Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1796
(1796)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– Auteursrechtvrij
[pagina 255]
| |
Tafereelen van de Staatsomwenteling in Frankryk. Tweede Deel. Te Amsterdam, by J. Allart, 1795. In gr. 8vo. 214 bl.Schoon wy het in den beginne daarvoor hielden, dat onze gissing na den Schetzer, of liever Schilder, deezer Tafereelen eene volstrekte waarheid ware, en de Burger stuart de Man, aan wien wy dit Werk verschuldigd zynGa naar voetnoot(*), en dit ook ten aanziene van een gedeelte der thans opgehangene Tafereelen waarheid is, hebben wy een vermoeden van deels eene andere hand, in ons opgekomen, bewaarheid gevonden, en in 't zekere vernomen, dat de Burger stuart aan eenen anderen het Penseel heeft overgegeeven; gelukkig dat het in eene hand gekomen is, die zo veel in manier op de hand van stuart gelykt. De Tafereelen, die wy in dit Deel gemaald vinden, draagen deeze Opschriften. I. Woelingen der Hofparty. - II. Poogingen der Volks-vrienden tot omzetting der Soldaaten. - III. Poogingen der Nationaale Vergadering tegen de Krygsbenden. - IV. Overwinning over lambesc. - V. Werkzaamheden der Nationaale Guarde. - VI. Standvastigheid der Nationaale Vergadering. - VII. Verovering der Bastille. Deeze Tafereelen worden opgecierd door Kunstplaaten; verbeeldende: Het Misnoegen der Parysche Burgers, wegens het byeenbrengen der Troepen op het Veld van Mars. - De Fransche Guardes door het Volk uit de Abtdy van St. Germain verlost. - Bestorming der Bastille. - Verloste Gevangenen uit de Bastille. - Het omdraagen der Hoofden van de launay en de flesselles. Als mede door de Afbeeldingen van la fayette en claude fauchet. Ziet daar, Leezers, den ruwen omtrek van 't geen waar op uw verstand onthaald, en de aanduiding van 't geen waar op uw oog vergast wordt. Van het laatste kunnen wy u geen Proeve schenken, maar wel verzekeren, dat het kunstkeurig oog zal voldaan worden. Van het eerste zyn wy in staat u meer te leveren, en zetten ons | |
[pagina 256]
| |
daartoe met dien lust, welke ons bezielt wanneer wy Goede Werken, wanneer wy Meesterstukken, bovenal als dezelve van eene Vaderlandsche hand komen, in ons Maandwerk beoordeelen. Het meer treffend schoon uit elk Tafereel te kiezen zou ons te veel stofs verschaffen. Meermaalen hebben wy, in de Beoordeelingen van stuart's Romeinsche Geschiedenis, zo om dat ze best in ons Werk vlyden, als om dat ze overheerlyk getroffen waren, de Characterschetzen van oude Romeinen geplaatst; laaten wy dan bezien hoe die Schryver, of wel diens Opvolger, slaage met hedendaagsche Characters te maalen. Het eerste Characterbeeld, met lugtige omtrekken geschetst, is de Veldmaarschalk broglio; ‘de vermaardste Veldheer der Franschen in dien tyd. Broglio werd uit Lotharingen opontboden, om zyne lauren met burgerbloed te bezoedelen, en alle zyne voortreflyke Krygsbekwaamheden ten koste te leggen aan de bestryding van het algemeene gevoelen. Hy was de eerste die zich waagde in den zinneloozen reusenstryd tegen de eeuwige waarheid, welker magt onwederstaanbaar is, op het zelfde oogenblik, dat vooroordeelen en bygeloof haar de heerschappy over het menschelyk verstand hebben ingeruimd. Op haare onveranderlyke grondlessen zou hy zyne bajonetten doen aanloopen; op haare onbetwistbaare leerstellingen zou hy zyne bomben werpen; het gezond menschen verstand zou hy bestormen; het helder licht der reden, 't welk alom met schitterende straalen doorbrak, zou hy door een krygskundig beleg insluiten.’ Uitvoeriger is dat van den Marquis de la fayette, hier afgemaald ‘als de Verwinnaar van den Staatzuchtigen Brit, de Medeverlosser van America, als de eerste aan wien de Vergadering, op het neteligst tydstip, haar vol vertrouwen overgaf. - Schoon, als Franschman, aan een waerelddeel vreemd, dat door den Oceaan van zyn Vaderland was asgescheiden, had hy zyn fortuin gezogt in eenen oorlog, welks billykheid hem de inspraak van zyn jeugdig hart verzekerd had. Het vuur zyner jeugd had hem over de gevaaren heenen stappen, en den dood onder duizende gedaanten doen trotseeren. Eerlyke wonden, in den heldenstryd ontvangen, hadden deezen moed onuitwischbaar vastgegrift. Overwinning op overwinning had hem de hoogste voldoening der | |
[pagina 257]
| |
Krygseere geschonken, zonder dat deeze zyn character had geschandvlekt. Geleerd met moedige overwonnelingen te verkeeren, was edelmoedigheid, - die hoofddeugd in eenen Krygsman, - onafscheidelyk van zyne dapperheid. Aan de zyde van eenen washington, die hem, in zyne prilste jeugd, tot Leidsman, tot Vriend en Vader, verstrekt had, de oorlogsvelden met roem hebbende afgestreeden, was hy insgelyks ingewyd in de geheimen dier Staatskunst, welke, met verwerping van hoofsche treeken, eenen onwrikbaaren grondslag heeft in de rechten van den Mensch en Burger. - Dus keerde hy te rug uit een Gewest, dat het zyne geworden was, en dat hem, daar het zyne waarde kende, zoo noode van zich liet heenen gaan, om in zyn Geboorteland nieuwe lauwers in te oogsten van zyne beproefde Vryheid - min. By de Natie ontvangen zoo als de held verdient, had hy weldraa toegang tot de harten van hun, wier belangen hy thans zou helpen verdedigen. Zelfs, ondanks zynen afkeer van hoofsche vleijery, by den Koning niet ongezien, was hy in de gelegenheid om de gunsten der Kroon te verwerven. Maar, dus dacht fayette niet. De Volks-vryheid woog by hem zwaarder, dan een geheel Koningryk. Zich aan haar verpandende, weeken by hem alle laagere bedenkingen. Zelfs, als Edelman, de gewaande rechten van zynen stand aan die der algemeene Maatschappy gaarn opofferende, was hy één dier weinigen, die het ontwerp van Staats-hervorming, met alle de hoogere uitzichten, daar aan vast gehegt, in zynen kring met nadruk hielp schraagen. Als zoodanig was hy niet slechts een belangryk Lid der Vergadering, maar stondt in hooge achting by de Volks-gezinden. Te recht werd, dus, aan hem een post (die van tweeden Voorzitter) opgedraagen, die zyne Vaderlandsche Deugd, en byzonderlyk ook zyne welspreekenheid, verdiende. Een zedig voorkomen, gevoegd by de gemaklykheid om zich net en cierlyk uit te drukken, deed hem geenen onaanzienlyken rang onder de Redenaars van zynen tyd verwerven, terwyl hy doorgaans het genoegen smaakte, het verstand zyner hoorers te overreeden, en hunne harten te winnen. Welke gewigtige rol hy, naderhand, in de Fransche Omwenteling gespeeld hebbe, zullen ons volgende Tafereelen doen zien.’ | |
[pagina 258]
| |
