ving van de grootheid van Jesus, beschouwd als Profeet, als Hoogepriester en Koning, en voorts als den Zoon des Allerhoogsten, met aanwyzing van eenige doorslaande proeven van onvergelykelyke grootheid, die zyne leevensgeschiedenis kenschetsen. Daarna doet de Leeraar verslag van de groote tegenkanting, die deze hooge personeele waarde van den eeuwiggezegenden Verlosser van tyd tot tyd ondergaan heeft, waarvan hy de voornaame schuld den Duivel aanrekent, die zoo zeer op Jesus, en meest van alles op de eeuwige Godheid, betaalenden zoendood, hartvermeesterende kracht, en heerlyke Majesteit van zynen Overwinnaar gebeeten is, en door wiens toedoen deze Leerstukken van het zuiver Christendom, door alle eeuwen, den hevigsten aanval geleden hebben, en, naar mate de tyden meer bedorven zyn, des te heviger aanval lyden. Onder de bestryders van Jesus grootheid wordt arrius (arius), als of 'er voor hem niemand soortgelyke, en nog verder van den gewoonen leertrant afwykende gevoelens gekoesterd had, eerst genoemd, en, als een door Satans arglistigheid bedrogene, zeer ongunstig beoordeeld. By die gelegenheid krygen ook laatere Arianen en Subordinatianen, en met naame baxter, whiston, t. burnet, watts en doddridge, maty, alsmede de Schryver van den Brief aan zyne Landgenooten, die tot andere Christelyke Genootschappen behooren, onlangs by J. van Thoir uitgegeeven, ieder hun deel. Daarop komt de Socinianery met derzelver nieuwste voorstanders te berde, waaronder scharp goedvindt, behalven lindsey, christie en priestley, ook semler, eberhard,
purgold, teller en hesselink te tellen. 'Er zyn evenwel nooit erger vyanden van Jesus grootheid geweest, dan de Naturalistische Neologen van onzen tyd, op welke lyst men steinbart, edelman, lessing, bahrdt, en de schaamtelooze Schryvers der beruchte Wolfenbuttelsche Fragmenten naast elkanderen, en laatstelyk ook doedeblein, eckerman en loeffler, in een ongunstig licht geplaatst vindt. Desniettemin zyn 'er, naar 't oordeel des Leeraars, voor ons vaste en onbedriegelyke gronden, om de grootheid van Jesus, aangemerkt als waarachtig Gods Zoon, als schuldverzoenend Borg, als verheerlykte Heer en Christus, te eerbiedigen, waarvoor eenige van de gewoone bewyzen beknoptelyk bygebragt worden; en men mag uit dien hoofde blymoedig verwachten, dat Hy, door alle eeuwen, voor het