| |
De geschiedenis der vrouwlyke sexe.
In eenige Brieven.
III. Brief.
Ongelukkige staat der Vrouwen in America; in Siberien. - De Vrouwen gekogt. - Aandoenlyke Geschiedenis eener Americaansche Vrouwe. - Verbeterde staat der Vrouwen by beschaafde Volken.
Overeenkomstig met het geen ik in mynen laatsten Brieve voorstelde, gaa ik thans voort, om te verklaaren, op welk eene wyze de Veelwyvery hervoortkomt uit woestheid van Zeden, en Wellustigheid onder warme Lugtstreeken.
Wat het eerste aanbelangt, zagtheid van aart, eene allerbelangrykste hoofdtrek in 't Vrouwlyk Character, vertoont zich na buiten door minzaamen opslag van oogen, en bevallige zeden. Dan zulke bevalligheden zyn naauwlyks te ontdekken by eene Vrouw in den onbeschaafden staat, en zelfs in den beschaafdsten zouden zy niet opgemerkt worden door het oog van eenen Man, in barbaarschheid groot geworden. By de Wilden zyn Sterkte en Stoutmoedigheid de eenige hooggeschatte hoedanigheden; deeze ontbreeken der Vrouwlyke Kunne in eene hooge maate; en, te deezer oorzaake, worden ze by de Mannen veragt, als Weezens van een minderen rang.
| |
| |
De Noord-Americaansche Stammen beroemen zich op een ledig leeven: de sloovende arbeid vernedert een Man in hunne oogen, en is alleen voor de Vrouwen geschikt. Jonge Lieden in het Huwelyk te verbinden is diensvolgens het werk der Ouderen; en zou het eene onverschoonlyke laagheid in den Bruidegom weezen, eenige genegenheid tot de Bruid te toonen. - De Jongelingen onder de Hottentotten worden in 't gezelschap met heden van hooger jaaren toegelaaten als zy achttien jaaren bereikt hebben; en naa dien tyd wordt het hun tot schande gerekend met Vrouwen gezelschap te houden. - In Guiana eet de Vrouw nimmer met haaren Man; maar staat hem naa het houden van elken maaltyd te wagten met water, op dat hy zyne handen wassche. - Op de Caribeesche Eilanden staat het eener Vrouwe niet vry in tegenwoordigheid van haaren Man te eeten. Nogthans verzekert ons labat, in zyne Reizen na de Americaansche Eilanden, dat de Vrouwen aldaar met zulk een wilvaardigheid en ontzag gehoorzaamen, dat zy nimmer hunne Mannen reden geeven om haar de verschuldigde pligten indagtig te maaken; ‘een voorbeeld,’ voegt hy 'er nevens, ‘der naavolginge waardig van Christen-Vrouwen, die dagelyks van den Predikstoel onderweezen worden in de Pligten van Gehoorzaamheid en Huwelykstrouwe; doch met weinig vrugts.’ - Dampier merkt in 't algemeen op, dat, onder alle wilde Volken, welke hy kende, de Vrouwen de pakken draagen, terwyl de Mannen vooruit wandelen, met niets dan met hunne Wapenen belast. Vrouwen zelfs van hooger rang worden niet beter behandeld. De Souverein van Giaga, in Africa, heeft veele Wyven, die letterlyk zyne Slavinnen zyn. Deeze draagt zyn Boog, eene andere zyne Pylen, eene derde geeft hem te drinken; en terwyl hy drinkt vallen zy alle op de knieën neder, klappen in de handen, en heffen een gezang aan. - Niet veele
eeuwen geleden was 'er een Wet in Engeland gemaakt, welke het leezen van het Nieuwe Testament aan Vrouwen, Leerlingen en Werklieden, verboodt. Welk een jammerhartig figuur moeten de Vrouwen in dien tyd gemaakt hebben! - In Siberien, zelfs in Rusland, de Hoofdstad uitgezonderd, behandelen de Mannen de Vrouwen allerwegen als Slavinnen. De inrigtingen van Czaar peter den I bragten het Huwelyk onder lieden van rang op een agtenswaardiger voet; egter zyn de zeden der Russen nog zo onbeschaafd, dat het dwinglandsch behandelen der Vrouwen verre is van uitgerooid te weezen.
