| |
Vertoog by de Aanbieding van het Ontwerp van Constitutie, voor de Fransche Republiek. Gedaan door Boissy d'Anglas, uit naam der Commissie van Elven, in de Zitting van vyf Messidor, des derden Jaars. Uit het Fransch vertaald. Te Haarlem, by F. Bohn, 1796. In gr. 8vo. 105 bl.
Tyden, als die der groote Staatsomwentelingen, welke wy beleeven, doen, by veelvuldige gelegenheden, Redenaars te voorschyn treeden, die al de kragt der overreedende en zieltreffende Welspreekenheid te werk stellen, om hunne Landgenooten tot het omhelzen der beste Plans en het volgen der heilzaamste Maatregelen te
| |
| |
beweegen. - Overvloed van zulke Staatsstukken biedt ons het groot Gemeenebest Frankryk aan. Gewigtige gelegenheden riepen de Redenaars op. Geen wonder, dat, by de Aanbieding van het Ontwerp der Constitutie, een allergewigtigst tydvak in de daad, een Vertoog werd voorgehouden, dat een Meesterstuk der Welzeggenskunst mag heeten; het Vertoog van boissy d'anglas, welks Vertaaling hier voor ons ligt, en het geluk gehad heeft, om in eene hand te vallen, die 't zelve een welgeplooid Nederduitsch kleed aantoog.
Hoort den Aanhef. ‘'t Is met eene groote Natie als met een groot Man. Het doelwit van deezen in al zynen arbeid, het beginzel van alle zyne werkingen, het einde van al het gevaarlyke en moeilyke, dat hy onderneemt, is, vroeger of laater, eene rust te genieten, vol roem en waardigheid. Dus ook beoogt eene Natie, die gaande raakt, die zich waagt aan de stormen eener Omwenteling, te midden zelfs van haare sterkste opbruissching, niets anders, dan, in stilte, de vrugt te smaaken van haare poogingen, en van de opofferingen, die zy zich getroost heeft. Nu kunt gy deeze hoop des Franschen Volks vervullen, door, met eene stoute hand, paal en perk te zetten aan deszelfs te lang gerekte beroering. Nu kunt gy voldoen aan het verlangen van de volstandigste vrienden der Vryheid, en de zwaare stryden doen ophouden, welke haare verovering ons gekost heeft. Uwe Commissie van Elven komt u haaren arbeid aanbieden over de Constitutie.
Vertegenwoordigers van een Vry Volk, laat alle de vermogens van uwen geest zich vereenigen. Geeft alle de werkkragt (energie) uwer zielen eenen vryen loop. Doet alle andere drift zwygen, en luistert alleen na die, welke het gemunt heeft op het Algemeen Welzyn. De tyd is gekomen, waarin gy den streelendsten pligt uwer hooge zendinge gaat volbrengen. Het lot van 25 Millioenen Menschen is in uwe handen. 't Staat aan u, het licht eindelyk te doen volgen op de duisternis, de geregeldheid op de verwarring, het geluk op het lyden, de rust op de beroering, de rechtvaardigheid op het willekeurige, de Vryheid op de losbandigheid, het algemeen crediet op het miscrediet, door byzonder belang veroorzaakt, en al het waare der maatschappyelyke orde op de heillooze herssenschimmen der regeeringloosheid. Sedert zes jaaren ten prooi aan
| |
| |
de woede van Omwentelingen, die ons rampzalig Vaderland verscheurd hebben, het oog gevestigd op een voorwerp, dat ons scheen te ontvlugten, de arm gewapend ter verovering eener Vryheid, welke alles scheen zamen te spannen om ons te doen derven, gestuit door alle vooroordeelen, bestreeden door alle ondeugden, gefolterd door alle driften, hebben wy meer gearbeid om te verwoesten, dan om op te bouwen, ons meer laaten te rug zetten door 's Volks aandrang, dan dien bestierd, ons meer afgesloofd voor het bestaan, dan voor het geluk, van Frankryk. - Kortom, het heuchelyk tydperk is gekomen, waarin wy mogen aflaaten Kampvegters te zyn der Vryheid, en haare weezenlyke Grondleggers kunnen worden.’
