En op 't oogenblik plaatste die hand het Cyffer 1 voor die Nullen, en de stem vervolgde in deezer voege:
Het Cyffer daar vooraan geschreeven,
Geeft aan de Nullen Ziel en Leeven.
En de hand het Cyffer 1 vooraan 't hoofd der Nullen uitgewischt hebbende, plaatste hetzelve toen weder agteraan, en geduurende dien tyd riep de stem my toe:
Ai! plaats nu 't Cyffer eens aan 't end,
Het Volk wordt dus als een, de Vorst als niets bekend.
En ik zeide tegen die stem. De Volken zyn wel zeer dwaas van zich op te offeren voor weezens, die op zichzelven niets betekenen...... Waarom zouden zy 'er zich niet eenmaal van kunnen ontdoen? En de stem antwoordde my: - Eéne Natie heeft 'er reeds het voorbeeld van gegeeven, en een tweede is 'er werklyk mede bezig. - Zie maar wel toe. - Ik ontwaakte, en ik bevond my in Holland - aan de Maas.’
Waren alle Afdeelingen nog zo als deeze Droom! doch geraaken onze Leezers niet op 't leezen aan 't geeuwen, zo over de Vertelling als den trant?