Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1796
(1796)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– AuteursrechtvrijIets, over de langzaam werkende vergiften; of de zogenaamde Poudres de Succession.(Uit het Hoogduitsch.)
(Vervolg en Slot van bl. 488.)
Na de terechtstelling deezer Fransche Medea, hielden echter de Vergiftigingen niet op; van tyd tot tyd stierven 'er veele Persoonen aan byzondere toevallen; uit verscheiden Dorpen kreeg de Aarts-bisschop berigt, dat noch geduurig deeze misdaad in de biegt geöpenbaard wierd, en waarvan men ook noch eenige spooren in geringe en aanzienlyke Familien aantrof. Eindelyk wierd, in 1679, tot onderzoek en terechtstelling der Gifmengers, een eigen rechtbank geöpend, welke Chambre de poison, of Chambre ardente, genoemd | |
[pagina 524]
| |
wierd. Behalven verscheiden andere Persoonen, ontbood zy twee Vrouwen voor zich, la vigoureux en la voisin, welke een uitgebreiden Koophandel in Vergiften gedreeven hadden. De laatste was Opzichtster over een publiek Bad; beide hielden zich met waarzeggen op, riepen Geesten aan, leerden verborgen schatten opgraaven, verlooren zaaken wedervinden, verkogten liefdedranken en langzaam werkende Giften aan haar, in welke zy een zeker vertrouwen konden stellen, om ze haare onaangenaame Echtgenooten en Minnaars te doen gebruiken. De vrouwelyke nieuwsgierigheid was oorzaak, dat 'er zich verscheiden Dames van de aanzienlykste Familien, zelfs van 't Hof, by deeze schepsels, voornaamelyk by la voisin, vervoegden, welke, zonder aan eenig Vergif te denken, alleen gaarn weeten wilden, wanneer haar Man, haar Minnaar, de Koning, of zyne Maitres, sterven zoude. By la voisin vond men een lyst van die geenen, welke zich aan haar bedrog en list hadden overgegeeven, en die nu gevangen genomen en voor deeze rechtbank gebragt wierden, welke, zonder de gerechtigheid hieromtrent in 't oog te houden, alle heimelyke Misdaadigers opzogt, dezelve met geslooten deuren veroordeelde, en volgens de manier der Heilige Inquisitie behandelde. Op deeze lyst vond men de aanzienlyke naamen van eene Gravin van soissons, haare Zuster de Hertogin van bouillon, ja zelfs van den Marschalk van luxemburg. De eerste vlugtte na Vlaanderen, om ten minsten eene lastige en mooglyk langduurige gevangenis te ontwyken, de andere verdedigde zich door de hulp haarer Vrienden, en de Marschalk wierd, na dat hy eenige maanden in de Bastille had gezeten, een scherp onderzoek doorgestaan, en daar door zyn eer en aanzien grootendeels verlooren hadde, onschuldig verklaard. Dus handelden de wreede Oorlogs-Minister louvois, en Madame de montespan, met die geenen, welke hunne oogmerken verydelden. La vigoureux en la voisin wierden den 22 Febr. 1680 levendig verbrand, na dat haar de hand met een gloeijend yzer doorboord en afgehouwen was; noch veele andere Persoonen van eene geringere Classe wierden door den Scherprechter ter dood gebragt, en de aanzienlvken, na dat men haar door deeze Inquisitie, als 't ware, ten toon gesteld, en voor de Maatschappy verder onschadelyk gemaakt hadde, losgelaaten. Na afloop van dit alles, wierd deeze Chambre ardente in 1680 geslooten, welke, in de daad, eene Politieke Inquisitie voor eene | |
[pagina 525]
| |
