Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1795
(1795)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– Auteursrechtvrij
[pagina 485]
| |
De voornaamste leevensbyzonderheden van den grooten hervormer Martinus Luther.(Naar het Engelsch.)
(Vervolg van bl. 449.)
Terwyl luther's Vyanden juichten over de Uitgave deezer Bulle, lazen diens Aanhangers, wier eerbied voor het Pauslyk Gezag van dag tot dag afnam, de Vervloekingen van leo met de verregaandste verontwaardiging. In eenige Steden werd de Afkondiging dier Bulle met geweld wederstreefd, de Bul in stukken gescheurd, en met voeten getreeden. - Luther zelve, wel verre van 'er door bevreesd geworden te zyn, gaf Aanmerkingen op die Bulle in 't licht; en, zich thans verzekerd houdende dat leo zich schuldig gemaakt hadt aan Godloosheid en Onregt in zyne handelingen, verklaarde hy stoutlyk, dat de Paus de Mensch der Zonde, of de Antichrist, was, van welken in de Schriften des Nieuwen Testaments gesprooken wordt. - Hy ging verder, en maande alle Christen-vorsten aan, om zulk een haatlyk Juk af te schudden, en roemde op zyn geluk, dat hy het Voorwerp was van Kerklyke Verontwaardiging; dewyl hy het gewaagd hadt de Vryheid des Menschdoms voor te staan. Naardemaal men luther's Boeken te Rome verbrand hadt, deedt luther, in wederwraak, alle de Hoogleeraars en Studenten der Universiteit van Wittenberg zamenkomen, en smeet, met veel staatlykheids, onder den toeloop eener verbaazende menigte van Toekykeren, de Boeken over het Kerklyk Regt, met de Bulle tegen hem uitgevaardigd, in het vuur: zyn voorbeeld werd in verscheide Steden van Duitschland gevolgd. Luther deedt meer; hy verzamelde, uit het Kerklyk Regt, eenige der buitenspoorigste Stellingen, betrekking hebbende op 's Pausen Almagt, en de onderwerping daaraan van allen Wereldlyk Bewind. Deeze gaf hy in 't licht met ophelderingen, ingerigt om de Godloosheid van zulke Stellingen aan te wyzen, en derzelver rechtstreeksche strek- | |
[pagina 486]
| |
king om allen Burgerlyk Bestuur het onderst boven te keeren. Tot deezen tyd toe hadt geen Vorst de Gevoelens van luther omhelsd; geene verandering in de vastgestelde wyze van den Kerkdienst was 'er ingevoerd; geen indragt, hoe genaamd, hadt men gemaakt op de bezittingen of het regtsgebied der Geestlyken; en in het geschil, schoon met groote hitte van wederzyden gevoerd, hadt men geene andere wapenen gebruikt dan woorden en geschriften. Maar 's Volks eerbied voor de oude Leer- en Instellingen was geschrankt. Uit alle Oorden des Ryks kwamen de Studenten na Wittenberg, en zoogen, onder Luther zelve, melancthon, carolostadius, en andere uitmuntende Leeraars, Gevoelens in, welke zy niet nalieten te verbreiden, als zy na huis keerden. Luther, schoon volmaakt een vreemdeling in de grondregelen van Menschlyke Wysheid, werd natuurlyk, door de wyze op welke hy zyne ontdekkingen deedt, geleid om zyne werkzaamheden voort te zetten op eene wyze, die meer tot derzelver bevordering deedt, dan of ieder stap ware afgemeeten geweest door de regelen der kunstigste Staatkunde. Toen hy zich eerst tegen tetzel verzette, was hy verre van die Hervorming te bedoelen, welke hy naderhand daarstelde, en hy zou van schrik terug gedeinsd hebben op de gedagte van dat geen, over welks volbrenging hy zich naderhand beroemde. De kennis der waarheid bestraalde zynen geest niet op éénmaal, door eene byzondere verlichting; hy verkreeg dezelve door overdenken en vlytige beoefening; hy vorderde gevolglyk trapswyze. Om de buitenspoorige Stellingen, de Aflaaten betreffende, tegen te gaan, moest hy de waare oorzaaken van onze Aanneemlykheid by god onderzoeken. De kennis hier van ontdekte hem, trapswyze, de nutloosheid der Bedevaarten en Boetedoeningen; de ydelheid van te vertrouwen op de voor- of tusschenspraak der Heiligen; de Godloosheid van dezelve te dienen; de misbruiken van de Oorbiegt; en het harssenschimmig bestaan des Vagevuurs. De ontdekking van zo veele dwaalingen leidde hem vervolgens op om het Character na te gaan van de Geestlykheid die dezelve leeraarde; hun verbaazende Rykdom, de strenge verpligting tot een ongehuwd leeven, met de ondraaglyke gestrengheid der Monnikengeloften, | |
