Iets over de tegenwoordige Vacature, en het al, of niet aanneemen der beroepen Leeraaren in de Gereformeerde Gemeente te Amsterdam. Door een Lid dier Gemeente. Alomme te bekomen. In gr. 8vo. 31 bl.
Veel gerugts verwekte, in den jongstvoorgaanden Zomer, niet slegts te Amsterdam, maar ook elders, de Remotie van vyftien Predikanten der Hervormde Gemeente in de gemelde Stad, ingevolge hunner weigeringe van het doen der gevorderde Verklaaringe, of belofte van onderwerpinge aan de Constitutie. Naar gelange der onderscheidene denkwyzen, wierdt die Amptsverlaating uit verschillende oogpunten beschouwd, en, dienvolgens, ook het vervullen der daar uit ontstaane Vacaturen. Verscheiden Leeraars, ter aanvullinge der opengevallene plaatzen van elders beroepen, hebben, van tyd tot tyd, bedankt - anderen het opgedraagen beroep aangenomen. Zyn 'er, voor het gedrag der eerstgemelden, redenen, ‘gewigtig genoeg om eenen Dienstknegt van Jesus Christus, die over de rekenschap, die hy van alles, zyn Ampt betreffende, eens zal moeten geeven, rechtschapen denkt, in gemoede te voldoen? Zyn 'er geen redenen die hem behooren over te haalen, zich der belangen van dit gedeelte van zyn Kerkgenootschap aan te trekken, en, zo 't eenigzins voor hem doenlyk zy, deszelfs roepstem ook thands op te volgen?’ De Schryver van dit Vertoog, die allerwege blyken vertoont van gezond verstand, hoogagtinge voor den Godsdienst en bescheidenheid, verklaart zich voor de bevestigende zyde van deeze Vraagen. In de eerste plaats, tragt hy aan te toonen, uit het gedrag der vyftien geremoveerde Leeraaren, zo vóór als naa hunne Remotie gehouden, dat de daar uit ontstaane Vacature als wettig moet beschouwd worden, stellende het regt der Amsterdamsche Gemeente, tot het vervullen der Vacante plaatzen, buiten alle bedenking. De bedenking, alsof de bewuste Predikanten niet kerkelyk beoordeeld, veelmin veroordeeld of ontslagen zyn; en eene andere, alsof de Kerkenraad,