tus afkeurd, en zich over dezelve bedroefd, byaldien iemand de eenigheid des geloofs, door den band des vredes, wenscht hersteld te zien, byaldien iemand de waare en hartelyke verbroedering, zo mogelyk, van alle Christenen, als de zegenpraal van den waaren Godsdienst, die niet in woorden maar in kracht, in geloof, hoop en liefde, bestaat, beschouwd - zo ben ik het:’ dit getuigenis van hem zelven geeft onze Hervormde Leeraar, wiens hart, als zodanig, de Remonstranten ‘Broeders, zeer verongelykte Broeders’ noemt. Naa eenige aanmerkingen omtrent het onbepaalde der eigenlyke bedoelinge van de voorgeslagene Vereeniging, hegt hy daaraan den zin van eene zamensmelting van het geheele Protestantendom in ons Vaderland tot een eenig Kerkgenootschap. Hoe wenschelyk in zich zelve, als onuitvoerlyk, in den tegenwoordigen stand van zaaken, beschouwt onze Leeraar zulk eene Vereeniging. Het bewys daar voor meent hy te vinden in de gesteldheid, waarin zich het Hervormde, Luthersche en Mennonietsche, Kerkgenootschap thans bevinden, waarvan hy eene beknopte schets geeft. Het tafereel, welk hy van zyn eigen Kerkgenootschap ophangt, is zekerlyk voor eene Vereeniging niet berekend. ‘Byaldien Gyl. (schryft hy) van oordeel zyt, dat de verdraagsaamheid in het Hervormde Kerkgenootschap een heerschend gevoelen geworden is, dat men daar over het algemeen rekkelyker denkt, dan in vroegere tyden, misleid gy U! - de geest van Kettermakery is noch in het zelve heerschend, en het zyn, in vergelyking van het overgroot getal die den ouden slenter volgen, slegts weinige Leeraaren en Leden dier Kerk, die verdraagsaam en rekkelyk zyn.’ - En elders: ‘Leest de Lemmata van elke Christelyke Synodus, - daar zult gy u en de Mennonieten, met
bekker en roël, enz. op de lyst der Ketteren geplaatst vinden. - Gebruikt uwe oogen en ziet, en Gyl. zult overtuigd worden, dat de wegen tot bevordering in het Hervormde Kerkgenootschap (met weinige uitzonderingen evenwel) zyn, overdreeven Ortodoxie, dweepery en onverdraagzaamheid.’ Wy hoopen, dat deeze schets eenigzins overdreven zyn zal; waaromtrent wy evenwel ons geen beslissend oordeel kunnen aanmaatigen. By de Lutherschen vertoont zich insgelyks geen zeer gunstig vooruitzigt op de voorgeslagene Vereeniging; waarvan het onlangs voorgevallene te Amsterdam getui-