[pagina 487]
| |
kwamen hem voor, de groote bronnen te weezen van het bederf der Geestlykheid. - Van hier hadt hy slegts éénen stap te doen om den Godlyken oorsprong der Pauslyke Magt, welke ten steunzel van zo veele dwaalingen strekte, in twyfel te trekken; de uitslag van dit alles was, dat hy 's Pausen Onfeilbaarheid verzaakte, en tevens allen menschlyk gezag hoe genaamd, en zich beriep op het Woord van god, als de eenige maatstaf van Godgeleerde Waarheid. Aan deezen trapswyzen voortgang was luther zyn op en voortgang verschuldigd. Zyne Toehoorders werden in den aanvange niet geërgerd door eenige Stelling al te zeer aanhortende tegen oude vooroordeelen en heerschende gevoelens. Zy vonden zich ongemerkt geleid van de eene Leer tot de andere; en hun geloof en overtuiging hielden, om zo te spreeken, een gelyken tred met 's Leeraars ontdekkingen. Zodanig was het wys beleid van luther, 't geen zeker veel hielp tot de voortplanting zyner Leerbegrippen: doch 'er waren, ongetwyfeld, verscheide andere veelbeduidende oorzaaken, die men in de tydsömstandigheden te zoeken hebbe, en alle gelukkig zamenspanden om het werk der Hervorminge spoedigen opgang te doen neemen; en welke of niet bestonden, of met geene genoegzaame kragt wrogten, in de dagen van waldus, wickliff en hussGa naar voetnoot(*), wier vroegere poogingen ter Kerkhervorminge vrugtloos waren afgeloopen, schoon men niet konne ontkermen dat eenige zaaden, toen gestrooid, zo veel laater rypten. Dr. robertson heeft, met de keurigheid hem eigen, uitgeweid over deeze oorzaaken; als de langduurige en schandlyke Scheuring, welke de Kerk verdeelde in de XIVde Eeuw; de verfoeijenswaardige Pausschappen van alexander den VI en julius den II; het zedenloos en ongebonden leeven der Geestlyken; de gereeden gemaklykheid met welke zy zondvergiffenis bekwamen, bovenal in Duitschland, waar zy een groot deel der eigendommen aan zich getrokken hadden; de groote personeele Vrydommen der Geestlyken; de Indragten welke zy maakten op het Regtsgebied der Leeken; de schriklyke uitwerkzels der Kerklyke Straföefeningen; de kunstenaaryen der Geestlyken om zich van hunne Aanmaatigingen te verzekeren; het invoeren van meest | |
[pagina 488]
| |
vreemde Kerklyken in Duitschland; de vrugtloosheid der middelen om 's Pausen magt te beteugelen; de Baatzugt van het Roomsche Hof, 't welk den Rykdom van alle andere Landen inslokteGa naar voetnoot(*). Op den Ryksdag te Worms, in den Jaare 1521 gehouden, werd luther gedagvaard. 's Pausen Afgezant wilde hem onmiddelyk als een onverbeterlyk Ketter veroordeeld hebben; doch in dien voorslag wilde de Ryksdag niet bewilligen. Keizer carel de V zondt hem een Vrygeleide, en vernieuwde teffens zyne beloften van beveiliging tegen allen geweld. - Luther twyfelde geen oogenblik om aan dit opöntbod te gehoorzaamen; hy toog na Worms, vergezeld van den Herald, of Wapendraager, die hem den Brief van 't Vrygeleide des Keizers gebragt hadt: terwyl op zyne reis het lot van johan huss, in dezelfde omstandigheden, veele zyner Vrienden voor den geest zweefde; wiens Vrygeleide trouwlooslyk geschonden werd. Met deeze vreeze vervuld, en een dergelyk lot dugtende, baden zy luther, op het ernstigst, het zelfde gevaar niet roekloos in den mond te loopen. Maar zyn kloekmoedige geest was verre verheven- boven die vervaard- en moedloosmaakingen; hy stopte hun den mond met het zeggen; ‘Ik ben wettig opgeroepen om in die Stad te verschy- | |
[pagina 489]
| |
