dit nu grypt daadlyk plaats in het evengemelde geval. De bleekheid des uitspanzels, en de storm, die gewoonlyk volgt, wyzen beide uit, dat op geene zeer groote hoogte de lugt met vogtigheid vervuld is: deeze verschaft aan die vloeistoffe zulk eene elasticiteit, als dezelve in staat stelt, om, met eenen minderen graad van digtheid, den daar op rustenden Dampkring te draagen. - De dubbele vertooning, boven vermeld, mag toegeschreeven worden aan twee dryvende lugtbeddingen, met eene onderscheide maate van vogtigheid belaaden, en waarschynlyk veroorzaakt door tegen elkander overstaande lugtstroomen. |
|