De onherstelbaar verbrooken vriendschapsband.
Eene waare Geschiedenis.
De groote Wysgeer locke hadt een byzonder naauwe Vriendschapsverbintenis, in zyne vroegste jeugd, aangegaan met een Jongeling die in zyne buurt woonde. De agting, welke locke hem toedroeg, ging zo verre, dat hy zyns Vriends belangen aanmerkte als onafscheidelyk met de zyne verbonden, zodanig, dat, wanneer het goed geluk den eenen diende, het geluk des anderen gemaakt was.
Toen nogthans locke de gunst van eenige aanzienlyke Lieden gewonnen hadt, begon de Vriend den gelukstand van locke te benyden; en, het hart van dien braaven Man naar 't zyne beoordeelende, veronderstelde hy, dat deeze, by het vermeerderen zyner Middelen, hem zyne Vriendschap zou onttrekken. - Bezwangerd met dit denkbeeld, poogde hy locke in de hoogagting, welke deeze by zyne Begunstigers verworven hadt, te doen daalen, en dier bescherming voor zich te verwerven, door de ontdekking van alle geheimen, welke locke, in de niets kwaads vermoedende opregtheid zyns harten, aan hem vertrouwd hadt. Dan, bevindende dat alle aanslagen van dien aart mislukten, maakte hy zich schielyk weg; met zich neemende eene aanzienlyke Geldsomme, de eigendom zyns Vriends, welker gemis hy wist dat hem in de uiterste verlegenheid zou dompelen.
Diep, zeer diep, gevoelde locke zich getroffen wegens deeze hooggaande trouwloosheid zyns vermeenden Vriends, en stondt ten hoogsten verwonderd, als hy toen teffens berigt kreeg van de slinksche streeken, reeds vroeger te werk gesteld, om hem in ongunst en ten val te brengen. - Dan locke, steeds onvermoeid werkzaam blyvende in zyne post, en meer en meer zich der bescherminge zyner Voorstanderen waardig maakende, werd tot hooger Eereposten, die ook meer voordeels gaven, opgetrokken.
In deeze gunstige Leevensomstandigheden, werd locke, terwyl hy aan het ontbyt zat, berigt, dat een Man, in een zeer slegt gewaad, hem verzogt te spreeken. Locke, die, te mid-