Natie geweest was, by welke de verlichting, sedert frans de eerste, zo zeer was toegenomen, dat men het niet waagen dorst, eene Theologische weder dáár te stellen. Te weeten, geduurende de regeering van deezen Koning, wierd by elk Parlement eene Chambre ardente opgericht, welke eerst Ketters maaken moest, om ze daarna onbarmhartig te kunnen verbranden. Het vertrek, in welk deeze Bloedraad gehouden wierde, was rondsom met zwart baai behangen, en alleen door lampen verlicht. Het is waar, dat, niettegenstaande deeze strengheid, dit misdryf in Italien en Frankryk in Koninglyke Familien onwettige Throons-opvolgingen veroorzaakt heeft, ja dat 'er zelfs in de Noordsche Ryken de proef mede genomen is. Het is bekend, dat Graaf corfitz van ulfeld, in Denemarken, zo niet overtuigd, ten minsten beschuldigd, is geworden, den Koning met Gif van het leven te hebben willen berooven, waar aan hy langzamerhand, even als in een zagten slaap, sterven zoude. Ook zegt men, dat de Zweedsche Koning carel de XIde aan een dusdanig Gif zoude gestorven zyn; want, na dat hy, door de intrekking der Domein-goederen, veele Adelyke Familien ongelukkig gemaakt, en voort daarop eene reis naar Turnea ondernomen had, verviel hy in eene uitteerende Ziekte, tegen welke geene Geneesmiddelen iets vermogten. Hy vraagde zynen Geneesheer eens zeer ernstig naar de oorzaak, welke hem antwoordde: Uwe Majesteit heeft te veele zugten op zich gelaaden (ongelukkigen gemaakt.) Gave God, zeide de Koning, dat ik deeze Reductie nooit ondernomen had, en niet naar Turnea gereisd ware! Na zynen dood vond men de darmen geheel bezet met kleine zweertjes. Hoe dikwyler Vergiftigingen van deezen aart voorkomen, des te meer is het te wenschen, dat men de kentekenen en tegengifmiddelen moge ontdekken, 't welk echter niet wel mogelyk is, zo lang men niet zeker weet waar uit het Gif eigenlyk bestaat. Intusschen hebben de byzondere Regeeringen wyslyk gehandeld, met zorge te draagen, dat de Recepten ter bereiding van verschillende soorten van Giften uit de Acten van de Inquisitie niet bekend gemaakt wierden. Paus alexander de VIIde liet ze in het Kasteel, den Engelenburg, wegsluiten; in Frankryk wierden ze, zo als men zegt, te gelyk met de Misdaadigers verbrand; in Napels echter zoude men niet voorzichtig genoeg geweest zyn. Ik weet niet, dat 'er ergens | |
[pagina 526]
| |
eenige waarneemingen van lichaamen, aan een langzaam werkend Vergif gestorven, in 't licht gegeeven zyn; want het geen pitaval 'er van verhaalt is niet toereikend.Ga naar voetnoot(*). Men spreekt veel van Poeders en Pillen; maar het schynt toch, dat de meeste Vergiften van deezen aart in een helder, smaakeloos, water bestonden, en dat, 't welk tophania bereidde, zoude zich in de lyken niet eens door eene byzondere werking kenbaar gemaakt hebben. In Romen verbood men een tydlang het verkoopen van Schei-water, wyl eenigen het voor een bestaandeel dier Vergiften hielden, welk echter niet waarschynlyk is. In Parys geloofde men eens, dat het Poudre de Succession uit fyn gestooten Diamanten bestond. Zonder dit voor waarschynlyk te houden, kan men toch voltaire tegenspreeken, welke zich inbeeldde, dat het Poeder van Diamanten niet nadeeliger was dan dat van Koraalen; beter konde men het met het fyne zand vergelyken, welk, door de wryving der moolensteenen, als 't ware, afschilferende, te gelyk met het meel tot brood gebakken word, 't geen wy toch ook als een langzaam werkend Gif kennen, en zekerlyk vermyden zouden, zo wy, by 't gebruik der spysen, ten opzichte der gezondheid, niet al te zorgeloos waren. In het kistje van saint-croix vond men Sublimaat, Opium, Spiesglas-koning, Vitriool, en eenen ruimen voorraad welbereide Giften, welkers bestaandeelen de Geneesheeren niet kenden. Zommigen hebben de Lood-zuiker voor het voornaamste bestaandeel gehouden, hoewel de gevolgen van het Gif geenzins dit metaal schynen aan te duidenGa naar voetnoot(†). Sedert eenige jaaren heeft men eene onschuldige Plant, het aan oude muuren groeijende Antirrhinum GymbalariaGa naar voetnoot(‡), alleen om dat zy een weinig bitter en zamentrekkend is, voor dit langzaam werkend Gif gehouden; eene Plant, welke van zommige Artzen, uit hoofde van haare Geneeskragten, geroemd is, maar mogelyk veel te kragteloos, om deeze loftuiting of beschuldiging te verdienen. Denkelyk is zy uit onkunde, of om andere bestaandeelen te vermommen, 'er by gedaan. Dat de in Aqua Cymbalariae opgeloste Arsenikaale Kalk het eigenlyke Gif van de Italiaansche | |
