Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1796
(1796)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– Auteursrechtvrij
[pagina 406]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Vaderlandsche Historie, vervattende de Geschiedenissen der Vereenigde Nederlanden, zints den aanvang der Noord-Americaansche Onlusten en den daar uit gevolgden Oorlog tusschen Engeland en deezen Staat, tot den tegenwoordigen tyd. Uit de geloofwaardigste Schryvers, en egte Gedenkstukken, zamengesteld. Met Plaaten. Ten Vervolge van wagenaar's Vaderlandsche Historie. XIV de Deel. Te Amsterdam, by J. Allart. In gr. 8vo. 422 bl.Het thans voor ons liggend Deel deezes Werks vangt aan met het XXXVIII Boek. Hetzelve is bestemd om, naa de Opgave van 't geen, in den Jaare 1786, in de Zeven Bondgenootschaplyke Gewesten voorviel, in het laatst voorgaand Boek beslooten, te vermelden, wat in het Landschap Drenthe en de Generaliteits-Landen gebeurde, ten opzigte van de groote zaaken toen in til. - Voorts is dit Boek bestemd om verslag te geeven van eenige zaaken, den Koophandel, de Zeemagt en de Volkplantingen van den Staat betreffende, welke te vooren geene welvoeglyke plaats konden vinden, en tot deezen Jaarkring behooren. Niet weinig zeer belangryks vervat dit Boek, uitwyzens den Inhoud. Ons oog viel, in 't byzonder, op 't geen van 's Lands Zeemagt, ten dien Jaare, vermeld stondt. De Geschiedboeker tekent op: ‘'s Lands Zeemagt was allengskens versterkt, en door een beter Bestuur werden, ten deezen Jaare, geene onaanzienlyke Vlootdeelen, in de Noord Zee, en de Middelandsche Zee, als mede in de Oost- en West-Indiën, ter bescherminge van de Koopvaardye in Zee gezonden en gehoudenGa naar voetnoot(*).’ - | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 407]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Leezenswaardig, in den geest van opgeklaarde denkbeelden aangaande 's Lands Zeemagt en de noodige Verbeteringen daar aan toe te voegen, is een Verzoekschrift van een groot aantal Kooplieden, Assuradeurs, en Reeders in Schepen, der Steden Dordrecht, Rotterdam en Schiedam. - Breedvoerig handelt de Schryver over het ten dien Jaare voorgevallene, wegens de O.I. Maatschappye, toen tot een bystere hoogte loopende; als mede wat 'er omtrent de West-Indische Volkplantingen voorviel. Stukken, die duidelyk uitwyzen, hoe verschillende Provintiaale Belangen het Algemeen Welzyn tegenwerkten. Dan wy kunnen ons ter ophaalinge hier van niet inlaaten. Met het XXXIX Boek treedt de Geschiedschryver het Jaar 1787, alleszins zo gedenkwaardig, in. Overneemenswaardig is de aanhef, en teffens de vermelding van het plan, 't geen hy zich voorstelt. ‘Hoe zeer ook,’ dus vangt hy aan, ‘veele van de Gebeurtenissen, welke wy, in de laatst verstreeken jaaren, en bovenal in het jongst afgeloopene, boekten, aanduidden, en elk, die eenige Wereld-Staat-en Menschkunde bezat, deedt spellen, dat de Verdeeldheden, de Vereenigde Gewesten schokkende, niet ter grootste hoogte gedreeven waren; maar dat een Burgerkryg, vol hachlyken kans, en allen anderen Oorlog, hoe verderflyk ook, in gruwzaamheid verre overtreffende, daarom, met zo veel regts, aller jammeren jammer geheeten, in deeze | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 408]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Landen zou doen gebooren worden - een Burger kryg, geschikt om de Banden van Bondgenootschaplyke Vereeniging, welke zulk een lange reeks van jaaren de Gewesten op het naauwst zamenbonden, te verbreeken, en de Eendragt, die derzelver Magt uitmaakt, te vernietigen, zag men dit Monster niet alleen het schriklyk hoofd opsteeken, en verderf in zynen trein omvoeren; maar ook, 't geen zommigen wel gewagt en gevreesd, doch anderen wyd en verre verworpen, en, als niet te duchten, belacht hadden, eene buitenlandsche Mogenheid tusschen beiden treeden, om, door Geweld van Wapenen, het binnenlandsch Geschil te beslissen, en eene Omwenteling te wege te brengen, die een allergedenkwaardigst Tydstip maakt in 's Lands Geschiedenissen: eene Omwenteling van deezen gevreesd, van geenen gehoopt, van deezen gelaakt, van geenen gepreezen, van deezen betreurd, van geenen toegejuichd. Wy vangen met