Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1795
(1795)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– AuteursrechtvrijHet Lyden der Ortenbergsche Familie, door A. van Kotzebue. Uit het Hoogduitsch. Met Plaaten. IIde Deel. Te Utrecht en Amsterdam, by G.T. van Paddenburg en Zoon, en M. Schalekamp, 1794. In gr. 8vo. 276 bl.Het geen wy, by de aankondiging van het Iste Deel deezes Romans, gezegd hebbenGa naar voetnoot(*), herhaalen wy by deeze. Doch schoon wy toen in het denkbeeld waren, van by de mededeeling van dit Tweede Deel vollediger verslag te zullen kunnen geeven van dit den beroemden Kotzebue zo zeer waardig Werk, kunnen wy, indien wy in geen wydloopig verhaal willen vallen, 'er niets anders van zeggen, dan dat deeze geheele Familie met eenen zeer ongunstigen samenloop van omstandigheden heeft moeten worstelen. Karel Fredrik van Ortenberg, een zeer braaf man, moest, van den aanbeginne van zyne ontlookene jeugd, armoede en wederwaardigheden, in zyn jongelingschap en gehuwd leven, op eene ongehoorde wyze, ondergaan, en bezweek, na het verlies zyner Huisvrouwe, veroorzaakt door eenen woesten vervolger haarer deugd, en van zyn geluk, onder den overlast zyner smarten; nalaatende een Zoon, die door eenen getrouwen knegt (die met zyne inhaalige en onmedogende huisvrouw, deswegen, zeer veele moeilykheden uit te staan had) op- en in huis genomen werd. De Oom van dit Kind, Nicolaas van Ortenberg, vond hem, in een allerongunstigst tydstip voor dit Kind, | |
[pagina 312]
| |
en nam hem tot zich. Dees Nicolaas was, van zyne jeugd af aan, een liefhebber van het leezen van Avanturiers, en werd, aan zyne drift gehoor geevende, zelf een Gelukzoeker, en begeeft zich naar de Indiën: daar word hy, na 't uitstaan van veele, niet zeer geloofwaardige, gevaaren en moeilykheden, op eene zeer romanesque wyze, door de Liefde, en het Huwelyk (dat verstaat zich) met eene Dogter van een' Bramin, schatryk; deeze verliest hy, en keert met onmeetlyke schatten naar Europa: vind zyn Neef, en, in denzelven, zyn ongeluk; dat is, hy mist het genoegen zyns levens en zyner uitzichten, en kwynt zich geheel en al weg. - Schoon dit eene zeer treurige Geschiedenis tekent, nochthans is het verhaal, op zyn Kotzebues, niet onaangenaam, ja zelfs, zo wel als leerzaam, vermaakend. Mogt nu de goede Schryver, in zyn ballingschap naar Siberien, (waar van ons de Nieuwspapieren bericht hebben,) de vrolyke Invloeden van zyn' Geest genieten, zoude dit ons, en alle Menschenvrienden, een onbedenklyk genoegen geeven!! |
|