Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1796
(1796)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– Auteursrechtvrij
[pagina 266]
| |
Verslag van het leeven, de werken en het character, van William Robertson, DD. Opperste der Edenburgsche Hoogeschoole, en 's Konings Geschiedschryver van Schotland.(Uit het Engelsch)
‘Zo zeer is william robertson, door de Vertaaling zyner Schriften, en derzelver sterk vertier, in ons Vaderland bekend, dat hy, als Schryver, als 't ware een Inbooreling mag geagt worden; en zal derhalven een Leevensverslag van deezen Man, en van diens Schryfarbeid, geen onvoeglyke plaats in ons Mengelwerk bekleeden. Grootlyks zal het kunnen strekken om de zodanigen, die deezen Schryver of diens Schriften geheel niet, of slegts by den blooten Tytel, kennen, daar mede eenigzins nader bekend te maaken, en aan te spooren tot het leezen van Werken, die, gelyk derzelver verslag zulks zal uitwyzen, de leezing overwaardig zyn.’
* * * *
William robertson, een der beroemdste Geschiedschryveren deezer Eeuwe, was een van die groote Characters, welks Leeven, in een effen en onveranderden stroom voortvloeijende, aan den Leevensbeschryver weinig stoffe vol van verscheidenheid oplevert; schoon zyne Schriften, met onverminderend genoegen, door de laatste Naakomelingschap, zullen geleezen worden. Aan het verlangen, nogthans, 't geen wy natuurlyk hebben, om iets te weeten van eenen Man, die ons zo veel Onderwys, en teffens zo veel waarlyk Genoegen, schenkt, willen wy kortlyk voldoen. Robertson's Vader was een Leeraar in de Greyfriars Kerk te Edenburg: in den Jaare MDCCXXII werd hem deeze Zoon gebooren. Op de Hoogeschoole te gemelder Stede, begon en volbragt hy den loop zyner Letteroefeningen, op eene wyze die reeds veel goeds en groots beloofde. Onder de Schotsche Geestlvkheid werd hy aangeschreeven in den Jaare MDCCXLIV, en het volgend Jaar tot Leeraar beroepen te Glasmuir, een gering | |
[pagina 267]
| |
Dorp, waar de Pastory hem iets meer dan zestig Ponden Sterlings opbragt. De Algemeene Vergadering der Schotsche Kerk, de hoogste Kerklyke Regtbank in dat Ryk, geeft den Dorp-Leeraar, dien een geringe of wydafgelegene Standplaats ten deel viel, gelegenheid om zich bekend te maaken, na den prys van Welspreekenheid te dingen, en zyne bevordering te bewerken. Op deeze Vergadering deedt onze robertson zich reeds van den beginne af kennen als een Man wiens Bekwaamheden en Welspreekenheid verre boven den algemeenen peil liepen. Hoe veel roems zyne Welspreekenheid en juist Oordeel, op deeze Algemeene Vergaderingen, ook verwierven, was het eerste Werk, 't welk hem buiten dezelve vermaard maakte, eene allervoortreffelykste Redenvoering, door hem gehouden te Edenburg, ter gelegenheid eener Byeenkomst van de Schotsche Maatschappy ten Voortplanting van de Kennis des Christendoms; waar over wy, van 's Mans Schriften gewaagende, vervolgens nader zullen moeten spreeken. Deeze Redenvoering, in den Voortyd des Jaars MDCCLV gehouden, deedt hem groote eere aan; en het is hoogstwaarschynlyk, dat de agting, daar door verworven, den weg baande, dat hy, met eenpaarigheid van stemmen, by eene Volksverkiezing, weinig Jaaren laater, te weeten in het Jaar MDCCLVIII, tot Leeraar in Lady Yesters Parochie, te Edenburg, beroepen wierd. In den Jaare MDCCLXI overleedt de Opperste