Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1797
(1797)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– AuteursrechtvrijRapport der vereenigde Commissie, benoemd door de Municipaliteiten van Oost- en West-Zaandam, en door het Departement Zaandam, der Maatschappy: Tot Nut van 't Algemeen; ten einde een Ontwerp ter verbetering der Schoolen aan beide plaatsen te vervaardigen. Te West Zaandam, by H. van Aken, 1797. In gr. 8vo. 60 bl.Met genoegen verneemen wy, dat men, sedert geruimen tyd, vooral zints de jongste verandering van Regeeringsbestel in ons Vaderland, meer algemeen bedagt is, om daadelyk hand aan 't werk te slaan ten opzigte van de Verbetering van het Schoolweezen; eene zaak, zekerlyk, van het uiterste aanbelang en van de hoogste noodzaakelykheid, zal immer de zo zeer gehoopte algemeene verlichting en verbetering van zeden, de wensch van alle braaven, tot stand gebragt worden. Wat ook de uitslag van het werk zyn moge, de Opvoeding der Jeugd, waarop het Schoolweezen zo groot een invloed heeft, is van te groot een aanbelang, dat zulks in deeze dagen, alwaar men naar middelen tot herstel van al het vervallene omziet, geen voorwerp van ernstige opmerking zyn zou; en de welingerigte poogingen zullen, onder den Goddelyken zegen, niet missen door eenen goeden uitslag bekroond te worden! De loffelyke Maatschappy, Tot Nut van 't Algemeen, steeds nuttig ter Verlichting, toont zig hierin ook byzonder werkzaam. Nog onlangs gaven wy hiervan eene proef in ons MaandwerkGa naar voetnoot(*). De bovenstaande Titel van dit Raport geeft genoeg te kennen, dat de voorgestelde Verbetering van het Schoolweezen te Zaandam ook aan die loffelyke Maatschappy, met medewerking der Municipaliteiten, haare herkomst verschuldigd is. Een kort verslag zal toereikend zyn, om de Hoofdtrekken van de, in dit Raport voorgestelde, Verbetering op te geeven. Het Raport is Tweeledig; doet vooreerst verslag van | |
[pagina 573]
| |
den tegenwoordigen staat der Schoolen in gemelde Dorpen, en geeft voorts op, de middelen ter Verbetering. - Het eerste gedeelte bevat de gewoone klagten over de plaats hebbende gebreken ten opzigte der Gebouwen of Schoolvertrekken, als te klein en te somber. Meer echter klaagt men over de ongelykmaatige verdeeling van het aantal der Schoolieren in de onderscheidene Schoolen, dan over het aantal zelve, terwyl dit in 't geheel beloopt te Westzaamdam 495, te Oostzaandam 491; 't geen de Commissie voorkomt voor een plaats van 5000 zielen verbaazend weinig te zyn. Het is, buiten twyffel, een algemeen gebrek, dat de Ouders, vooral de behoeftigen, hunne kinderen te vroeg van School neemen, om dus het Schoolgeld te bespaaren, en, door de kinderen op eenig handwerk te stuuren, daarvan eenig voordeel te genieten. Wat slegte gevolgen ook zulks in 't algemeen hebben moge, kan, onzes oordeels, den min gegoeden Ouderen zulks niet zo zeer ten kwaade geduid worden, daar eene noodzaakelyke bezuiniging hen daar toe verpligt. Het komt Recensent dus voor, dat daarop wel voornaamelyk de aandagt moet gevestigd zyn, en hy is van gedagten, dat de oprigting van algemeene Schoolen, alwaar het onderwys niet alleen van kinderen, wier ouders bedeeld worden, maar van allen, zonder onderscheid, gratis gegeeven wordt, gelyk in zommige Steden, b.v. Amsterdam, plaats heeft; Avondschoolen, alwaar zy, die dagelyks op eenig handwerk zyn, kunnen onderweezen worden, of het aanleggen van Liefdefondsen, ter goedmaaking der onkosten voor min vermogenden, het intrekken der gewoone Bedeelingen aan behoeftige Ouders, welke hunne kinderen dit onderwys onttrekken, het best zouden geschikt zyn, om deeze gebreken te verhelpen. De verdere opgaaf der gebreken, als bykans overal dezelfde zynde, gaan wy stilzwygend voorby. Ter Verbetering verlangt de Commissie betere Locaalen, voorzien van een ruime plaats, alwaar de Schoolieren, vooral de kleinen, onder opzigt kunnen speelen. Ons komt dit minder noodzaakelyk voor in Schoolen, waarin de kinderen, even gelyk in Kostschoolen, niet den geheeelen dag opgeslooten zitten. Men moet den Schooltyd maar niet te lang stellen, 't geen voor Schoolhouders en Schoolieren te verdrietig is. Drie Schooltyden elken dag, ieder van ongeveer twee uuren, zal toereikend zyn. - De School-Commisfie stelt voor, in | |
[pagina 574]
| |