Het geheele beloop deezes Vertoogs, 't welk wy niet zullen ontleeden, is vol meesterlyke trekken. En, schoon men in alle byzonderheden den Redenaar niet byvalle, zal hy, over 't algemeen, onze toestemming wegdraagen. Wy kunnen niets meer doen, dan hier en daar een stuk van algemeen belang overneemen. De oorzaak der Omwentelinge draagt hy in deezer voege voor. ‘De Fransche Omwenteling, welke eenige raaskallende weetnieten het werk hebben durven noemen van een handvol oproerige Schryvers; die Omwenteling, welke zy waanden te zullen vernielen door kwinkslagen, omkooping, intrigues, samenzweeringen, en verborgene kunststreeken; die Omwenteling, die alle haare vyanden geveld, en haare eigene ongeregeldheden, haare eigene woede, verduurd heeft, is het voortbrengzel niet van eenige enkele persoonen. Zy is het uitwerkzel der verlichting en beschaaving. Zy is de vrugt der eeuwen en der wysbegeerte. Zy is de Dogter van die goddelyke kunst, welke alles, wat het vindingryk vernuft uitvorscht, met zoo groote snelheid vermenigvuldigt, en voor de toekomende geslagten bewaart. Het beginzel van dezelve lag in 't hart van ieder een. De dwaaling, het despotismus, het bygeloof, de onkunde, hebben lang verhinderd, dat zy te voorschyn kwam. Maar de toorts der weetenschappen, der kunsten en der reden, die duisternissen verdryvende, openbaarde zy zig, en krygende eene onoverwinbaare kragt, ontstak zy in aller zielen de driedubbele liefde van Rechtvaardigheid, Vryheid en Gelykheid.’
Sterk zyn de kleuren, met welke de Redenaar het lot
| |
| |
zyns Vaderlands maalt in de doorgeworstelde tydvakken: waar van hy mogt zeggen, de menigte van 's Lands en Volks lotgevallen in opmerking neemende: ‘Zes eeuwen hebben wy afgeleefd in zes jaaren.’ - Met reden mogt hy zyne Landgenooten herinneren: ‘Dat eene zo kostbaare ondervinding voor ons niet verlooren zy. 't Is tyd, dat wy winst zoeken te doen met de misdaaden der Alleenheersching, de dwaalingen der Geconstitueerde, de onvastheid en afwykingen der Wetgeevende Vergadering, de onmenschlykheden van de Dwinglandy der Tienmannen, de jammeren der regeeringloosheid, de ongelukken der Conventie, de gruwelen van den burgerlyken oorlog. Door uwe gedagten te laaten gaan over het tafereel van de oorzaaken der Omwenteling, waar in alles zig zo schielyk ontwikkelt, de voortgangen der belangneeming in den staat des algemeens, de ongestuimige agtereenvolging der gevoelens en gebeurtenissen, door u het punt te erinneren, waar van gy afgegaan zyt, den weg, langs welken gy voortgesleept zyt, en den stand, waar in gy u thans bevindt; daar door zult gy de eindpaal ontdekken, die gy bereiken wilt.’
Welk een schoon Tafereel, myne Landgenooten, 't welk wy onze Leezers niet onthouden mogen, hangt de Redenaar op. ‘Door de Republikeinsche Constitutie vast te stellen, moet gy den Ryken een waarborg geeven voor zyn eigendom, den Armen voor zyn bestaan, den naarstigen en vernustigen voor de vrugt van zyn arbeid, allen voor hunne vryheid en zekerheid. In 't midden der Volkeren, die haar omringen, moet gy de Fransche Natie den rang doen neemen, die haar toegeweezen wordt door de natuur, en door den invloed, welken haare magt, haare verlichting, en haar handel, haar moeten geeven. De rust moet gy doen heerschen zonder verdrukking, de vryheid zonder beroerte, de rechtvaardigheid zonder wreedheid, de menschlykheid zonder zwakheid. Gy moet een bestuur scheppen, dat vastheid en kragt heeft, zonder gevaarlyk te zyn, deszelfs beweegingen snelheid byzetten, en te gelyk deszelfs werkzaamheden paalen stellen, de magt, weike de wetten zal maaken, verdeelen, zonder die te verzwakken, den loop der wetgeeving vertraagen, en haar buiten het bereik plaatsen van alle verderflyke overhaasting, zonder haare leden te verlammen, de mag- | |
| |
ten derwyze zamenstellen, dat derzelver vereeniging het goede werke, en de stryd derzelve tegen elkanderen het kwaade byna onmogelyk maake. De Rechterlyke Orde moet gy verzekeren van eene volstrekte onafhanglykheid, die nooit bekommering verwekt in de onschuld, en de misdaad nooit zekerheid overlaat. De Uitvoerende Magt moet gy bekleeden met een gezag en eene waardigheid, die haar van binnen doen eerbiedigen en van buiten aanzien geeven, zonder dat zy bedugtheid voor de Vryheid kan veroorzaaken. Ziet daar het wys en roemryk doel, naar 't welk gy alle uwe overleggingen moet rigten.’
