Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1796
(1796)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– Auteursrechtvrij
[pagina 214]
| |
Over den Invloed van het Landbouwend Leeven op de Wetten.Dit onderwerp behandelende, zal ik eerst spreeken van de Wet der Volken. De vordering in beschaafdheid, door den Landbouw ingevoerd, en misschien de aart deezer bezigheid zelve, deedt groote aandagt vestigen op de Wet der Volken. Dit werd, althans, voorgewend, onder de Romeinen zeer in agt genomen te zyn, als die dit tot een groot werktuig maakten van hunnen roem en invloedGa naar voetnoot(*). Geen Oorlog werd door hun aangevangen, vóór dat men de regtmaatigheid daar van onderzogt hadtGa naar voetnoot(†), en geen daad van Vyandlykheid gepleegd, zonder eene openbaare voorafgaande Oorlogsverklaaring. Men was op dit stuk zo naauwgezet, dat men het voor eene verbreeking van het Regt der Volken hieldt, daaden van Vyandlykheid, zelfs in Oorlogstyden, te pleegen, zonder dat iemand van Krygsberoep, of die den Eed als Krygsman gedaan hadt, des verwittigdeGa naar voetnoot(‡). Dit zelfde Volk betuigde desge- | |
[pagina 215]
| |
lyks zich heilig te houden aan Woord en Belofte den Vyand gedaan. Dus keerde regulus van Rome na Carthago weder; en de Romeinen, die naa den Slag by Cannoe door hannibal na Rome waren afgezonden, om over eene uitwisseling der Gevangenen te raadpleegen, werden allen door den Raad te rug gezondenGa naar voetnoot(*). Het is eigenaartig, te denken, dat de Wetten des Oorlogs onder een Landbouwend Volk milder en zagter zyn dan by andere. De oude Romeinen behandelden de te onder gebragte Volken zeer zagt, die in hun eigen Volk inlyvende en dezelfde Voorregten vergunnendeGa naar voetnoot(†). In de daad de Grondregels van deezen aart, die openlyk beleden en aanbevolen werden, zelfs in de laatste tyden van het Gemeenebest, waren menschlyk en edelmoedigGa naar voetnoot(‡). Wilden en Barbaaren, integendeel, handelden zeer wreed met de Overwonnenen; en zelfs de Grieken waren verre van eene zagte behandeling in dusdanige omstandigheden. De beschaafde AthenersGa naar voetnoot(§) gaven bevel, dat het Scheepsvolk van twee Galeien, door hun genomen, over boord of van eene steilte in Zee zoude geworpen worden; zy beslooten, in den vollen Raad, alle Gevangenen, die zy zouden bekomen, de rechterhand af te snyden. - In wedervergelding van die wreedheid, bragten de Spartaanen en dier Bondgenooten, naa den Slag by AEgos Potamos, alle de Krygsgevangenen, op de Atheners gemaakt, om 't leeven, uitgenomen adimanthus, die zich tegen het gemelde Raadsbesluit verzet hadtGa naar voetnoot(**). - Die zelfde Atheners doemden ook, by een openbaar besluit, ter verdel- | |
[pagina 216]
| |
ginge al het Volk van Scione dat manbaare jaaren bereikt hadt; en bevalen, alle de Inwoonders van Melos en de Stad Mitylene, zonder uitzondering, om 't leeven te brengenGa naar voetnoot(*). - Het Volk van Cocyra, Epidamnum vermeesterende, bragt alle de Krygsgevangenen, uitgenomen de Corinthiers, om 't leevenGa naar voetnoot(†). De Romeinen, 't is waar, betoonden, in eenige gevallen, eene groote maate van gestrengheid ten aanziene van de Overwonnelingen; Carthago, Numantia, Corinthen en eenige andere plaatzen leveren 'er voorbeelden van op. Maar, zelfs in die gevallen, schoon zy de Steden verdelgden, vermoordden zy de Inwoonders niet, en de verdelging der