hem zelven, veel eer aandoet, en getuigenis geeft van den edelen leertrant, waarmede de Hooggeleerde heringa de Godgeleerdheid onderwyst.
Het onderwerp voor dit wel uitgewerkt Academisch Strydschrift gekozen, en met veel blyken van schranderheid en een goeden smaak behandeld, is der aandachtige overweeginge van allen, die de leer en de leerwyze van Jesus en zyne Apostelen meer dan oppervlakkig gewoon zyn na te spooren, overwaardig.
De Apostel Johannes was onder de eerste Volgers van Jesus, en tot het laatste ogenblik van deszelfs leeven altyd oorgetuige van zyn onderwys. Hy werd zelfs boven anderen tot een zeer gemeenzaamen omgang, en meest vertrouwde vriendschap, met den Zaligmaker toegelaaten. Geen van 's Heilands Leerlingen toonde ook zoo veel overeenstemming van geaartheid en karacter met Jesus. Hy alleen maakte ook meer werk, dan alle anderen, om verslag te geeven van 's Heilands gehouden gesprekken. Deze door den Schryver bygebragte redenen laaten ongetwyfeld reeds van voren vry wat overeenkomst in de leer van Jesus en zynen Apostel Johannes, gelyk ook in beider spreektrant, verwachten. Deze merkwaardige overeenkomst wordt vervolgens, zoo ten aanzien der leere, als van den spreektrant, breedvoerig aangetoond, en in 't helderst daglicht gesteld.
Eerst wordt de geheele omvang der leere van Jesus, omtrent den eenigen waaren God, zynen Zoon Jesus Christus onzen Heere, en den Heiligen Geest, omtrent het doel der Euangelie - prediking, de natuur en de noodzakelykheid van het geloof aan Jesus, en veele andere byzonderheden, doorgeloopen, en door vergelyking van menigvuldige, meestal in het voorbygaan meer of min toegelichte, plaatsen, uit het Euangelie en den eersten Brief van Johannes, de in het oog lopende overeenstemming van Leeraar en Leerling aangewezen.
Niet minder gelykvormigheid doet de Schryver vervolgens in den spreektrant opmerken, zoo in byzondere woorden en spreekmanieren, die Johannes met den Zaligmaker gemeen heeft, waarvan vervolgens verscheidene niet kwalyk gekozene staaltjens in 't midden gebragt zyn, als in de geheele wyze van uitdrukking, die te gelyk aan de redenen van Jesus en den schryfstyl van Johannes zoo byzonder eigen is, en beiden,