Hoe gansch veel hadden wy onder 't leezen aangestipt, om onzen Leezeren mede te deelen. Wy moeten overslaan, bekorten, en hun tot het Werkje zelve verzenden. Niet weinig toepasselyks, met behoorlyke uitzonderingen, zullen zy 'er in aantreffen op den tegenwoordigen staat van ons Vaderland, in het tegenwoordig Tydperk. Dan kunnen wy niet naalaaten nog plaats in te ruimen aan het slot deezes Vertoogs van eene recht meesterlyke hand.
‘En gy,’ dus laat boissy d'anglas zich op het einde hooren, ‘Vertegenwoordigers des Volks, die de Vryheid op onverganglyke grondslagen wilt vestigen, gy hebt nog één plicht te betragten. Vereenigt alle de middelen, welken uw yver, uwe Vaderlandsliefde en uwe kundigheid, u verschaffen. Verbetert en volmaakt de algemeene denkwyze. Verspreidt overal het licht en de baarblyklykheid der waarheid, op dat het Volk, door u onderrigt, u tot amptgenooten en opvolgers alleen Mannen geeve, die algemeen in agting zyn om hunne braafheid, en uitsteeken door hunne kennis, op dat het in den boezem van dit gebouw bekwaame Landbouwers roepe, Kooplieden, bekend door hunne goede trouw, kundigheden en diensten, geoeffende Krygslieden, in staat om onze Legers te Land en ter Zee wetten te geeven, die hen verzekeren van roem te zullen behaalen, ervaaren Onderhandelaars, die, onze buitenlandsche Staatkunde bestierende, het getal onzer bondgenooten kunnen vermeerderen, dat onzer vyanden verminderen, aller genegenheid en agting tot ons trekken, en ons de bevredigers der wereld maaken.
Zoo zal uwe Constitutie, al was zy duizendmaal onvolmaakter dan zy kan zyn, schielyk eenen vasten
| |
| |
stand bekomen, en uwe drie Magten, vereenigd tot heil des Volks, zult gy, weldraa, alle stormen zien verdryven, alle wraakzugt verdooven, eenen roemryken Oorlog door een nog roemryker Vrede doen eindigen, de wanorde van onze Financien herstellen, den overvloed wederbrengen, het agiotage vernietigen, allen, welken de begeerte tot rust van de Vryheid verwyderd hadt, daaraan weder verbinden, de jammeren der Omwenteling door haare zegeningen doen vergeeten, den voorspoed der Republiek op het geluk van allen vestigen, en den roem van de moedige Grondleggers der Vryheid voor altoos heiligen.
Maar, indien het anders is, indien het Volk kwaade keuzen doet, indien de vleiers de overhand behouden, indien het de intrigue, die het gestadig rondom zig heeft, met onderscheiding bejegent, en de verdienste verwaarloost, die 'er voor vliedt, indien het Administrateurs benoemt zonder eigendom, Rechters zonder ondervinding, Wetgeevers zonder begaafdheden en zonder deugd, indien het den wreeden en woesten geest der Volksleiding nog over zig heerschen laat, indien het nog marats voor zyne Vrienden neemt, fouquiers voor zyne Magistraaten, chaumettes voor zyne Municipaalen, hanriots voor zyne Generaals, vincents en ronsins voor zyne Ministers, robespierres en chaliers voor zyne afgoden, indien het zelfs, tot zoo eerlooze keuze niet uitspattende, slegts middelmaatige doet, indien het niet, by uitsluiting, waare en vrye Republikeinen kiest, dan, wy verklaaren het u plegtig en wy verklaaren het aan geheel Frankryk, dat ons hoort, dan is alles verlooren. De Koningsgezindheid herneemt haare stoutheid, het Schrikbewind zyne dolken, de Geestdryvery haare brandstigtende toortsen, de Intrigue haare hoop, de Coalitie haare ontwerpen van verwoesting. De Vryheid is weg, de Republiek het onderst boven. De deugd heeft niets voor zig, dan wanhoop en de dood. En u zelven blyft geene andere keus over, dan tusschen het Schavot van sidney, het Vergif van socrates of het Zwaard van cato.’ |
|