[pagina 527]
| |
Circe, toffania, zoude geweest zyn, heeft Keizer carel de VIde zelve aan zynen eersten Lyfmedicus, de Heer van garelli, verhaald, welke dit toen den beroemden frederik hoffmann in een Brief gemeld heeftGa naar voetnoot(*). Het is verschriklyk, dat dit langzaam werkend Gif (Arsenicum) van onkundige of geweetenlooze Geneesheeren, Kwakzalvers en Vrouwlieden, als een koorts-dryvend middel gegeeven word. Hoewel het waar zy, dat het de hardnekkigste Koortsen verdryft, is het echter niet minder waar, dat het daar door den dood verhaast; - eene geneezing, dus oneindig ongelukkiger dan de Ziekte zelve, tegen welke Regenten en Geneesheeren niet genoeg yveren kunnen. Ik raade deeze Heeren aan, te leezen het geen de Heer möhsenGa naar voetnoot(†) hier over geoordeeld heeft, en den Scheikundigen, wat de Heer bellGa naar voetnoot(‡) ter onderzoeking deezer Helsche droppen heeft aangewend. In Romen heeft men toevallig ontdekt, dat het Citroen-zuur eenigzints een tegengif zoude zyn; en keissler zegt, dat een zeker Geneesheer, paulus branchaletti, van wien ik echter geen verder berigt kan vinden, een eigen werk van de hulpmiddelen tegen deeze droppen zoude geschreven hebben; hy voegt 'er evenwel by, dat men veronderstellen moet, dat alles, wat, tot noch toe, tegen dit Gif ontdekt is, geen effect kan hebben, dan in die gevallen, wanneer men het Gif eerst kortlings gebruikt, of gelegenheid heeft, zich in twyffelachtige gevallen 'er voor te kunnen hoeden, en dus het dreigend gevaar te ontduiken. Eenige Natuurkundigen hebben de langzaam werkende Giften in twyffel getrokkenGa naar voetnoot(§); andere alleen ontkend, dat men hunne werking tot op een zeker bepaalden tyd inrichten kondeGa naar voetnoot(**). Van dit laatste gevoelen ben ik ook, en het zoude niet moeijelyk vallen, de eersten door verscheiden voorbeelden uit vroegere en laa- | |
[pagina 528]
| |
tere tyden te wederleggen; want dat ook den Ouden deeze soort van Gif reeds bekend geweest is, bevestigen plutarchus en quintilianus. De eerste verhaaltGa naar voetnoot(*), dat men aratus, den Sicyoner, een langzaam werkend Gif had doen gebruiken, waarop eene zekere hitte, hoest, bloedspuwing, uitteering, ja zelfs een gedeeltelyk verlies der verstandelyke vermogens, gevolgd was. Quintilianus spreektGa naar voetnoot(†) van een dergelyk soort van Gif, op een toon, welke bewyst, dat het toen zeer bekend moet geweest zyn. Men moet niet gelooven, dat deeze uitvinding voor die tyden te groot was, of dat men juist meer kennis van de Scheikunde moest hebben, dan men toen werkelyk had; neen: de Amerikaansche Negers kennen een Gif van deeze natuur in de grootste volmaaktheid, en weeten daar mede zo vaardig om te gaan, dat hy, dien men het wil doen gebruiken, met de grootste zorgvuldigheid, de laagen, die hem gelegd worden, niet ontgaan kan, integendeel zeker, schoon langzaam, dikwyls eerst na eenige jaaren, het leven 'er door verliest. - Maar het Gif der Ouden was wezenlyk van de Aqua Toffania onderscheiden; want het een was, zo als het Gif der NegersGa naar voetnoot(‡), van Planten, of uit Dieren, bereidGa naar voetnoot(§); integendeel dat van toffaniaGa naar voetnoot(**), en brinvillier, zeer zeker een mengzel uit Arsenicum, of lie- | |
