neer ik dezulken aantrof, die, tot de laatste oogenblikken, de verregaandste ongevoeligheid - ja hardnekkigheid, betoonden, waar van ik nu een geducht voorbeeld ga verhalen.
In den Jare 1777 wierden, van Java's Noord-Oostkust, op Batavia gevankelyk overgebracht een Bootsman, en vier Matroosen; - de namen zal ik niet noemen, om geenen hunner naastbestaanden, buiten noodzake, te bedroeven: - zy hadden, op een gewapend Vaartuig, het opzicht over eene kleine inlandsche Flotille gehad, om, langs gemelde Kust, op de Zeerovers, die 'er in menigte gevonden worden, te passen, en anderen, tegen derzelver aanval, te beschermen; - een Vaartuig met 33 vreedzame en weerloze javanen, die hunnen handel wilden voortzetten, ontmoette hen, en deeze wierden de voorwerpen hunner gevloekte begeerlykheid en voorbeeldeloze wreedheid; - onder het valsch voorwendsel, dat zy hen voor Zeerovers hielden, vallen zy hen aan, bemagtigen zeer gemakkelyk het Vaartuig, met de daarin zynde goederen, - binden de 33 weerloze Javanen, en gaan ze, baldadig en al scherisende, een voor een, het hoofd afhakken: - men wedde zelf, onder elkanderen, wie, op de behendigste wyze, deeze wreedheid zou kunnen uitoefenen; - de een nam aan, die Javaan in eens, - een ander, geenen in twee hakken, het hoofd af te houwen; - 31 deezer ongelukkige slachtoffers waren reeds, op zulk eene, meer dan barbaarsche, wyze, naar de eeuwigheid gezonden, toen twee van hen zich, zoo gebonden als zy waren, - met draaijen en wenden, - uit benaauwdheid, over boord in Zee, lieten vallen, om den moordbyl te ontduiken; het Vaartuig zeilde, intusschen, voort; - men zag hen niet, en dacht, zy waren verdronken. - Maar, wat gebeurt 'er? 't Is bekend, dat de Inlanders, in Asia, op het zwemmen en duiken zeer afgericht zyn, zoo dat ik ze, in deezen, meermalen by de Endvogels vergeleek, althans, dit ook redde deeze twee Javanen; zy kwamen, per varios casus, levendig aan land. - De Heer j.r. van der burgh, toen Gouverneur van Java's Noord-Oostkust, (een der braafste, kundigste en eerlykste,
Compagnies dienaren, die ik immer kende, en die my deeze gebeurtenis naderhand zelf verhaalde,) kreeg door hen bericht van dit ysselyk geval: na verloop van eenigen tyd komt de Bootsman, met zyne Matroosen en Vaartuig, op Samarang te rug, in veronderstelling, dat niemand ergens van wist, althans geen erg hebbende op de twee, over boord geworstelde, Javanen, die zy, voorzeker, voor verdronken hielden; - dan de Gouverneur liet ze allen in hegtenis neemen, - zy kwamen voorts tot bekentenis, en hun Vonnis wierd, door den Raad van Justitie aldaar, opgemaakt, om onthoofd te worden: deeze straf kwam den Gouverneur niet geëvenredigd aan de misdaad, en overeenkomstig met de Wet, voor; - hy belette