Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1797
(1797)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– AuteursrechtvrijMissive van Mr. Antoni Martini, Oudpensionaris der Stad 's Hertogenbosch, aan de Nationaale Vergadering, representeerende het Volk van Nederland, om Ontslag, als verkoozen Representant, in de Tweede Nationaale Vergadering, uit het District van Biesbosch en Maas, in dato 21 Aug. 1797, met de Gevolgen van dien. In den Bosch, by H. Palier en Zoon, 1797. In gr. 8vo.De gryze Oudpensionaris martini, die zich in vroegere jaaren, in veele opzigten, wel verdiend maakte by de 's Hertogenbosschenaaren, in het verdeedigen van derzelver Regten, wiens pen hierin onvermoeid bezig was, waar van, om van mindere Stukjes, in den Post van den Neder-Rhyn hier en daar te vinden, niet te spree- | |
[pagina 530]
| |
ken, het Request, den 26 April 1786, aan hun Hoog Mog. gepresenteerd, over de veragterde Service Gelden, tot Inlogeering van het Guarnisoen in 's Hertogenbosch, ten laste van 't Gemeene Land; mitsgaders eene Memorie van Adstructie, met Bylagen, te 's Hertogenbosch 1786, in Fol. 226 bl.; als mede zyne Verzameling van Stukken, raakende de Adressen, door de Magistraat der Hoofdstad 's Hertogenbosch, aan de Hooge Collegien ter Generaliteit en de respective Bondgenooten gedaan, tot inroeping der Brabandsche Landwetten en Privilegien omtrent de Begeeving van Ampten aan gebooren Brabanders; op goedvinden van gemelde Magistraat, in 8vo. 357 bl. uitgegeeven, beide in den Jaare 1786, tot gedenktekens strekkenGa naar voetnoot(*), die in de berugte Plundering in 's Hertogenbosch deelde, en op eene hem vereerende wyze zyn Ontslag bekwamGa naar voetnoot(†), werd, op 't onverwagtst, uit zyne zints stille rust opgeroepen, om in de tweede Nationaale Vergadering des Volks van Nederland zitting te neemen, door het op den Tytel vermelde District, waar hy genoegzaam geen mensch kende. Aan deeze Kiezers zondt hy in druk, en deelt dus aan 't algemeen mede, zyn Adres om Ontslag, ter Nationaale Vergadering ingezonden. Waar in hy zich op zynen zeventig-jaarigen ouderdom, zyne gedaane werkzaamheden, en zynen verkoozen stillen leevenstand zints 1787, beroept; en ook aanvoert dat hy in het oude stelzel is grys geworden. ‘Van zodanig een, schryft hy, wien de wetten en gebruiklykheden der voorige Regeeringsvorm als eigen zyn geworden, wiens zinnen door die lange behandeling van zaaken zyn vervuld, staat het te vreezen, dat hem daar van te veel zal blyven aankleeven, en weinig nuts kunnen aanbrengen. Daar ook het gansche Staatsgebouw genoegzaam is afgebrooken, en op geheel andere gronden wordt opgerigt.’ Verder gewaagt hy van Pointen, reeds beraamd, die hem in de vooruitzigten zeer drukken, en met zyne denk- | |
[pagina 531]
| |
beelden in geenen deele strooken. Hy noemt ze niet; doch, in het kort Voorberigt aan die hem gekoozen hadden, zegt hy, ‘hier mede genoeg te kennen gegeeven te hebben, geen doorzigt te hebben in eenige gelegde gronden, veelmin dat zy tot Heil van het Vaderland zullen uitloopen. - En hoe zou ik dan, als een eerlyk Man, kunnen verklaaren, dat ik die gronden, welke ik naa een lang onderzoek met myne overtuiging niet kan overeenbrengen, zou aankleeven en daar op medewerken? Want anders te denken en te doen is het werk van eenen geveinsden, waar voor ik wensch bewaard te blyven. Gylieden zult dan myn gedrag wel gelieven toe te schryven, geenzins aan niet willen; maar aan niet konnen.’ De Burger martini hadt naamlyk, toen de beweegredenen, door hem bygebragt, niet genoegzaam waren bevonden, zich na 's Haage begeeven; en op de Vraag, of hy de Verklaaring en Belofte kon afleggen, geantwoord: Dat hy de Verklaaring, zo als die lag, in gemoede niet doen kon. Waar mede de zaak afgedaan was. In dit Stukje vertoont zich martini een oud braaf Man, die zyne overtuiging volgt; en zal dit weigeren hem tot geene oneere strekken by allen, die, schoon zy over den tegenwoordigen staat der Landszaaken gunstiger en ligter dan hy denken, hem kennen in zyne braafheid: misgissen wy ons niet, dan zal het geen omtrent de Kerk gehandeld en beslooten is, hem, onder andere, ten grooten ongenoemden Struikelblok gestrekt hebben. Doch wy bepaalen hier niets; 's Mans opregtheid lydt by niemand, die hem kent, eenigen twyfel. |
|