[pagina 529]
| |
ver, zo als de Heer hahnemannGa naar voetnoot(*) gelooft, een Arsenikaal Middenzout. Eene walging, kragteloosheid, maagpyn, verval van kragten zonder eene zichtbaare andere oorzaak, eene zekere ongesteldheid, welke men niet kan beschryven, waarop eene uitteering des lichaams, bederf der longen, sleepende koorts, enz. volgen, schynen de tegenwoordigheid van dit gevaarlyk Halfmetaal aan te duiden. Intusschen is het gevoelen, dat het uit Opium en Spaansche Vliegen zoude bereid worden, in laatere tyden, zodanig bekragtigd, dat men byna gelooven zoude, dat 'er noch verscheiden soorten van dit Helsch water aanwezig waren. Het bericht, welk de Abt gagliani 'er van gegeeven heeft, schynt van te veel gewigt te zyn, dan dat men het geheel kan ontkennenGa naar voetnoot(†). De Heer van archenholz bevestigt het insgelyksGa naar voetnoot(‡); maar dat geen, wat hy ten laatsten van het Chineesch gebruik der Spaansche Vliegen, tot versterking van het 6de zintuig, 'er byvoegt, doet denken, dat hy het uit de Espion dévalisé genomen heeft, als welke dezelfde gezegden den Abt gagliani in den mond legt. My schynt de zaak ook daar door eenige waarschynlykheid te verkrygen, dat het Gif, welk in Oost-Indiën, onder den naam van Powst, bekend is, insgelyks water is, 't geen een nacht over uitgeperst Papaver-sap (Opium) gestaan heeft. Men geeft het voornaamlyk aan Vorstelyke en andere aanzienlyke Persoonen, welke stil en heimelyk uit den weg moeten geruimd worden, 's morgens vroeg; het doet hun langzaam uitteeren, zo dat zy | |
[pagina 530]
| |
alle kragten, zelfs het verstand, verliezen, en eindelyk sleepende en byna ongevoelig stervenGa naar voetnoot(*). Als een byvoegsel tot de geschiedenis van toffania, moet men hier over naleezen, het geen labat, in zyne Reise nach Welschland. IV. S. 33, 'er van verhaalt; zy verzond het Gif in kleine platte glaasen vlesjes, met het opschrift: Manna van St. Nicolaus van Bari, en met het afbeeldsel van deezen Heiligen. Men verhaalt, dat uit deszelfs graf, te Bari, in het Koningryk Napels, eene miraculeuse olie zoude druipen, welke door onkundigen en dommen ter geneezing van verscheiden ziekten gebruikt, en daarom menigvuldig onder deezen naam verzonden wordt. Dit was dus het zekerste adres voor het Gif, wyl de tolbedienden hier door van alle verder onderzoek teruggehouden wierden. Als de Onderkoning hier van berigt kreeg, vlugtte dit Wyf van het eene Klooster in het andere, wierd 'er echter uitgehaald en gevangen gezet. Toen maakte de Geestelykheid een vreeslyk geschreeuw, uit hoofde van de belediging haarer geestelyke Vryplaatsen, en hitste het Volk op, welk echter weder gestild wierd, als men uitstrooide, dat zy bekend hadde, alle openbaare bronnen der Stad te hebben willen vergiftigen. Toffania bekende op de pynbank haare misdaaden, noemde die geenen, wien zy het Gif bezorgd hadde, welke daarop uit Kerken en Kloosters weggehaald wierden; verhaalde noch daarenboven, dat zy, 's daags voor haare gevangenneeming, twee kistjes met haar Manna naar Romen verzonden had, en welke ook aan den tol gevonden wierden; niemand echter kwam te voorschyn om ze zich toe te eigenen. Zy wierd geworgd, en, tot bevrediging van den Aarts-bisschop, haar lichaam 's nachts in den tuin van 't Klooster, waar uit men haar gehaald hadde, neêrgeworpen. De Apothecar glaser, van wien reeds gesprooken is, zat, uit hoofde van een tegens hem opgevatten argwaan, eenige jaaren in de Bastille. Hy heeft geschreven: Traité de la Chimie par christophe glaser, welk Boek te Parys in 1667 in 8vo, en in 12mo; ook te Brussel in 1676 in 12mo, en wederom te Lyon in 1679 in 12mo, gedrukt is. |
|