der Hoogeschool te Edenburg, goldi. Robertson, die zich toen reeds niet alleen als een welspreekend Redenaar, maar als een uitsteekend Schryver, bekend gemaakt hadt, werd niet alleen met den tytel van Kapellaan zyner Majesteit vereerd, maar ook waardig gekeurd om de plaats van goldi te bekleeden, en voorts tot 's Konings Geschiedschryver van Schotland benoemd, en aangesteld tot Leeraar in de Greyfriars Parochie, te Edenburg. Groote Bevorderingen, die ook zyn Inkomen sterk deeden aangroeijen. De waardigheid van Opperste der Hoogeschoole gaf hem een vry Huis, en zyne Jaarlyksche Wedde uit alle de gemelde Beroepen en Eerestanden bedroeg vier honderd en acht-en-tachtig Ponden Sterlings. Dit, gevoegd by de sommen hem toegeteld voor zynen onvermoeiden Schryfarbeid, waar van wy het een en ander vervolgens zullen vermelden, plaatste hem in zeer on- | |
[pagina 268]
| |
bekrompene omstandigheden, die hem lust en gelegenheid gaven om zynen Letterarbeid, onder den loop zyner Beroepsbezigheden, onvermoeid voort te zetten. Zyn Letterarbeid, waar van wy nu een omstandiger verslag moeten geeven. Met den Jaare MDCCLIX gaf hy in 't licht zyne Geschiedenis van Schotland, geduurende de Regeeringen van Koningin maria en Koning jacobus den VI, tot diens komst op den Engelschen Throon; benevens een kort Verslag der Schotsche Geschiedenisse vóór dat TydperkGa naar voetnoot(*). Dit Werk is een der volkomenste van alle Hedendaagsche Geschiedkundige Werken. Het behelst geen dor en droog verhaal der Gebeurtenissen, van cieraad ontbloot, noch is een bloote Geschiedkundige voordragt, geheel in schildering bestaande. De Geschiedschryver toont eene genoegzaame verbeeldingskragt te bezitten om 't Leezers aandagt bezig te houden, gepaard met eene genoegzaame maate van oordeel om de weelderigheid der verbeeldinge te beteugelen. Zyne beschryvingen zyn, om zo te spreeken, bezield; zyne aanmerkingen bondig. Zyn styl is ryk, kragtig en naauwkeurig; schoon 'er misschien, in zommige gedeelten, eene al groote zugt om sallustius te volgen doorstraalt. Hy betoonde veel schranderheids in zodanige gedeelten van onze Geschiedenis, als wy ons gereedlyk herinnerden, aangenaam te maaken, en 'er iet onderhoudends aan by te zetten. Oude stoffen wist hy al de bevalligheid van een hedendaagsch kleed te geeven. Zeer oordeelkundig vermydde hy een al te omstandig verslag van min belangryke en bekende gebeurtenissen. Zyne wyze van verhaalen is beknopt, en vogeest; zyne aanmerkingen zyn veelvuldig, en wel ter snede ingevoegd. - Met één woord, door deeze Geschiedenis van Schotland, welke veelmaalen herdrukt is, verkreeg Dr. robertson eene agting, welke alle de poogingen van zyne wederstreevende Tydgenooten niet in staat waren te verminderen. Men verhaalt, dat voor de Copy deezes Werks de Boekverkooper zes honderd Ponden Sterlings betaalde. Een volgend Werk, door Dr. robertson in 't licht gegeeven, was zyne Historie der Regeering van Keizer | |
[pagina 269]
| |
