in dat Gemeenebest ontstaan zyn; en de uitvoering is zodanig, dat zy lof verdiene. De eerste Opsteller, f.a. gödicke, te Kothen, ‘heeft het Werkjen in het licht gegeven, zonder 'er eenig Voorbericht voor te plaatzen. ... Intusschen,’ zegt de ederduitsche Uitgeever, ‘kan men verzekeren, dat hy het nut en genoegen der Leezeren steeds in het oog heeft gehouden. Hy heeft de nieuwe Fransche woorden niet slechts letterlyk vertaald; 't welk echter met veelen niet doenlyk was; maar ook zaaklyk verklaard, en de gelegenheid aangewezen, by welke zy aan die betekenissen gekomen zyn.’ Om van de waarheid deezer verzekeringe overtuigd te worden, behoeft men het Boekjen slechts op te slaan, en men zal een aantal van voorbeelden vinden. Zie dus Aristocratie, Aristocrate, Assemblée Primaire, Assemblée Electorale, Assemblée d'Administrative, Assignat, Bar, Brissotinisme, enz. Doch de Leezer zal zelve genoeg aantreffen, dat hier op te noemen overtollig zoude weezen.
Een werk van deezen aart is moeilyk, en nooit tot volmaaktheid te brengen. Het kan niet anders of 'er moeten misslagen insluipen. Door deezen te verbeteren doet men dienst zo wel aan den Opsteller als aan het Gemeen. Wy denken dus eenige opheldering te kunnen geeven aan het woord chouan Op dit woord leezen wy: ‘Met deezen naam worden betekend de roovers en muitelingen van de Vendée. Zy hielden zich eerst, in het departement la Vendée, een gedeelte van het oude Poitou. in de rotsen en ontoeganglykste wouden en oorden van dat gewest op; maar, naderhand, voegden zy zich by de koningsgezinde troepen aldaar, en vereenigden zich met hun in den opstand tegen de republikeinsche regeering des lands.’ Onder het Artikel vendéen wordt hier nog bygevoegd, dat de Chouans ‘zoo genaamd worden, of, naar hunnen eersten aanvoerder chouan, of, gelyk anderen beweeren, naar zekere nachtvogels, welke men Chouans heet, die zich over dag niet laaten zien, maar des nachts op roof uitgaan.’ In het Fransche Tydschrift l'Esprit des Journaux wordt, in een der stukken van het jaar 1795, hiervan een naauwkeuriger verslag gegeven. De Chouans moeten van de Vendéers onderscheiden worden. De laatsten behooren tot het oude Poitou, de eersten tot Normandye. En de naamsoorsprong is deeze. De drukkende belasting op het zout, de Gabelle genoemd, had onder de oude regeering geene plaats in Bretagne, (uit hoofde van de bedongen voorrechten, toen dat hertogdom met de kroon vereenigd werd) maar wel in het naast daaraan gelegen Normandye. Het gevolg hiervan was, dat eene menigte zout uit de eerstgenoemde Provintie ter sluik wierd ingevoerd in de andere. De sluikers waren in grooten getale, vereenigden zich veeltyds in gewapende benden, sterk genoeg om tegenstand te bieden aan de
marechaussée, en afge-