Rechten geplaatst te leezen; gelyk hy ze hier voordraagt: die schryfwyze is hy, naar zyne verklaaring, ‘verschuldigd aan de eenvoudige Vinding van alles zo eens naast elkander geplaatst te hebben.’ - Eene vinding, die hy egter, zo wy vertrouwen, zich niet aanmaatigt; naardemaal dusdanige tegenoverstellingen, in een kort begrip, ons te meermaalen voor lange jaaren voorkwamen, in Werken zeker vóór deezes Schryvers geboorte geschreeven. Wat hier van zy. Zie hier Leezers een voorbeeld van 's Schryvers schikking en van zyne Aantekeningen:
‘Ieder moet stem hebben in de Wetgeevende Vergadering der geheele Maatschappy, het zy persoonlyk, het zy door eene by hem mede gekoozene Vertegenwoordiging.’ |
‘'t Is ieders Pligt aan niemand het nevenstaande Recht te ontzeggen, het zy het in persoon of door zyne Vertegenwoordigers, mede by hem verkooren, wil uitoefenen.’ |
Op deeze Afdeeling vinden wy de volgende Aantekening:
‘Wat de Soort en Wyze van Representatie betreft, deeze zyn veelerlei, en een byzonder Poinct van Staatsregeling voor elk byzonder Land; en de eenige zekere proef, welke de beste is, is de Ondervinding (NB. Nogthans is 'er eene nieuwe nimmer gepractiseerde zaak aan geheel Europa te ontdekken, welke meest alle tot hier toe onoplosbaare Bezwaaren tegen de meeste Staatsformen zou wegneemen, ... Rae! Rae! wat is dat ....?’
Dit leezende, herdagten wy aan 't geen wy bl. 4 aantroffen: ‘Wie licht heeft, dat hy het op tafel zette, al ware het ook nog een zo klein kaarsje.’ - Hier schynt de Schryver ons toe onmiddelyk een Dompertje gereed te hebben. Dit is meermaals zyn geval. En beantwoordt zulk eene schryfwyze althans in 't geheel niet aan het laatste der drie Poincten, in 't schryven, zyns oordeels, in 't oog te houden; ‘de Helderheid, Bepaaldheid en Juistheid der Uitdrukking.’ Hoedanigheden, zeer noodzaaklyk, en hoogst te verlangen; doch die wy in dit Boeksken niet aantroffen.