Ad Buonaparte. Door Hieronymus de Bosch.
Aan Buonaparte. Door Pieter Pypers.
Aan Buonaparte. Gevolgd naar het Latynsche, door Cornelis van Lennep.
Niemand, zelfs hy niet, die de uitstekendste bedryven der Helden, die Griekenland en Rome oudtyds heeft opgeleverd, met vervoering las, heeft kunnen afzyn de wonderbare voortgangen, welke de Fransche Soldaten der Vryheid, in dezen tyd, en vooral in den laatstverlopen Veldtogt, onder het geleide van den onsterslyken Buonaparte, gemaakt hebben, vol verbaasdheid te beschouwen. Het moet dan ook den beminnaar van ware verdiensten aangenaam zyn, dat een Held, die, en door de zaak, waarvoor hy strydt, en door zyne verheven talenten, onverzetlyken moed en grootheid van ziel', zozeer uitmunt, enen Dichter gevonden hebbe, waardig om zynen lof te bezingen. De, in het vak der letterkunde, met zoveel roem bekende hieronymus de bosch is daartoe onder ons opgetreden. Zyne Ode ad Buonaparte is een proefstuk van zuiveren smaak en waar dichterlyk genie. Trouwens, wie zou van dezen vurigen liefhebber der oudheid iets anders kunnen wachten? De bosch heeft het genoegen gehad, dat zyne Ode ook reeds twemaal in onze moedertale is overgebragt. Beide Vertalingen zyn nevens het Latyn, ieder in ene byzondere uitgave, gedrukt. De eerste gaf pieter pypers; de twede, die het oorspronglyke beter behoudt, krachtiger uitdrukt, en in 't geheel den voorrang verdient, cornelis van lennep. Dan om onze Lezers zowel over het oorspronglyke, als de onderscheiden waarde der Nederduitsche Overzettingen, zelven enigzins te doen oordelen, willen wy hier enige regels van het begin der Ode voor hun afschryven.
Quae lingua vatum, linguave civium
Ornet decoris proelia laudibus,
Commendet aut seclis futuris,
Buonaparte, tuos triumphos?
Quo bella tentas, gloria convolat,
Horror phalanges occupat hostium,
Flammisque ductoris coruscam
Caesariem tremuere turmae.
Sit magna virtus, pellere finibus
Qui jura frangunt libera patriae;
Victoris at summis trophaeis
Major honos renovare pacem.