| |
| |
De laage staat der Vrouwlyke Sexe onder de Wilden en Barbaaren baande den weg tot Veelwyvery. Wilden, geprikkeld door een smaak voor verscheidenheid, en nog meer door trotsheid, die zich streelt met een aantal dienstbaaren, scheppen vermaak in eene menigte van Vrouwen. Het beginzel om te paaren, schoon geworteld in de menschlyke Natuure, vertoont zich laag onder de Wilden, zich overgeevende aan elken ongeregelden lust; en dit geeft ons eene voldoende rede op, waarom de Veelwyvery ten eenigen tyde algemeen was. Men zou veelligt denken, dat dierlyke liefdedrift, al was 'er niets anders, de Vrouwen tot zekere maate van hoogte van agting by de Mannen zou gebragt hebben; maar de Mannen onder de Wilden zyn geheel en al vreemdelingen in 't geen welvoeglykheid mag heeten; zy voldoen dierlyke drift met zo weinig omslags als eeten en drinken.
Hier uit blykt de rede van eene Gewoonte, welke de zodanigen moet verbaazen, die geene kennis hebben aan oude Gebruiken; deeze is, dat Vrouwen tot Wyven gekogt wierden, even gelyk men andere Goederen koopt. De Vrouwen werden door het Huwelyk Slavinnen, en geen Vader zal zyne Dogter ter Slavinne geeven, of hy moet 'er de waarde voor ontvangen. Dit verkoopen was algemeen. Ik maak een aanvang met de Jooden. Abraham kogt rebecca, en gaf haar zynen Zoon izaak ter Vrouwe. Jacob, niets anders te geeven hebbende, diende laban veertien Jaaren voor twee Vrouwen. In de Iliade biedt agamemnon zyne Dogter achilles ter Vrouwe aan, met de verklaaring dat hy voor haar geen prys zal vraagen. Pausanias verhaalt van danaus, dat hy, geene Vryers zich opdoende om eene zyner Dogteren ten Huwelyk te vraagen, liet bekend maaken dat hy ze zonder Bruidschat te eischen zou geeven. By homerus vindt men veelvuldig gewag gemaakt van Huwelyksgaven van den Bruidegom aan de Bruids Vader. Uit de benaaming van Gaven is het waarschynlyk, dat de vroegere wyze van koopen in onbruik begon te geraaken. Vóór den tyd van aristoteles was zulks in onbruik; hy leidt 'er uit af, dat hunne Voorvaders een zeer ruw Volk moeten geweest zyn. De oude Spanjaarden kogten hunne Vrouwen. Wy hebben het gezag van herodotus en heraclides ponticus, dat dit gebruik ook in Thracie plaats vondt. Laatstgemelde Schryver voegt 'er nevens, dat, indien eene Vrouwe slegt behandeld wierd, haare Bloedverwanten haar konden wedereischen; mits de som, voor welke hy ze gekogt hadt, wedergeevende.
| |
| |
In de Romeinsche Wet wordt gewag gemaakt van een Huwelyk per oes et libram; zodanig een Huwelyk werd geslooten door eene hoeveelheid van Koper neder te leggen, met een schaal om dezelve te weegen, en dit nam men voor den prys voor de Bruid betaald. Dit moet, ten eenigen tyde, iet weezenlyks geweest zyn, schoon het tot eene loutere plegtigheid afdaalde, naa dat het voor eene Romeinsche Bruid de gewoonte geworden was, eene Huwelyksgave met zich te brengen.
De Babyloniers en Assyriers bragten, op vastgestelde tyden, alle de huwbaare Dogters byeen, en beschikten 'er over by opveiling. Rubrugius verhaalt, in zyne Reis na Tartaryen, gedaan in den Jaare 1235, dat ieder Man daar zyne Vrouw kogt. Zy gelooven, voegt hy 'er nevens, dat hunne Vrouwen hun in eene andere wereld dienen gelyk in deeze; te welker oorzaake eene Weduwe geen kans heeft tot een tweeden Egtgenoot, als welken zy in eene andere wereld niet kan ten dienste staan. - Olaus magnus, aanmerkende dat onder de oude Gothen geene Huwelyksgave van de zyde der Bruid gegeeven wierd, geeft 'er eene reden van op, misschien beter geschikt voor den tyd in welken hy leefde, dan voor den tyd dien hy beschryft: ‘Onder de Gothen gaf een Man eene Huwelyksgave voor zyne Bruid, in stede van 'er een met haar te ontvangen, om daar door trots en onbeschoftheid voor te komen, die doorgaans de Rykdommen aan den kant der Vrouwe vergezellen.’ Als of het gevaar van trots in eene Vrouwe een Man kon wederhouden van een Huwelyksgave met haar te ontvangen. Een droeve Leerstelling voor eene ryke Erfdogter!
