in de Oprigting der Nieuwe Maatschappye niet alleen, maar ook daar in, ‘dat,’ gelyk hy verklaart, ‘binnen den korten tyd van drie maanden, deeze Maatschappy luisterryker geworden was, dan het ander Genootschap in meer dan drie jaaren, - dat de leergierige jeugd haare klagten over het nietsbeduidend onderwys der Leermeesters van het zelve Genootschap voor hun openlagen, - dat binnen weinig weeken het getal der Leerlingen van deeze nieuw gevormde Maatschappye, dat, waar op het ander Genootschap ooit hadt mogen roemen, overtrof - en de dagelyksche aanwas der Leden voorspelde, dat zy eerlang die van Mathesis Scientiarum Genitrix verre zou overtreffen.’
Op dit zelfde onderwerp komt de Redenaar van campen weder in eene Redenvoering, den 23 Juny 1795 gehouden; en laat zich, met genoegen, dus hooren: ‘Ondervonden hebbende tot wat graat van grootheid en aanzien die Maatschappy, uit welke deeze gebooren is, door eendragt en burgertrouw, binnen weinige jaaren gesteegen is; maar hoe plotslyk haar heerlyk Gebouw instortte, toen de verniesende heerschzugt in derzelver bestiering de overhand kreeg, verfoeit zy die helsche aandrift van jaloersheid en overheersching, en verkiest de allesbeschermende Geregtigheid, die de voorspoed der Volken bestiert, de onschuld behoedt, en de deugd beloont. Billykt dan, waarde Medeburgers! dat ik u deeze Maatschappy, welke binnen den tyd van Tien Maanden eene nog grooter vordering gemaakt heeft, dan die, waar aan wy ons moesten onttrekken, binnen Negen Jaaren gebeuren mogt, thans aanpryze!’
Zo veel oordeelden wy dienstig te vermelden van den Oorsprong deezer Maatschappye, die ter Zinspreuke voert den verduitschten Tytel der voorige; De Wiskunde is de Moeder der Weetenschappen. Wy mengen ons niet in het geschil, waar uit die scheuring ontstaan is. Van den eenen kant wordt het in eerstgemelde Redenvoering opgegeeven. En moet 'er, blykens dezelve, in Juny des Jaars 1794, een Stukje van de andere zyde in 't licht gegeeven zyn (zie bl. 9.), 't geen ter rechte kennisse van dien twist dient geraadpleegd te worden.
Het tweede Stuk, 't geen wy in deezen Bundel aantreffen, is eene Verhandeling over Hollands Waterstaat, door p. van campen. Dit wordt in de vierde hier voorkomende Verhandeling agtervolgd. Beide strekken