carel den V; benevens eene Inleiding tot dezelve, bevattende een Tasereel van de Vorderingen der Maatschappy in Europa, zedert den Ondergang van het Romeinsche Ryk, tot aan het begin der Zestiende EeuwGa naar voetnoot(*). - De wyduitgestrektheid en algemeene belangrykheid van het Tydvak in deeze Geschiedenis begreepen, gepaard met de hoogagting, welke onze Geschiedboeker, met zo veel regts, verworven hadt, werkten zamen om het Publiek zo groote denkbeelden daar van te doen vormen, dat misschien geen Werk met meer verlangen te gemoet gezien, of met grooter greetigheid geleezen werd. - Het Eerste Deel, 't welk tot Inleiding strektGa naar voetnoot(†), (behelzende de Vorderingen der Maatschappye in Europa, gelyk de Tytel vermeldt,) is een zeer hoogschatbaar gedeelte van dit Werk; want het dient niet alleen ten sleutel van 't geen volgt, maar mag aangezien worden als eene algemeene Inleiding tot de Beoefening der Geschiedenisse, in dit tydperk, waarin de onderscheide Magten van Europa zich vormden tot een groot Staatkundig stelzel, waarin elk zynen stand nam, in welken zy zints dien tyd gebleeven zyn, (althans tot weinige jaaren geleden,) met minder veranderingen, dan men zou hebben kunnen verwagten, naa de schokken, veroorzaakt door zo veele inwendige Omwentelingen, en zo veele buitenlandsche Oorlogen. - Wat de Geschiedenis zelve betreft, kan het volstaan, op te merken, dat dezelve, met het hoogste regt, gerangschikt wordt onder de Meesterstukken in de Geschiedkunde. Men treft 'er in aan eene fraaiheid van uitdrukking, eene diepte van onderscheiding, en eene juistheid van oordeel, die den Geschiedboeker tot eere strekken. De Characters zyn onnavolgbaar schoon getroffen. Zy zyn niet opgevuld met vergezogte tegenoverstellingen; maar met de zodanige, welke ontstaan uit een zeer scherp en diep indringend doorzigt in de weezenlyke verdiensten van elk Character, onbevooroordeeld afgeleid uit de onderscheidene omstandigheden van elks Gedrag, in de Geschiedenis geschetst. - Voor dit Werk, vinden wy vermeld, dat de Boek- | |
[pagina 270]
| |
handelaar, die de Geschiedenis van Schotland op de voorgemelde wyze betaald hadt, een ongehoorden Prys, te weeten vyf-en-veertig honderd Ponden Sterlings, telde.Ga naar voetnoot(*). Dr. robertson zondt, met den Jaare MDCCLXXVII, zyne Geschiedenis van America in 't licht, bestaande uit Twee Deelen in 4toGa naar voetnoot(†). Dit wydberoemde Werk mag zeer eigenaartig aangezien worden voor een Vervolg van het evengemelde. Het einde van de Vyftiende Eeuwe mogen wy aanmerken als het schitterendst Tydperk in de Jaarboeken der Hedendaagsche Geschiedenisse. Men deedt toen ontdekkingen, welker invloed op de Naakomelingschap werkte. 'Er vielen gebeurtenissen voor, welke eene nieuwe wending gaven aan den geest der Volken. In dat Tydperk, gelyk wy reeds aanmerkten, namen de Europische Mogenheden hun Staatkundig bestaan aan, en schikten zich in standen, welken zy, (met eenige enkele uitzonderingen,) zints behielden, en namen maatregels van gedrag aan, volgens welken zy hunne gedraagingen regelden. Inwendige Verbeteringen gingen nevens uitwendige Voordeelen, met eenen gelyken tred. De Letterkunde en de Kunsten kwamen uit de ruïnen der Oudheid te voorschyn. De uitvinding der Drukkunst bevorderde de herleeving der Geleerdheid, door de beoefening van de Schriften der Ouden gemaklyker te maaken. De Hervorming in den Godsdienst baarde een Geest des Onderzoeks, die, zich tot alles uitstrekkende, den grondslag lei van Weetenschap in 't toekomende. Het Menschlyk Vernuft ontwaakte eindelyk uit een slaap die eeuwen geduurd hadt. De Menschen begonnen te den- | |
[pagina 271]
| |
