Eene opmerking van den aarts-diacon, mr. Paley; over de hervorming in kerk en staat.
Dank verdienen allen, die den last onzer Bezwaaren maar met één hunner vingeren aanroeren. En kan ik niet nalaaten aan te merken, dat, wanneer een Man, die een oude en gevestigde Instelling aantast, dit doet met gevaar, 'er weinigen zullen gevonden worden, die Veranderingen zullen voorslaan en doorzetten, behalven Lieden van meer Moeds dan Voorzigtigheids, van meer Opregtheids dan Voorzorgs; Mannen van een vuurigen en doordryvenden aart: en dat, gevolglyk, wanneer wy de Verbeteringen zullen afwagten, tot dat het bedaarde en hoogst voorzigtige gedeelte des Menschdoms daar van een begin maake; tot dat Kerkhoofden die begeeren, of Staatsdienaars dezelve voorslaan, - dan durf ik wel voorspellen, dat wy, (zonder tusschenkomst des Allerhoogsten,) zullen blyven die wy zyn, tot de Herstelling aller dingen!