rie van het zoo nuttig en dikwerf noodzaakelyk Dier, den Hond, zoude schryven. Hy nam dus dit Werk met veel verwagting ter hand, en vond zich - deerlyk bedrogen. Het mager voorportaal, de zogenaamde Inleiding, geeft een kwaad voorteken voor het Werk zelve, en dit is ook boven alle verbeelding slegt: 'er is volstrekt niets in, dat van eenig nut voor den Leezer kan zyn, en men behoeft geen uilenbloed in eene groene lampe te branden, (zie pag. 42.) om den Schryver en Vertaaler van dit Werk te rangschikken. Wenschelyk ware het, dat het uitmuntend Geneesmiddel, (pag. 37, enz.) beschreeven, hen beiden verligting konde aanbrengen; wy wenschten hen een genoegzaame hoeveelheid van het beste soort. - De Geneesmiddelen van en voor de Honden zyn allen ellendig verzonnen en zamengeflanst; de meesten onnuttig, zelfs schadelyk, en dom bygeloovig. Ons dunkt, dat een voor de Theologie bedurven Informator 's Winters zyne ledige uuren, in de Spinnstube met den hoogadelyken Jaager doorbrengende, aan het schryven van dit Werk besteed heeft. Voor den Vertaaler weeten wy geene andere verontschuldiging, dan eene leege Maag.
Wy zouden dit waarlyk onbeduidend Werk maar met zeer weinig woorden hebben kunnen schetzen, ware het niet om het schadelyke, dat het kan veroorzaaken. Wie kent en vreest niet die schrikkelyke Ziekte, Watervrees; wien is het niet van het uiterste belang, dat hier niets verzuimd, maar de beproefdste en spoedigste Hulpmiddelen in het werk gesteld, dat ook de Ziekte eerst wel gekend en onderscheiden worde. Van dit alles vind men hier niets, zelfs niet in den Aanhang uit eenige nieuwere Doctoren. - Van de Belladonna, door eenen onbevoegden gegeeven, zag Recensent eene droevige uitwerking. - Bader's Werk, waarvan de Vertaaling reeds aangekondigd is, verdient, ten opzigte deezer vreeslyke Ziekte, byzondete aanpryzing.
Wy herhaalen, dat eene welgeschreevene Natuurlyke Historie van onzen natuurlyken geallieerden, den Hond, gewis een verdienstelyk Werk zoude zyn: dan verre van ons zy ook dan partydigheid!