ken. Om dit schitterend Tydperk te bekroonen, opende een stoutmoedig Zeeman een nieuw tooneel van wonderen. Geleid door een kloek vernuft, en bygestaan door het licht der Wysbegeerte, bestondt columbus de moedigste van alle menschlyke poogingen; zich waagende waar nooit mensch zich gewaagd hadt: op den onbekenden en onbepaalbaaren Oceaan breidde hy de grenzen der kundigheden uit, ontdekte hy een ander Halfrond, en voegde, als 't ware, een nieuw Vastland op den Aardkloot. Voor de Inwoonders van Europa was America, in alle opzigten, eene Nieuwe Wereld. Daar hadt het gelaad der Aarde een ander voorkomen. De Planten, Boomen en Dieren, waren vreemd. De Natuur scheen niet langer dezelfde. Een Vastland deedt zich op, 't welk nieuwlings uit de hand des Scheppers scheen voortgekomen. Het vertoonde Meiren, Rivieren en Bergen, op een grooter schaal gemaakt; en het groeijend Ryk in meer heerlykheid dan in de andere deelen des Aardbols; maar de Diergeslachten in een staat van afneeming, weinig in getal, verbasterd in soort, onvolkomen. Het Menschdom op den eersten trap van vordering; groote en talryke Volken in de ruwste gedaante van den wilden staat, door de Wysgeeren afgemaald: en twee groote Ryken in den laagsten staat van beschaafdheid, welken eenige verhaalen ons onder het ooge bragten, vertoonden aan het Wysgeerig oog, ten deezen tyde, het rykste voorwerp van bespiegeling, ooit in de Jaarboeken der Geschiedenisse ontmoet. De Ontdekking van de Nieuwe Wereld leverde niet alleen een zeer bezienswaardig voorwerp op aan den Wysgeer; maar, door de verandering, welke dezelve te wege bragt, een zeer belangryk vertoon voor het Menschlyk Geslacht. - Toen columbus den steven wendde na onbekende Landen, verwagtte hy weinig, dat hy eene omwenteling zou veroorzaaken in het stelzel der Menschlyke zaaken, en het lot van Europa voor toekomende Eeuwen bepaalen. Het gewigt, derhalven, en de beroemdheid des Onderwerps, trok de aandagt van Wysgeeren en Geschiedschryveren. Gezigten en schetzen van de Nieuwe Wereld werden opgeleverd door bekwaame Pennen; en de schitterendste gedeelten der Americaansche Geschiede- | |
[pagina 272]
| |
nisse heeft men opgeeierd met al den tooi der welspreekenheid. Maar vóór de verschyning van robertson's Geschiedenis van America hadt geen Schryver de rype en diepe naspeuring, welke zodanig een onderwerp vorderde, in 't werk gesteld; of, volgens eene geregeld plan, dat volkomen geheel geleverd, 't welk te verschaffen het werk is van den Geschiedboeker. En, gelyk het onderwerp, 't welk onze Schryver nam, groot was, zo voerde hy 't zelve ook meesterlyk uit. Het Character zyner voorige Werken vertoonde zich ook in dit, en viel elk in 't ooge. Deeze waren met algemeene bewondering geleezen. Toen de Geschiedenis van Schotland eerst het licht zag, en de Schryver nog geen naam gemaakt hadt, keurde Lord chesterfield het in styl en fraaiheid gelyk aan het Werk van livius. Robertson's Letterroem bepaalde zich niet tot zyn eigen Land. Het getuigenis van Europa vereenigde zich welhaast met dat van Engeland. Men mag het, in de daad, als iets kenmerktekenends opgeeven van robertson's schryfwyze, dat hy, in geene gemeene maate, die weldoorgehoudene en nergens bezwykende verheevenheid bezit, welke voegt aan Opstellen van de verheevenste soort; en, in zyne Geschiedenis van America, spreidde hy die gelukkige