lustige levenswyze. Doorgaans naamelyk vleit men zig, dat een Druiper eene kleinigheid is, die, onder eene gemaatigde levenswyze, door eene goede behandeling, spoedig verdwynt. Zodanig is zekerlyk veeltyds het geval, doch niet altoos: eene kleine misslag in de behandeling of levenswyze kan niet alleen de tweede zoort des Druipers, die in de Cowperiaansche Klieren haare zitplaats heeft, en ook al niet zeer gemakkelyk is, te wege brengen; maar ook de derde zoort, in welke het Vergif wordt overgebragt tot de zogenaamde voorstaande Klier of Prostata, die het begin van den Pisbuis omringt, en welker zwelling een bezwaarlyke en zomwylen een geheel verhinderde pisloozing ten gevolge heeft, zodanig dat men niet eens in staat is, met Catheters, enz. in de blaas te komen. Een vroegtydige herhaalde Aderlaating en andere gepaste middelen neemen dit kwaad wel dikwyls weg; doch zomwylen is alle dergelyke hulp te vergeefsch, en 'er schiet, van wege de zwelling in de bilnaad, niets over, dan de gevaarlyke blaassteek boven het schaambeen, die, door het veroorzaaken van blaasfistels, de elendige Lyders dikwyls, na eene zeer pynelyke en
langduurige afmarteling, doet omkomen.
Wanneer de vierde zoort des Druipers gebooren wordt, door de onmiddelyke opklimming des vergifts tot in de blaas, zoude men denken, dat de toestand des Lyders nog gevaarlyker moest zyn, door de groote gevoeligheid en tederheid van dat deel; doch zo de Prostata in dat geval vry blyft, is het gevaar van sterven merkelyk minder; maar geenzins dat van eene langduurige zukkeling, die dikwerf nooit volkomen kan worden weggenomen. Deeze kwaal, die voornaamelyk uit het voorgaande, en den nog aanwezenden Druiper, gekend wordt, is allerpynelykst, en gaat met dezelfde verschynsels gepaard, welke by den Steen in de Blaas worden waargenomen; waar by zich nog voegt de ontlasting eener lymige stoffe, die zodanig aan de vaten kleeft, dat zy 'er naauwlyks van kan worden afgescheiden; terwyl, zo die ontlasting zeer overvloedig is, de kragten des Lyders zodanig worden uitgeput, dat de sterkste daar eerlang onder moet bezwyken.
In zodanig een zorgelyken toestand bevindt men in de eerste plaats het aderlaaten en de geheele verdere ontsteekingweerende geneeswyze zeer nuttig, terwyl ook olyachtige en verdere verweekende inspuitingen hun nut