Wy voegen hier by claude fauchet. ‘Als Kerkelyk Leeraar, gewoon zynde in het openbaar te redenen, had hy die vaardigheid van spreeken, welke altyd de meest gepaste woorden weet uit te kippen, om op het hart te werken. Zich kunstiglyk weetende te schikken naar de vatbaarheid en gesteldheid van hun, met welken hy verkeerde, had hy eenen gereeden toegang tot hunne harten, en mogt zich bykans altyd zeker noemen in de bereiking van zyn doel, daar hy over de gedachten en neigingen van anderen heerschte. By zyne natuurlyke welspreekenheid dat luchtige en dat vrolyke paarende, het welk den Franschman zoo vaak van alle andere Natien onderscheidt, wist hy, ten gepasten tyde, den ernst door een puntig gezeg te ontwapenen, en de hooggespannen drift gemaklyk te bedaaren. Niet ligtlyk te rug gezet door de tegenwerpingen, zelfs niet door de drogredenen, zyner tegenstanderen, om dat zyne wederlegging altyd gereed was, niet ligt overbluft door den stouten aanval, om dat hy in de gedachten ook de oogmerken bespiedde, was hy zeer juist geschikt, om de voorkomende hindernissen spoedig uit den weg te ruimen, en zyne ontwerpen krachtdaadig uit te voeren.’ Menschkunde bestuurt de hand des Schetzers deezer Tafereelen. Het uitvoerigste in dit Deel, de Verovering der Bastille, is bovenal des vol; en levert hy, schilderende, de heilzaamste Lessen op, voorgesteld met een belangneemend hart, en vol Toepassing voor zyne Medeburgers. Wy kunnen niet nalaaten met het slot deezes Tafereels ons Maandwerk op te cieren. Het ombrengen van de launay, Gouverneur der Bastille, een trouwloos Verraader des Volks, vermeld hebbende, vaart hy voort. - ‘Zoodanig was het rampzalig einde van eenen Man, die zich, door een adelyk trots, door vuige baatzucht en wreedheid, tot wandaaden had laaten verleiden, welke onder een heerschzuchtig Bestuur ligtlyk over 't hoofd gezien, maar by eene Natie, tot Vryheid ontwaakende, niet wel gedoogd kunnen worden, en waar toe de nationaale gerechtigheid alleen het tydstip afwacht, om haare geduchte straf uit te oefenen. Ongelukkig voorzeker, dat de geschiedenis ons zelden voorbeelden levert eener Volksgisting, die niet gevaarlyk is voor de Vryheid zelve, welke zy voor- | |
[pagina 259]
| |
heeft te beschermen: want, waar behoort de Vryheid meer te gelden, dan in de zekerheid, welke ieder' beschuldigden toekomt, om zich te verdedigen, en zyne onschuld, zo mogelyk, te bewyzen? Waar wordt zy meer geschonden, dan daar een verward geschreeuw der Meenigte, op eene duistere aanklagt van weinigen, het vonnis velt, en den ongelukkigen vooroordeelt, zonder hem te hooren? Ook dit was het rampzalig lot van deezen anders roemwaardigen dag. Niet slechts de moedige bequard, niet slechts de deugdzaame Major der Bastille, de losme, die, ten allen tyde de trooster en vriend van alle gevangenen, hunne grieven langs duizende wegen had weeten te verminderen, maar ook de flesselles, Prevoost der Kooplieden, werden de slagtoffers der algemeene verwarring en woede. Reeds een ongunstig vermoeden was tegen den laatsten gereezen, uit zyn gehouden gedrag in het Committé, waar in des Volks vertrouwen hem geplaatst had, om de zaak der Vryheid te helpen handhaaven. Zyne menigvuldige te leurstelling der Meenigte, in het afgeeven van beloofde wapenen zyn aandrang, om by voortduuring met den Gouverneur der Bastille te handelen, en hem tot inneeming van gewapende Burger macht, ter haarer verdediging, te beweegen, - de vruchtloosheid van zoo veele mislukkende poogingen, welke den argwaan der ondoorzigtigen ligtlyk gaande maakt, hadden een jammerlyk wantrouwen gevestigd, het geen alleen door de woelige bedryven van den dag in zyne werking was verhinderd. - Thans bragten zyne vyanden eenen onderschepten Brief ten voorschyn, waar