Steden rustte meer op een Staatkundig beginzel dan op voldoening van wraakeGa naar voetnoot(‡). Het valt niet moeilyk reden te geeven van deeze verschillende handelwyzen in de boven aangeduide Leevensstanden. Wilden, die van de Jagt leeven, kunnen geen groot aantal vermeerderaaren der Inwoonderen toestaan; dewyl hunne middelen van bestaan, naar dezelfde evenredigheid, moeten verminderen: en dit niet alleen uit hoofde van de meerdere voorraadbehoefte, door het meerdere getal veroorzaakt, maar ook ter oorzaake van het meerder verdelgen des Wilds op de plaatzen waar de volksmenigte grooter wordt. Volken, desgelyks, die van den Veeteelt bestaan, zyn ten opzigte van het getal der Inwoonderen bepaald: dewyl de grond, dien zy beslaan, alleen het houden van een zeker aantal gedoogt. Allen, derhalven, die boven dit getal loopen, moeten ten last, ja zelfs eenigermaate gevaarlyk, weezen. Geen wonder, derhalven, dat Volken, in deeze beide Standen leevende, niet verkoozen met een groot aantal Gevangenen overlaaden te worden. Maar in Landbouwkweekende Staaten is het geval geheel anders. Elke nieuwe toevoer van Volk, ten min- | |
[pagina 217]
| |
sten tot zeker getal, is een aanwinst van rykdom, en brengt zelfs meer toe tot de middelen van bestaan, dan tot de verteering daar door gemaakt. Het heeft, overzulks, niets vreemds in, dat de Romeinen, die, uit hoofde van het bevlytigen op den Landbouw, zeer gemaklyk eene vermeerdering van Volk konden dulden, de Overwonnenen in hunne Maatschappy opnamen, en dezelven tot werktuigen van hunne magt en grootheid gebruiktenGa naar voetnoot(*). De oude Grieken bevonden zich, integendeel, in verscheide opzigten, in den staat der meer bepaalde Volken. De kleinheid hunner Staaten, de vryheid van hun Staatsbestuur, en de zekerheid van Eigendom, maakten dit Land zeer digt bevolkt: terwyl het weinig agt slaan op den Landbouw het Land bezwaarlyk in staat stelde om de Inwoonders te voeden. - Van hier de gereedheid met welke zommige van deeze Staaten Volkplantingen uitzonden, zelfs in zulk een getale, dat het ons ongelooflyk toeschynt, als wy de uitgestrektheid van het Moederland in aanmerking neemen. De Trachiniaanen ontvingen, op éénmaal, eene Volkplanting van vier duizend Man uit SpartaGa naar voetnoot(†), 't welk by lange in Volkrykheid niet uitstak, ten minsten niet in aantal van vrye lieden, die wy mogen veronderstellen dat alleen tot Volkplantingen gebezigd werden. | |
[pagina 218]
| |
Wanneer timoleon uit Syracuse dionysius verdreeven hadt, vondt hy dat daaromstreeks het land zeer ontvolkt was door Dwinglandy, Oorlog en Partyschap; diensvolgens verzogt hy uit Griekenland eenig nieuw Volk om die ontvolkte oorden te bevolken. In gevolge hier van werden 'er vyftig duizendGa naar voetnoot(*) overgezonden, die zich daar nederzetten. Het is hoogstwaarschynlyk, dat, indien deeze Menschen t'huis voeglyk hadden kunnen bestaan, zy bezwaarlyk zulke uittochten zouden ondernomen hebben; inzonderheid daar ze blyken geschied te zyn met toestemming der Moeder-staaten. Misschien was deeze bezwaarlykheid, om het Volk genoegzaam onderhoud te verschaffen, een der redenen, waarom de oude Grieken zo weinig verknogtheid aan hun Geboortegrond betoonden. Op de Lyfstraflyke Wetten eens Lands heeft de Landbouwlyke Leevenswyze desgelyks eenen aanmerklyken invloed. - De vordering tot beschaafdheid doet de voorwerpen der Wetten te beter