nen; ik zal 'er in den naam des Heeren heentrekken, al waren 'er zo veele Duivels in die Stad als 'er pannen op de daken zyn, en deezen het op my gemunt hadden!’ De bejegening, die luther te Worms ontmoette, mogt men eene ryklyke belooning heeten voor al zynen arbeid, indien trots, ydele eerzugt, en bejag van toejuiching, de dryfveeren zyner daaden geweest waren. Grootere Volksdrommen vergaderden om hem te zien dan zamenschoolden by 's Keizers openbaare Intrede. Het Huis zyns verblyfs was dag aan dag opgevuld met Prinsen en Lieden van den eersten Rang; hy werd ontmoet met al het ontzag en den eerbied, welke men kan betoonen aan de zodanigen, die het vermogen bezitten om het verstand en de gevoelens van anderen te bestuuren. Voor de Ryksvergadering verschynende, gedroeg hy zich op eene zeer voeglyke wyze; doch betoonde niet min vastheids van geest. Gereedlyk erkende hy eene overmaat van drift en bitterheid in zyne Schriften; maar hy weigerde zyne Gevoelens te herroepen, ten ware men hem van derzelver valschheid overtuigde, of toe te stemmen dat ze onderzogt werden naar eenigen anderen regel dan het Woord van god. Bedreigingen en Smeekingen alle even vrugtloos aangewend zynde, stelden eenige Geestlyken voor, het voetspoor te volgen der Kerkvergaderinge van Constans, en de Kerk op éénmaal te verlossen van eene zo verderflyke Kettery, door den Dood van den Invoerder, die thans in hunne magt was. Maar noch de Keizer, noch de voornaamste Leden van den Ryksdag, wilden deeze tweede schennis van de openbaare Trouwe gedoogen; en men liet luther heenentrekken. - Kort daarop vaardigde de Ryksdag een Edict uit, luther, als een hardnekkig en uitgebannen Misdaadiger, beroovende van alle zyne voorregten als een Onderdaan des Ryks; verbiedende alle Ryksvorsten dien Man in bescherming te neemen; en eischende, dat zy allen, naa het eindigen van het verleende Vrygeleide, zouden zamenspannen om hem wel zeker te vatten. Behalven andere medewerkende oorzaaken, werd dit strenge Besluit der Ryksvergaderinge kragtloos gemaakt door een voorzigtigen maatregel des Keurvorsts van Saxen. Toen luther, op zyne t'huisreize, door Altenstein, in | |
[pagina 490]
| |
Thuringen, trok, kwamen eenige gemaskerde Mannen te paard schielyk uit een bosch te voorschyn, omringden zyn Reisgezelschap, en voerden hem, naa die met hem waren te hebben laaten heenengaan, na Wartburg, een sterk Kasteel, niet wyd van daar gelegen. De Keurvorst hadt beschikt, dat hy daar op alles, wat hem aangenaam kon weezen, zou onthaald worden. Maar de plaats zyner verschuilinge werd zorgvuldig bedekt gehouden, tot dat het geweld des tegen hem woedenden storms begon af te neemen, by eene verandering in den Staatkundigen toestand van Europa. - In deeze eenzaamheid, waarin hy zich negen maanden onthieldt, en welke hy dikwyls zyn Patmos noemde, naar den naam des Eilands waar op Apostel joannes gebannen was, betoonde hy zyn gewoonen vlyt en wakkerheid in het verdedigen zyner Gevoelens; verscheide Stukjes in 't licht geevende, welke den geest zyner Aanhangeren opwakkerden, die aan het flaauwen geslaagen was wegens het schielyk verdwynen van hunnen Voorganger. Inmiddels verkreegen zyne Gevoelens meer en meer opgangs in bykans alle Steden van Saxen. De Augustynen van Wittenberg waagden, met goedkeuring van de Universiteit, den eersten stap om eenige verandering te maaken in den openbaaren Eerdienst, door de byzondere Missen af te schaffen, door den Drinkbeker, zo wel als het Brood, aan de Leken te geeven, by de viering des Nagtmaals. Twee gevallen, nogthans, ontstonden 'er, die onoverkomelyke hinderpaalen scheenen te zullen stellen aan den voortgang van luther's hervormende Begrippen in de twee magtigste Ryken van Europa. De eene was het staatlyk Besluit der Universiteit van Parys, de Gevoelens van luther veroordeelende. - De andere was het Antwoord, geschreeven op zyn Boek over de Babylonische Gevangenis, door hendrik den VIII, Koning van Engeland; getyteld: Verhandeling over de Zeven Sacramenten. Dit Werk was niet geheel verstooken van vernuft en scherpzinnigheid; dan werd hetzelve, door de vleiery zyner Hovelingen, opgehemeld als een Werk van zulk eene bewonderenswaardige Weetenschap en Geleerdheid, dat het den Koninglyken Schryver zo verre verhief in Verdiensten boven andere Schryvers, als hy hun in Rang te boven ging. De Paus sprak van dit Werk des | |
[pagina 491]
| |
Konings alsof het by Ingeevinge geschreeven ware, en schonk den Schryver den Tytel van Verdediger des Geloofs.
('t Vervolg en Slot hierna.) |
|