Iesus (Ihs) Maria Iohannes
En cano voce pia qua (
q)
dicor sancta (
scã)
Maria
Ad mea festa veni qui vis de morte tueri
Signant (
signãt)
m c c c c decem noviesque (
noviesq)
Annum quo Nuenen venientis Jan fuit actor
Dit Opschrift is geschreeven met zeer oude Monnikenletters in oud Monniks Latyn, gelyk ieder Taalkundige ligtlyk bespeurt. De verkortingen (abbreviatuuren) der woorden, die 'er in voorkomen, heb ik tusschen parenthesen hier ingevoegd. - De naam jesus leest men Ihs/ zynde de Opsteller denklyk misleid door de Grieksche H (lange e), welke hy voor onze h heeft aangezien; misschien hadt hy ergens den Griekschen naam Ιησους, welke oudtyds altyd by verkorting met groote letteren op deeze wyze ΙΗΣ, of naauwkeuriger IHC, wierdt geschreeven, geleezen. De Monniken schreeven dien naam oudtyds ook, doch verkeerdlyk, IHS, gelyk nog by hen plaats heeft, en hier van maakte onze Rymer Ihs/ denkende, dat hy zich wel uitsloofde. - Het jaartal in het derde vers schynt twyffelachtig, en kan 1419 of 1490 betekenen. Het vierde vers is onverstaanbaar, of het moet weezen, dat men 'er den Klokkengieter door heeft willen aanduiden, die dan een zekere jan van nunen moet geweest zyn; doch hoe de Versenmaaker hier aan den Genitivus venientis komt, kan ik niet begrypen - Het geheele Opschrift bestaat uit kleine letteren, uitgenomen dat de woorden jesus, johannes en jan, met eene Capitaale letter beginnen; de onderscheidings-tekenen zyn dezelfde als ik ze hier heb afgeschreeven. Thands staan 'er maar twee stukken van de muuren van dien Tooren, en aan de Westzyde vindt men nog in den muur een Steen ingemetzeld, waarop men met groote Latynsche letteren het volgende leest, op deeze wyze:
HIER RVST S QVIRINVS
Volgends de oude overlevering, was quirinus de Beschermheilig van dat Dorp, en ligt ook aldaar begraaven, gelyk dit Opschrift ook niet onduidlyk te kennen geeft.