Giraldus cambrensis zegt, in zyne Beschryving van Wales, dat men daar voorheen naauwlyks immer trouwde zonder eene voorige zamenwooning: dewyl het de gewoonte was voor Ouders hunne Dogters aan eenen Jongeling eenigen tyd ter proeve te geeven, voor een nedergetelde geldsomme, die eene boete was als de Dogter wedergegeeven werd. Dit geloof ik is een misslag. Het dunkt my veel waarschynlyker, dat de Mannen in Wales hunne Vrouwen kogten, gelyk de geheele Wereld door geschiedde, met vryheid om ze te rug te geeven, indien ze niet behaagden. De Bruids Ouders hielden de Huwelyksgave; en haar kans om een Man te krygen was zo groot als ooit.
Dezelfde gewoonte houdt stand onder Barbaarsche Vol- | |
| |
ken. Men treft die aan onder de Tartaaren, onder de Mingreliers, onder de Samojeden, onder de Ostiaken, onder het Volk van Pegu, en op de Moluksche Eilanden. Op Timor, een Eiland in de Oost-Indien, verkoopen de Mannen hunne Kinderen, om meer Wyven te koopen. De Prins van Circassia vorderde van den Prins van Mingrelie, die zyne Dogter ten Huwelyk vroeg, honderd Slaaven, belaaden met Tapyten en ander Huisraad, honderd Koeijen, honderd Ossen, en even zo veele Paarden. Wy weeten dat het zelfde gebruik in Africa plaats grypt, byzonder in Beledulgurid, onder de Negers aan de Zeekust, en in Monomotapa. - Onder de Caribees is 'er een geval, waarin een Man eene Vrouw verkrygt zonder voor haar te betaalen. Naa eenen gelukkig gevoerden Oorlog, worden de Overwinnaars onthaald op een Feest. By de Feestviering doet de Veldheer een Lofrede op de jonge Krygshelden, die de uitsteekendste proeven van dapperheid gaven. Ieder Vader, die eene huwbaare Dogter hadt, betoonde zich vaardig om haar aan zulk een jongen Held, zonder eenigen prys 'er voor te ontvangen, aan te bieden.
Het koopen van Vrouwen is algemeen onder de zwervende Arabieren. Wanneer de koop geslooten is, staat het den Bruidegom vry zyne Bruid te bezoeken. Indien zy aan zyne verwagting niet beantwoordt, mag hy haar wedergeeven; maar hy heeft geen eisch op den betaalden prys. De binnenlandsche Negers zyn beschaafder dan de Kustbewooners, en zyn 'er onder hun naauwlyks eenige voetstappen meer overig van het koopen der Huisvrouwen. De Bruidegom geeft een geschenk aan de Bruid, en de Vader doet 'er een aan hem. - 'Er zyn in Rusland overblyfzels van het koopen der Vrouwen. Zelfs tot den tvd van Czaar peter den grooten trouwden de Russen zonder elkander gezien te hebben; en vóór de Huwelyks-bevestiging ontving de Bruid van den Bruidegom een geschenk van gebak en andere kleinigheden.
Het koopen eener Vrouwe maakte het tot een wettig gebruik eene Vrouw te leenen gelyk men een Slaaf leent. De Spartaanen deeden zulks aan hunne Vrienden; cato, de oude, wordt desgelyks gezegd dit gedaan te hebben. De Indiaanen van Calicut verwisselen menigwerf hunne Vrouwen.
Indien ruwe Zeden alleen genoegzaam zyn om de Vrouwlyke Sexe te vernederen, de Vrouwen mogen ook rekenen op eene harde behandeling als zy tot Slavinnen
| |
| |
gekogt worden. De Giagas, een stoutmoedig en zwervend Volk in de middelste gedeelten van Africa, die den tyd t' huis in de volslaagenste ledigheid doorbrengen, onderwerpen hunne Slaaven en Vrouwen aan den hardsten arbeid, als spitten, zaaijen, oogsten, houthakken, koornmaalen, water putten, enz. Deeze arme schepzels moeten in de Velden en in de Bosschen arbeiden, en tot bezwykens toe daarin bezig zyn, terwyl hunne Monsters van Mannen zich de moeite niet willen geeven om beesten ten veldärbeid aan te kweeken, schoon zy het voorbeeld der Portugeezen voor oogen hebben. - Onder de zwervende Stammen der Arabieren, in Africa, is het werk der Vrouwen, te spinnen, te weeven, en ander huishoudelyk werk te verrigten. Zy melken desgelyks het Vee, maalen meel, bakken brood, en maaken allerlei slag van eeten gereed, haalen hout en water. Zelfs bezorgen zy de Paarden der Mannen, met voeder te geeven, te rossen, te zadelen. Even als de Moorsche Wyven, zouden zy verpligt weezen te spitten, te zaaijen, en te oogsten: dan, gelukkig voor hun, leeven de Arabieren van den Roof.