vereeniging ten toone van kragt en bevalligheid, welke aan de deftigheid der Geschiedkunde voegt. - In dat gedeelte deezes Werks, 't welk de Beschryving behelst van America by de eerste Ontdekking, en de Wysgeerige naspeuring van de Zede- en Staatkunde der oude Inwoonderen, spreidt hy, daarenboven, zo veel geduldige naspeuring en gezonde Wysbegeerte ten toon, verschaft zulk een overvloed van schoone en belangvolle Beschryvingen, en levert zulk eene verscheidenheid en rykheid op van fraaijen Schryftrant, dat toekomende tyden waarschynlyk daar op zullen wyzen, als dat gedeelte zyner Werken, 't welk het beste denkbeeld geeft van 's Mans Vernuft, en als het meest voltooidste van al zynen Schryfarbeid. Met den Jaare MDCCLXXXVII kwam 'er eene Vertaaling in 't licht van Abt clavigero's Geschiedenis van Mexico. In dit Werk maakte die Schryver verscheide aanmerkingen, hier en daar strekkende om het gezag, 't welk robertson's Geschiedenis van America verkreegen hadt, te verminderen. Deeze aanval zette onzen | |
[pagina 273]
| |
Geschiedboeker aan om zyn Werk over te zien, en onderzoek te doen na den grond der bezwaaren, door den Geschiedschryver van Nieuw-Spanje daar tegen ingebragt. Het blykt dat hy dit gedaan hebbe met behoorlyke aandagt op het aanbelang der betwiste zaaken en op de algemeene belangen der waarheid. De uitslag zyner waarneemingen gaf hy in den Jaare MDCCLXXXVIII uit, onder den Tytel: Additions and Corrections to the former Editions of Dr. robertson's History of America. - In veele der betwiste plaatzen beantwoordt hy ten vollen den Abt clavigero, en verdedigt zichzelven; op andere erkent hy openhartig de verbetering, en gaf dus eene bykomende waarde aan zyn eigen WerkGa naar voetnoot(*). De Letterarbeid van Dr. robertson blykt een einde genomen te hebben in den Jaare MDCCXCI, met de Uitgave van zyn Geschiedkundig Onderzoek, wegens de Kennis, die de Ouden hadden van Indie, en den Voortgang des Koophandels op dat Land, vóór de Ontdekking van den Weg derwaards om de Kaap de Goede Hoop. Met een Aanhangzel, behelzende Waarneemingen over het Staatsbestuur, de Wetten, de Geregtshandelingen, de Kunsten, de Weetenschappen en Godsdienstige Instellingen, der IndiaanenGa naar voetnoot(†). - Het leezen van Major rennell's Memorie tot opheldering van diens Kaart van Indostan deedt by Dr. robertson het plan gebooren worden, om, volkomener dan hy in zyne Geschiedenis van America gedaan hadt, naa te speuren, welke kundigheden de Ouden van Indie bezaten, en om te wikken wat zeker, wat onzeker, of fabelagtig, was in hunne berigten van dat wydafgelegen Land. Van des Schryvers Werken heeft dit het minst wydstrekkend plan; dan in zyn | |
[pagina 274]
| |
Geschiedkundig Onderzoek ontdekken wy dezelfde onvermoeide geduldigheid in het verzamelen der Bouwstoffen, hetzelfde keurig oordeel om ze te rangschikken, dezelfde klaarheid in 't verhaalen, en de eigenste toelichtende opheldering, welke des Schryvers voorige Werken, zints langen tyd, ten vermaake van den Engelschen Leezer hebben doen strekken, en den roem van deezen Schryver buiten 's Lands hebben uitgebreid. - Te Madrid werd hy, van wegen zyne Historie van carel den V, en zyne Geschiedenis van America, met eenpaarigheid van stemmen, tot Medelid van de Koninglyke Academie der Geschiedenisse, in den Jaare MDCCLXXVII, verkoozen. Eene