log, welken wy gingen voeren, als de Makkers van den Leeuw, in de komst der Franschen hier te lande geëindigd, spelt hy daar uit voor de Nederlanderen heil, en dat zy geen vrees voor Engeland behoeven te hebben. Wy kunnen den Schryver hier niet volgen; maar alleen het slot overneemen. ‘Door middel der bekomene Vryheid en van de Volksregeering, die alleen voor eene handeldryvende Natie voegt, zal de Handel der Hollanders, verlost van de kluisters der Britten en van eene Regeering van Edelen, welken trotsheid en roofzugt eigen zyn, en onder welke dezelve veragt en gedrukt werd, voorspoediger en bloeiender zyn, dan dezelve zedert 1787 geweest is, en veel meer dan Engeland wel zou wenschen.’
America krygt vervolgens haar deel. Het Tractaat met Engeland staat den Burger theremin zeer tegen. Hy schryft, dit vermeld hebbende: ‘De schoone dagen van washington zyn geëindigd, waarom heeft zyn geluk gewild dat hy zyne glorie overleefde!’
Deenemarken, Zweeden, Pruissen en de kleine Duitsche Vorsten worden in de Staatkundige balans des Schryvers opgewoogen: en de laatstgemelden bovenal schuldig gevonden aan den Handel in Menschen.
By dit alles wordt een tafereel van het Nationaal Character der Engelschen opgehangen, waarin geene ongunstige kleuren gespaard zyn. Men zie enkel het besluit, in deeze woorden begreepen: ‘Het is, dat Engeland, dat alleen van gemeenen vyand en van gemeene zaak spreekt, zelfs alleen de gemeene vyand van alle Mogenheden van Europa is, en dat, zo 'er eene gemeene zaak is, het die van allen tegen hetzelve is. Wy hebben gezien met welk eene stoutheid het zich aan het hoofd der zaaken van Europa heeft gesteld, met welk eene onbeschaamdheid het de zwakken handelt, de intriguen en de magt van het geld, waar door het de magtigsten vervoert, en dat de grootste ryken, in deszelfs hand, niets anders zyn dan werktuigen van deszelfs glorie en heerschzugt.’
Ten besluite treedt de geweezene Gezandschaps-Raad ot het overweegen der Vraagen: ‘wat in het byzonder geval van deezen Oorlog de zulken gewonnen hebben, die zich door Engeland daar hebben laaten inwikkelen, nu het zelve overwonnen is?’ Vervolgens, ‘wat die zelfde Mogenheden in het tegengestelde geval zou-