kennen en in agt neemen, en de Wetten zelve beter ontzien en gehoorzaamen. Misdaaden beginnen aangezien te worden als openbaare beledigingen, en niet alleen als een ongelyk een byzonder Persoon aangedaan. Het algemeen Character der Lyfstraflyke Wetten is in zulk een Leevensstand zagt, en Doodstraf valt weinig voorGa naar voetnoot(†). De Menschen vermenigvuldigen, in een Land waar men deeze Leevenswyze volgt, zelden sterker dan het Land kan voeden: ja kunnen zy, over 't algemeen, hoe meer zy vermenigvuldigen, des te beter bestaan. Te deezer oorzaake is elk Lid voor de Maatschappy van waarde, en ingevolge hier van zyn de Wetten zagt te hunner behoudenisse. Dit geeft ons eene rede aan de hand, waar- | |
[pagina 219]
| |
om de oude Romeinsche Wetten zo schroomagtig waren om Doodstraffe vast te stellenGa naar voetnoot(*). Ja, zelfs in de Staatkundige Onlusten binnen Rome, geduurende de vroegste Tydperken, werd 'er weinig bloeds gestort door den Scherpregter, schoon de Geschillen veelvuldig waren, en hoog liepenGa naar voetnoot(†). - Volgende tyden leverden voorbeelden van het tegendeel deezer zagtaartigheid van de Voorvaderen op, toen marius en sylla, en vervolgens de Driemannen, op den Staat losgingen. Maar, ten dien tyde, hadt Zedebederf de Staatsgesteltenis omver geworpen; en het is waarschynlyk, gelyk de Heer hume zeer schrander aanmerkt, dat de zagtheid der Oorspronglyke Wetten, voor geen gering gedeelte, oorzaak was van de volgende WreedhedenGa naar voetnoot(‡). Alle Doodstraffen door de Wet verbooden zynde, hoe misdaadig en gevaarlyk een Burger ook mogt weezen, kon hy geregeld niet anders gestraft worden dan door Uitbanning; het werd, diensvolgens, een gebruik, in Staatsomwentelingen, door Partyschappen veroorzaakt, het zwaard van byzondere Wraakneeming te trekken: en viel het niet gemaklyk, wanneer de Wetten éénmaal geschonden waren, paalen te zetten aan die gewelddaadige en bloeddorstige handelwyzen. Was 'er eene wettige wyze voorhanden geweest om hunne Vyanden binnen bereik te krygen, het is waarschynlyk dat ieder Party daar de toevlugt toe zou genomen hebben, uit hoofde van het voorwendzel daar in te vinden. De handelingen, de onderzoekingen, zouden dan openbaar voorgevallen weezen, 't welk geen geringe breidel is tegen het onvoegelyk uitvoeren van regterlyk gezag; het uitstel, te zulker gelegenheid noodzaaklyk, zou, door de driften te laaten bekoelen, het leeven bespaard hebben van veelen, die niet byzonder in den haat waren by de hoofden van Party. Maar, wanneer de teugel gevierd was aan byzondere wraakneeming, | |
[pagina 220]
| |
en de strafuitvoering oogenbliklyk geschiedde, en zonder geregtlyk onderzoek, waren alle voorwendzels genoegzaam, en werden 'er veelen verdelgd, niet als vyanden van de party, maar uit beweeggronden van gierigrigheidGa naar voetnoot(*), willekeur en de verfoeilykste driften. Zo brengt, volgens de aanmerking van hume, het eene uiterste het andere voort. Op dezelfde wyze als strengheid in de Wetten geschikt is om groote slapheid in de uitvoering te wege te brengen, zo veroorzaakt derzelver te groote slapheid eigenaartig wreedheid en barbaarschheid. Het is gevaarlyk, ons, in eenig geval, te dwingen, derzelver heilige grenspaalen te overschreeden. Het Volkscharacter, egter, moet ontleend worden uit de Wetten zelve, niet uit de bovengemelde ongeregelde handelingen.
(Het Vervolg hier na.) |
|