dit Boek de Beschryving van 't een en ander aan. Doch moeten, eer wy daar toe treeden, den Leezer eenige oogenblikken toeven, om hem de Lotgevallen des Lands, met het oog van heusche onpartydigheid, te doen beschouwen, en te waarschuwen tegen oordeelvellingen, waarin Drift den meester speelt, en die te deezer oorzaake van de waarheid afwyken. In den loop van 's Lands Geschiedenissen, door ons te boek geslaagen, ondervonden wy te meermaalen, welk een zwaare taak wy op ons genomen hadden met een Tydvak te beschryven 't geen wy beleefden; een bezwaar, van 't welk wy niet onkundig waren, toen wy dit Werk aanvingen; doch 't geen wy gaarne willen bekennen, dat op de proeve veel grooter bleek te zyn, dan wy het ons hadden voorgesteld. - Wel verre dat die moeilykheid altoos even groot ware; niet zelden mogten wy, zonder ze merkbaar te voelen, de Voorvallen te nederstellen, en des noodig met voldingende Getuigenissen staaven; doch wy bespeurden dezelve in drukkende zwaarte, by het aangroeijen der Partyschappen en daar uit voortvloeiende bedryven. Hoe meer deeze toenamen hoe strydiger de Bescheiden wierden, en hoe bezwaarlyker tusschen het vergrootende en verkleinende, zo van den eenen als den anderen kant, het midden en de waarheid te treffen; om deeze laatste was het | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 409]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ons te doen, en blykt dit ons doel nu wy den Afloop naderen van zo veel Geschils, Tweedragts, Oproers en Gewelds. De aanleidende Oorzaaken tot het zoeken eener Grondwettige Herstellinge, gelyk men dezelve noemde, de naaste bron der thans hoogloopende Verdeeldheden, hebben wy reeds opgegeeven, en de Bedryven, om dezelve daar te stellen, vervolgens in 't breede vermeld, als mede de poogingen om die tegen te werken en te verydelen. - Te midden van dit alles blaakte het reeds ontvlamde en steeds aangestookte vuur van deerlyke Partyschappen hooger en hooger op, en dreigde een algemeenen brand. Men schreef, wederzyds, elkander de haatlykste, snoodste en landverderflykste, Oogmerken en Gedraagingen toe. Geen Naamen scheenen te leelyk om 'er elkander mede te bestempelen; geen Middelen te schandlyk om over en weder gebruikt te worden, tot zwartmaaking van Party. Weshalven het ligt valle voor den Partykiezenden, om uit de voorhanden zynde Schriften, van dien tyd, deeze of geene Party afzigtig te doen voorkomenGa naar voetnoot(*). Dan heeft het by deezen en geenen der Partyen niet ontbrooken aan Lieden, wier Oogmerken en Bedryven verdienen gelaakt te worden; het ontbrak by beiden ook niet aan de zodanigen, wier Bedoelingen en Werkzaamheden eenigen lof zullen wegdraagen, wanneer alles in de schaale der Onpartydigheid worde opgewoogen. In het erkennen, dat 'er Gebreken, om Herstelling roepende, schoon door deezen grooter en menigvuldi- | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 410]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ger dan door anderen voorgesteld, in ons Staatsbestuur plaats hadden, was men van wederzyden ééns: doch men verschilde hemelsbreedte in de Opgave van de Oorzaaken, waar uit ze ontstonden, en gevolglyk ook in de voordragt en bewerkstelling der Middelen, om ze te weeren. Hier werkte een onderscheiden Inzigt, en een daar op gegrond verschillend Oordeel. Welk een en ander, behoudens de beste en Vaderlandlievendste bedoelingen, kan plaats grypen. - Dan, wie, der Menschen aart en de kragt der dikwerf aangevuurde Hartstogten kennende, zal zich verwonderen, dat men, in de volvoering, het pad der Bedaardheid, in gereezene Volksgeschillen zo moeilyk, om niet te zeggen onmogelyk, te houden, bezyden tradt, en zo van den eenen als den anderen kant afdwaalde. Wy stellen deeze bedenkingen, die breeder uit te werken de aart van ons Geschiedkundig Werk verbiedt, ter neder, als algemeene Waarheden, welker herinnering vaak te stade zal komen, onder het leezen onzer Vaderlandsche Historie, en welker toepassing op byzondere Gevallen en Persoonen wy best overlaaten aan hun, die, in onzen arbeid, eer een Verhaal, dan eene Beoordeeling, van het gebeurde zoeken. - Kan dit oorzaak geeven, dat ons Werk geen der driftigen en heethoofdigen van beide de Partyen voldoet (en wie is onkundig, dat 'er onder beiden van deezen stempel niet weinigen gevonden worden?) het zal ons aangenaam weezen, wanneer onzydige Beoordeelaars 't zelve met hunne goedkeuring verwaardigen.’ Hoe weinig de Vervaardiger deezes Geschiedkundigen Werks, die blykbaar tot de Patriottische zyde behoort, en in de dagen van dier Verdrukking, schoon met bescheidenheid, 'er voor uitkwam, aan de Oranje Party voldaan hebbe, kan, onder andere, blyken uit het Geschryf van den Ex-Hoogleeraar kluit, in diens Iets over den Engelschen Oorlog met de Republiek, en over Nederlands Koophandel, deszelfs Bloei en Middelen van HerstelGa naar voetnoot(*). - En twyfelen wy niet, of zyne pen zal, naa de Tegenomwenteling, een vryer loop neemen. Veel was het reeds, dat hy, in de dagen der Vryheids- | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 411]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
verdrukking, zo durfde schryven als hy schreef; doch, welbeweezene zaaken aanvoerende, heeft men hem, schoon, gelyk wy in 't zekere weeten, met wederzin, ongemoeid gelaaten. Wy mogen onze Leezers niet ononderrigt laaten van het Plan, 't welk de Geschiedschryver zich voorstelt in het vervaardigen van dit zeker moeilyk gedeelte zyns arbeids. ‘Eigenaartig,’ schryft hy, ‘zullen wy eerst het oog vestigen op zodanige Byzonderheden, die gezegd mogen worden van eenen meer algemeenen aart te zyn, en op den Staat, in 't groot beschouwd, te werken; om vervolgens af te daalen tot elk Gewest niet alleen, maar tot enkele Steden en Plaatzen in dezelve. Immers was de toedragt der zaaken zodanig, dat, zonder eene zo gedeeltlyke beschryving, het geheel zeer gebrekkig en onvolkomen zou weezen. Veroorzaakt zulks eene breedspraakigheid, en de herhaalde voorstelling van soortgelyke Tafereelen, wy zullen ons, zo veel mogelyk, voor eigenlyk gezegde Langwyligheid wagten; terwyl wy in de Tafereelen, die soortgelyk mogen heeten, verscheidenheids genoeg zullen ontmoeten, afhangende van de Plaats, die ten tooneele strekt; waar op onderscheidene Persoonen, van zeer verschillende Characters, die zich in dusdanige omstandigheden meer en meer ontwikkelen, hunne rollen speelen.’ In beantwoording aan dit Plan, strekt het Boek, waar van het gemelde ter opening dient, om aan te toonen eensdeels de verwydering der Partyen, en de Middelen van onderscheiden aart aangewend om dezelve tot een te brengen, zo binnen- als buitenlandsche, met derzelver vrugtloozen afloop. Men kan dit Boek niet leezen, zonder gevoelige aandoening wegens de behandelingen Holland aangedaan; hoe men den last der Betaalingen goeddeels, wat het Zeeweezen betrof, op Holland liet aankomen: terwyl men Staatsregels, ten aanziene der Betaalinge, omhelsde, van een allerverderflyksten aart. Wy kunnen niet nalaaten op bl. 167 te wyzen. Het XL Boek, het laatste in dit Deel, opent het Tooneel des Burgerkrygs. Met vermelding van 't Bevel aan den Generaal van ryssel gegeeven wegens het trekken op Utrechts Grondgebied, en de gevolgen daar van op het Krygsweezen van den Staat; het verloopen van het Hollandsch Cordon; het overloopen na Gelder- | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 412]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
land. Twist tusschen de Algemeene Staaten en Staaten van Holland, tot gedreigde scheuring voortgezet. De Wapening van Holland, en byzonder van de Wapenhandelen. de Genootschappen aldaar. De Aanstelling van de Commissie te Woerden; en de veelvuldige tegenwerkingen, welke dezelve ontmoette. Wat deeze Commissie, ondanks die hindernissen, zo te Land als te Water, deedt. - Men kan dit Boek niet leezen zonder den Patriottischen Yver der Ingezetenen van Holland te bewonderen, en teffens te bejammeren, dat die drift, by mangel van eene genoegzaame regeling, en bovenal van volhardende ondersteuning van hooger hand, toen het op 't nypen aankwam, geen gelukkiger gevolgen hadt - gevolgen die ons Land zouden behoed hebben voor eene Omwenteling, die de bron mag heeten van de ons nog gevoelig drukkende Landsonheilen. - Dan genoeg. - Wy schryven Boekbeoordeelingen, en weerhouden onze pen in het te nederzetten van daar op indringende aanmerkingen. |
|