Verkiezing, die den Spanjaarden zo wel als robertson tot eere strekt. Als Godgeleerde weeten wy met dat Dr. robertson immer iets in 't licht gave, behalven de boven aangevoerde Redenvoering, getyteld: De Gesteltenis der Wereld ten tyde van christus Komst in de Wereld, en het Verband daar van met den Opgang van dien Godsdienst, overwoogenGa naar voetnoot(*). Ten grondslage lag de Redenaar de woorden van paulus, Coloss. I: vs. 26. Naamlyk de Verborgenheid die verborgen is geweest van alle Eeuwen en van alle Geslachten, maar die nu geopenbaard is aan zynen heiligen. Onze schrandere Leeraar nam uit deeze woorden gelegenheid om eenige byzonder merkwaardige omstandigheden in de Gesteldheid des Menschdoms op te merken, welke aanweezen, dat god de Verborgen eid van het Euangelie geopenbaard hadt op eenen tyd, wanneer de Wereld zulk eene Openbaaring het meest behoefde, en best geschikt was om dezelve te ontvangen. Om te doen zien, dat de Christlyke Godsdienst bekend gemaakt was op den voeglyksten tyd, treedt hy tot eene beschouwing van den Zedelyken, Staatkundigen, Godsdienstigen en Huishoudelyken Staat, der Wereld, omtrent den tyd der Verschyninge onzes Zaligmaakers in deeze Wereld. - Het onderwerp deezer Redenvoeringe is zo weetenswaardig als gewigtig, en behandeld op eene wvze, zo onderhoudend als leerzaam. Robertson was de Redenaar! Dr. robertson, wiens korte Leevenschets wy ge- | |
[pagina 275]
| |
geeven, van wiens Werken wy verslag gedaan hebben, besloot zyn onvermoeid arbeidzaam en hoogst nuttig leeven op den elfden van July MDCCXCIII, te Grange House, niet verre van Edenburg, naa eene sleepende Ziekte, welke hy verdroeg met een voorbeeldlyken moed en onderwerping. In waarheid mag, ten zynen opzigte, gezegd worden, dat niemand meer geagt leefde, en niemand meer hartlyk betreurd stierf. - Onvermoeid in zyne Letterkundige naspeuringen, en van de Natuur een gezond en kloek Verstand ontvangen hebbende, verkreeg hy een grooten voorraad van nuttige kundigheden, die een ruim veld openden ter tewerkstelling zyner buitengemeene bekwaamheden, het geen hem tot zulk eene uitsteekende hoogte in het Gemeenebest der Letteren opvoerde. Als Bedienaar van het Euangelie betoonde hy zich een getrouw Herder; hy verdiende en verwierf de hoogagting en liefde zyner Gemeente. Volyverig betoonde hy zich in zyne Godsdienstverrigtingen. Zyne Godsdienstigheid was vry van gemaaktheid, vry van Geestdryverye; zyne Leerredenen bestonden in duidelyke Verklaaringen der Schriftuure, en vloeiden voorts over van kragtige en dringende redenen. Zyn ommegang was vriendlyk, onderhoudend, leerzaam; zyn voorkomen gespraakzaam, behaaglyk en inneemend. - Van de twee Partyen, in welke de Schotsche Kerk, zints langen tyd, verdeeld was, de Hofparty naamlyk en Volksparty, behoorde robertson tot de eerstgemelde. Dr. robertson liet drie Zoonen en twee Dogters naa. De oudste Zoon is Procureur der Schotsche Kerke, en Advocaat. De tweede Zoon is Capitein, en onderscheidde zich, onder Lord cornwallis, dermaate, dat hy van dien Veldheer den hoogsten lof wegdroeg. De derde Zoon is desgelyks in 't Leger geplaatst als Officier. Van de Dogters is de eene gehuwd geweest aan wylen john russel, Esq.; de andere aan patrick brydone, Esq. F.R.S. Schryver van de bekende Reize door Sicilie en MalthaGa naar voetnoot(*). |
|