in hy de launay tot standvastigheid aangemoedigd, en hem eenen daadlyke versterking van hulptroepen zou hebben toegezegd. Of de brief waarlyk van zyne hand, of hy in eenen vyandlyken zin geschreeven, dan of de geheele beschuldiging een verdichtzel en wrok geweest zy van byzondere persoonen, die zyne standvastigheid in het beteugelen der Volks-drift niet verdraagen konden, laat de geschiedenis nog onbeslist. - Genoeg: de misdaad, schoon onbeweezen, is in het oog der Meenigte zwaar genoeg, om hem, als een verraader, ter strafplaats op te roepen. Een verward geschreeuw keurt hem onwaardig om zyne zitting in den Raad te agtervolgen. Hy biedt zich aan tot het geeven der verlang- | |
[pagina 260]
| |
de opening van zyn gehouden gedrag. Hy verlaat het Raadhuis, en op het oogenblik is de wraak gereed, haaren prooy te verslinden. Een pistool-schot doet hem ter aarde tuimelen, - duizende bajonetten onteeren het lyk van den ontzielden - de moorddaadige byl houwt hem het hoofd af, om hem, tot een afschrik voor alle verraaders, naast dat van de launay, in zegepraal rond te voeren. Heldhaftig Volk van Parys, verwinnaars der Bastille, meesters van een verraad, dat U en den Staat, de vryheid met de welvaart, dreigde te verpletten! - uwe heldhastigheid van deezen dag is te edel, om alle de gruwelen aan u te wyten, wier breeder ontvouwing de inspraak van ons hart, het gevoel van menschlykheid en recht, ons verbiedt. De genade, welke Gy, midden in alle de onrust, aan de geheele Bezetting van het Kasteel verleent, wanneer de edelmoedige Fransche Guardes zich voor haar in de bres stellen, en uw mededoogen inroepen - deeze uwe menschlievenheid is eene te groote strydigheid met de overige moord - tooneelen, om niet ten uwen behoeve alle die verontschuldigingen te doen gelden, welken het welwillend hart zoo gaarn uitspreekt, wanneer het eene besliste deugd door jammerlyke vlekken bezoedeld ziet. Dat dan een onpartydig oordeel, met u te verschoonen, alleen die genen doeme, die de vryheid prediken, op het oogenblik, dat zy haar verwoesten, - alleen die genen, die eene onzalige wraak met den naam van heldendeugd bestempelen, en de niet genoeg onderscheidende Meenigte door hunne schyn-deugden misleiden - hen alleen, die eerst de ondeugd, en daarna de braafheid zelve, in verdenking brengen, om zich op derzelver puinhoopen te verheffen, en alzoo aanzien, eer, gezag, invloed, heerschappy, en eindelyk ook dwinglandy, te oefenen. Grootsch, by uitsteekenheid grootsch, zullen alle uwe bedryven in de geschiedboeken praalen, daar uwe dapperheid geene poogingen onbeproefd liet, om de tiranny tot in haare donkerste schuilhoeken te bevegten en te overmeesteren; maar ook uw voorbeeld moet het leerrykste zyn, dat immer eene Staatkundige Omwenteling gegeeven heeft, of in staat is te geeven. - Uw voorbeeld moet alle andere Volken overtuigen, dat de woelingen van vryheid-schreeuwers altyd te wantrouwen - dat elk tydstip, waar op bepaalde en door het | |
[pagina 261]
| |
Volk goedgekeurde Wetten mangelen, hoogst gevaarlyk - dat de zekerheid van eenen Staat alleen op het gezag van billyke Wetten gegrond is, en dat geen Land by mogelykheid kan gelukkig zyn, waar ieder gedeelte, elke vergaderde Meenigte van Burgers, ja ieder Burger, hoofd voor hoofd, zich de wetlooze stoutheid aanmaatigt, om orde, rust, veiligheid, eigendom en recht, aan een byzonder gevoelen op te offeren.’ |
|