nis, dan die de klank van Meester geeft; schoon hy openlyk, en onder veele toejuichingen, tot denzelven bevordert was - dan zeer verre was hy in de geheimen der Geneeskunde ingedrongen.’ - Het Dichtstuk vertoont meer blyken van welmeenendheid, dan van poëtisch vernuft. Veele regels ontmoet men 'er, niets meer dan proza op rym gebragt, of door stopwoorden aangevuld. Onder andere de volgende, slaande op des Overledenen Leerlingen, die het Lyk ten grave droegen:
‘My dunkt ik zie hem nog door u daar heenen dragen,
'k Zie hoe gy weenend hem op uwe schoudren heft -
Daar stonden we om zyn graf, met grievend leed doordrongen,
Door droefheid sprakeloos, als marmren beelden, heen,
En bange zuchten aan het lydend hart ontwrongen,
Verbraaken onder ons de diepe stilte alleen.’
Intusschen, om de diepe hoogagting, welke ook wy zelven den voortreflyken van geuns toedroegen, willen wy aan troulja's jeugd gaarne iets toegeeven, en liever zyn gevoelig hart pryzen, dan de gebreken in zyn geschrift ten strengste doorhaalen.