elke School, meer dan vyftig of zestig Leerlingen bevattende, eenen Ondermeester aan te stellen, en voorts eenen tweeden, zo het aantal Leerlingen boven de honderd stygt. - Tot het Schoolonderwys wil men ook gebragt hebben de Aardrykskunde, vooral des Vaderlands, en stelt daartoe voor, eenige Kaarten, als des Aardkloots en der vier Werelddeelen en van ons Vaderland, in de Schoolen op te hangen; om daardoor de kinderen, by wyze van gemeenzaam gesprek, volgens aanleiding van de Aardrykskunde van paff, hierin te onderrigten; 't geen, onzes achtens, wel algemeen ingevoerd mogt worden, als zynde deeze kennis hoogstnuttig, zo in het dagelyks leeven, als in het leezen van geschiedenissen en goede Reisbeschryvingen, welke zo zeer den algemeenen leeslust uitlokken. - Aldus wil men ook Algemeene Tafelen ontworpen hebben, waarop de merkwaardigste gebeurtenissen des Vaderlands gesteld, en naar de voornaamste Tydvakken gekleurd zyn, om naar zulk een modél in de Historie des Vaderlands eenige handleiding mede te deelen. Indien dit, zelfs eenigermaate, wel zou slaagen, zouden de Schoolmeesters veel kundiger moeten zyn, dan zy in 't algemeen gevonden worden, daar de gewoone kundigheden de maate van Lezen, Schryven, Zingen en Cyfferen niet overschryden. - De Regten van den Mensch en Burger by du Mortier, martinet's kleine Cathechismus der Natuur, en andere, worden voorts als nuttige Schoolboeken voorgesteld. Over het geheel komt ons voor, dat de Commissie te veel kunde en geschiktheid vooronderstelt in de Schoolmeesters, wanneer zy willen, dat deeze zaaken, gelyk ook de Zedekunde, den kinderen door gemeenzaame gesprekken (of overspreekingen, welk woord van nieuw maaksel en duistere betekenis men daartoe gebruikt heeft), en met aanwyzing van charakters van braave menschen, zullen geleerd worden. Ten opzigte der Christelyke Pligten, zegt de Commissie, is haar dusverre geen boekje voorgekomen, zo als zy het wenschte; zy heeft echter de kenmerken niet opgegeeven. Wy beveelen intusschen haare aandagt het Godsdienstig Onderwys voor jonge Kinderen. Voorts wil men elke School in drie Classen verdeeld hebben, en een rangschikking naar de vorderingen; 't geen in een welgeregeld School zeer noedzaakelyk is. Het Hoofddeel over de Belooningen en Straffen is in | |
[pagina 575]
| |
eenen waarlyk Dictatoriaalen styl gevat. Grootsch klinkt reeds de aanhef: ‘Elke School is eene Maatschappy in 't klein. - Een Schoolwetboek, met byvoeging en bepaaling van algemeene belooningen en straffen, is een behoefte voor een welgeregeld School.’ Ons dunkt, dat zulk een Wetboek wel in een klein blaadje zou kunnen bevat worden, ten zy men verkiest, in plaats van juiste bepaalingen, het Wetboek te vullen met algemeenheden. Alles zal, onzes bedunkens, hier bykans alleen afhangen van het oordeel en beleid van den opleider der jeugd. De stellers van het Raport schynen geheel vergeeten te hebben, dat de Burgers, welke in hunne Maatschappy worden opgenomen, knaapjes van 6, 7 of 8 jaaren zyn. ‘By de intreede,’ leest men, ‘in het School moeten de wetten aan den Schoolier byzonder worden voorgehouden; en NB. deeze moet aan den Onderwyzer plegtig belooven (wy dagten of het ook zweeren hadt moeten zyn) gehoorzaamheid aan de Wet.’ Men hadt hier wel den Regel van virgilius mogen plaatzen: sic parvis componere magna solebam. De inrigting zal den Leezers vry zonderling voorkomen, ‘waarby de oudste, meestgeoefendste en braafste, Leerlingen tot beoordeelaars verkoozen wierden, die volgens de Wet straf dicteeren moesten, en waarby aan den Onderwyzer alleen de goedkeuring van het vonnis of het bewyzen van gratie overbleef.’ Ons komt voor, dat deeze kleine Vreederegters het, buiten de School, zwaar by hunne makkers zouden te verandwoorden hebben. Dat men toch eens alle Pedanterie leere ter zyde stellen! Wy moeten echter niet nalaaten te zeggen, dat wy 'er, ten besluite van deezen geleerden voorslag, zeer wyszelyk vinden bygevoegd: ‘Wy zullen niet beslissen, in hoe verre zulks reeds uitvoerlyk zy.’ Dit reeds schynt hoop te geeven, dat 'er eerlang een wyzer geslagt van kinderen zal opstaan. Doch dan zullen ook de strafwetten misschien wel onnoodig zyn. Onder de strafwetten staat: ‘Uitsluiting voor eenigen tyd van deeze of gene Lessen of onderwyzingen.’ Dit zou een heerlyke straf voor de luië jongens zyn. |
|