Lierzang aan de Burgerye van Amsteldam. Door G. Brender á Brandis. By gelegenheid van den Zeeslag tegens de Engelschen, op den 11den van Wynmaand, 1797, voorgevallen; en by het geeven van twee Repraesentatien, ten voordeele van de Nederlandsche Gekwetsten en de Weduwen en Kinderen der in dien Slag overledene Vlootelingen, in den Nationaalen Stads Schouwburg, den 26sten en 31sten van die maand, door den Burger S. Cruys, Junior, uitgesprooken. Gedrukt ten Voordeele van genoemde Gekwetsten, Weduwen en Kinderen. Te Amsteldam, by J. Helders en A. Mars.
Een schoon Vaderlandsch Vaers, dat den betoonden heldenmoed onzer dappere Vlotelingen naar waarde verbeft, ene blakende zucht voor den roem en het heil van Nederland, in iederen regel, uitdrukt, en in 't geheel zeer geschikt was voor de gelegenheid, voor welke de verdienstlyke Maker het vervaardigde. Wanneer hetzelve met den vereischten nadruk is uitgesproken, waaraan de bekende talenten van den burger Cruys ons verbieden te twyfelen, heeft het zeker niet kunnen nalaten vele harten te roeren, en ene edele geestdrift te verwekken.