ven zedelyken smaak zyner tydgenooten, en den hier door laagst vernederden staat van geheel het Vaderland - eene vernedering, die immer te kennelyker wordt, wanneer 'er, binnen eenen engen tydkring, verscheiden verdienstlyke Mannen, ja Vaders, door den dood, als anderzins, aan een Gemeenebest ontrukt worden - nog eens 2o. de regtschapen Vaderlander vertoone in alle zyne bedryven, dat de vernedering van zyn Vaderland ook zyn aandenken - ik zeg te weinig! ook zyne vernedering vordere! - die hier niet weenen kan met den weenenden - nog lyden kan met den lydenden - wat zeg ik? die zig hier niet verplaatzen kan in de rampvolle omstandigheden van duizenden zyner natuurgenooten, dien, voorwaar, myne Medelanders! is het zelfs tot schande, te vraagen: wat moet ik doen, wanneer ik myn pligt jegens den verdienstlyken Man niet kan ter uitvoer brengen? Immers 'er is één pligt, die de zodanige volbrengen kan en moet - 3o. hy volge het schitterend voorbeeld van nehemia, den grootsten Vaderlander na samuel - die weende niet slegts op de reeds gesloopte muuren - op de puinhoopen van zyn Vaderland - die vereerde niet slegts, door zyn weenen, de hier en daar reeds verwoeste begraafplaats zyner Vaderen - neen maar ook die deedt pooging tot herstel van al het vervallene in alle de voorregten van zyn Vaderland.
Och! of veele Volksvertegenwoordigers, als andere nehemias, hier mogten vóórgaan! en dat, voor het overige, een ieder, die den naam van regtschapen Vaderlander voeren wil, in de uitoesening van dien zo aangelegen pligt, hunne voetstappen drukke, of liever in gelykmaatige zamendragt Hen vergezelle en schraage.’
Blykens het Besluit, is deeze zeldzaame Redenvoering, zeldzaam in schikking, zeldzaam in styl, zeldzaam in bewoordingen, eene Lykgedagtenis op den, toen dezelve gedaan werd, vóór weinig weeken overleden Burger-Vader henrik hooft danielsz. - eene Lykgedagtenis, ten dien dage als ter sluik gehouden.
Dit is de grond van 's Redenaars vreemde uitboezeming op 't einde: ‘Voor 't overige heb ik u te verzoeken, by de roemwaardige gedachtenis van dien Vader des Vaderlands, dat gy, by het slot myner Rede, u gelieft te onthouden van eenig Handgeklap, of