Vader joseph gumilla, verslag geevende van een Landschap in Zuid-America, aan den oever van de groote Rivier Oroonoko, beschryft, met zeer veel aandoenings, den elendigen staat der getrouwde Vrouwen in dat Land, en vermeldt een gebruik, 't welk ongelooflyk moot voorkomen aan wie onkundig is van de Zeden diens Lands, naamlyk dat getrouwde Vrouwen menigmaal haare Kinderen verdoen. - Eene getrouwde Vrouw van een zeer goed Character en kloek verstand, zich aan dat misdryf schuldig gemaakt hebbende, werd des door dien Geestlyken bestraft. Zy hoorde hem geduldig aan, tot hy ten einde zyner bestraffingen was; toen antwoordde de bestrafte, met de oogen op den grond geslaagen: ‘Ik wenschte, ô Vader! van geheelen harte, dat myne Moeder, door my het leeven te beneemen, de menigvuldige onheilen, welke my getroffen hebben, hadt voorgekomen, als mede die my nog over 't hoofd hangen, zo lang ik leef. - Overdenk, Vader! onzen deerniswaardigen toestand. Onze Mannen gaan met boog en pylen op de jagt, en bemoeijen zich verder met niets anders. Wy zwerven om met een kind aan de borst, en een ander op den rug. Zy komen 's avonds t' huis zonder eenigen last. Wy keeren weder, belast met onze Kinderen, en, schoon afgemat door een langen tocht, wordt het ons niet vergund te slaapen, maar
| |
| |
moeten tot laat in den nagt werken, om Maiz te maalen, en Drank gereed te maaken. Zy drinken zich dronken, en in hunne dronkenschap staan wy voor de ruwste mishandelingen bloot. En wat hebben wy ten loon voor eene slaaverny van misschien twintig jaaren? Eene jonge Vrouw wordt in ons huis ingeleid, aan welke het vrystaat ons en onze Kinderen te mishandelen: dewyl wy niets meer geteld worden. Kan de menschlyke natuur zulk eene Dwinglandy verdraagen! Welk eene liefde kunnen wy, derhalven, voor onze Dogters hebben, welke gelyk staat met het liefdebetoon van haar te behoeden voor eene slaaverny, duizendmaal bitterder dan de dood! - Ik herhaal nogmaal myn wensch, dat myne Moeder my terstond naa myne geboorte verdaan hadt.’ - Men zou zich veelligt verbeelden, dat de Vrouwen, in dat Land, een sterken afkeer van het Huwelyk zouden hebben. Maar de allesoverheerschende Natuur doet haar tot het tegendeel bosluiten; en de trek tot het Huwelyk weegt alle andere tegenbedenkingen, hoe zwaar, op.
De Volken worden allengskens beschaafd; en van den laagsten staat, tot welken de menschlyke natuur kan vernederd worden, werden de Vrouwen, met den tyd, hersteld tot haare aangeboorene waardigheid. Aandagt op de kleeding is het eerste merkteken van die vordering. Manlyke Wilden, zelfs onder de ruwsten, zyn op kleeding gesteld. Charlevoix gewaagt van een jongen Americaan, door hem als een roeijer gehuurd, die zyne kleeding in de netste orde schikte, eer hy in de boot stapte; by tusschenpoozen keek hy in een spiegeltje, om te zien of de heftigheid zyner beweegingen het rood, op zyne wangen gesmeerd, niet in wanorde gebragt hadt. Wy vinden geen gewag van kleederpraal by Vrouwen onder zulke wilde Volken: zy zyn te zeer verlaagd om te denken aan zich bevallig te maaken.
Onder Volken, eenigermaate beschaafd, doet zich een ander tooneel op. In de Landengte van Darien, heeft het Landbestuur eenige vorderingen gemaakt, en is 'er een Opperhoofd voor zyn leeven gekoozen. Eene scheemering van beschaafdheid doet zich op by de Inwoonders; men betoont eenige agting voor de Vrouwen; zy dingen met de Mannen in 't stuk van kleederpragt. Lieden van beide de Sexen draagen ringen in de ooren en in den neus, en zyn vercierd met eenige snoeren schulpen van den hals afhangende. Eene Vrouw onder eene heete lugt- | |
| |
streek zwoegt dag aan dag onder den last van dertig ponden schulpen, en een Man torscht het dubbele van die vragt. Zy mogten met alexander wel uitroepen: ‘ô Atheners, wat doe ik niet al om uwe goedkeuring te verwerven!’ - De Vrouwen onder de Caribees en Brasiliaanen betoonen zich niet minder op cieraad gesteld dan de Mannen. - De Hottentotsche Vrouwen houden veel van kleederpragt, en tragten elkander voorby te streeven in het opcieren van haare krossen, en de zak, waarin zy haar Pyp en Tabak houden. Europische Vrouwen stellen niet meer dan zy in haare zyden stoffen en borduurzels.
Van de Laplandsche Vrouwen wordt verzekerd, dat zy zeer op kleederpragt verslingerd zyn. Zy draagen breede gordels, waar op ontelbaare ketens en ringen hangen, veelal van tin gemaakt, zomtyds van zilver, ter zwaarte zo men wil van twintig ponden. De Groenlanders zyn slordig en morsig, eeten met hunne honden, en zyn niet vies van het ongedierte, 't welk zich in grooten getale op hun voedt; en nogthans zyn de Vrouwen, die eenig figuur onder de Mannen maaken, op haare wyze galant in kleeding. De voornaamste cieraaden zyn hangers in de ooren, met glazen koraalen van verscheidenerlei kleuren; zy trekken lynen met een naald en zwarten draad tusschen haare oogen, dwars over het voorhoofd, op de kin, handen en dyen.
De Negers in het Koningryk van Ardrah, in Guinea, hebben groote vorderingen gemaakt in beschaafdheid en in hunne leevenswyze. De Vrouwen aldaar voeren de kleederpragt tot eene zeer groote hoogte op. Zy zyn als 't ware overlaaden met een vragt van de fynste Satynen en Chitzen, en vercierd met een overvloed van Goud. Onder eene zo heete lugtstreeke voldoen zy kleederopschik ten koste van gemak. Onder de binnenlandsche Negers, die meer beschaafdheids bezitten dan de Kustbewooners, zaaijen, planten en oogsten, de Vrouwen. Een Man zou egter een kwaaden naam krygen, indien hy gedoogde dat zyne Vrouwen als Slavinnen arbeidden, terwyl hy in vadzige ledigheid nederzat.
Van dit gunstig begin is de Vrouwlyke Sexe, met een traagen, doch gestadigen, voortgang, tot hooger maate van agting opgeklommen. Verkeering is haar talent, en het vertoon van kiesche gevoelens. De zagtaartigheid van zeden en een inneemend gedrag vermeesteren elk gevoelig hart. Van zodanige verfyningen hebben de Wil- | |
| |
den weinig begrips. Maar, wanneer de kieschere zinnen aangedaan worden, dan komen de byzondere schoonheden der Sexe, inwendige zo wel als uitwendige, ten vollen aan den dag, en de Vrouwen, voorheen slegts aangezien als voorwerpen ter voldoening van dierlyke drift, worden nu gewaardeerd als getrouwe Vriendinnen, en aangenaame Gezellinnen op de Reize des leevens.
Het Huwelyk neemt eenelvoeglyker gedaante aan, en is niet langer de vereeniging van een Heer met zyne Slavinne; maar van twee Persoonen gelyk in rang, zich vereenigende om een Gezin te vormen. Grootlyks bragt tot deeze beschaaving toe, dat, onder gemaatigde Lugtstreeken, dierlyke liefdetrek gemaatigd is, en de Vrouwen langen tyd een goed uitzigt behouden, en ter voortzetting des Geslachts geschikt blyven. Langs deezen weg werd het Huwelyk eerlyk onder beschaafde Volken; die, ingevolge hier van, de barbaarsche gewoonte, om Vrouwen te koopen, verbanden: want een Vader, die zyne Dogter voeglyk getrouwd wil zien, zal haar gaarne eene Huwelyksgave schenken, in stede van haar, als eene Slavinne, te verkoopen.
(Het Vervolg hierna.) |
|