Redevoering ter weering van allen nadeeligen invloed eener zwaarmoedige denkwyze over het werkelyk Nut der Maatschappy tot Nut van 't Algemeen, uitgesproken by gelegenheid der derde Verjaaring van derzelver Utrechtsche Departement, gevierd den 17den van Bloeimaand 1793, door den daar toe benoemden Voorzitter M. Stuart. Uitgegeven door het Utrechtsche Departement. Te Utrecht, by G.T. van Paddenburg en Zoon, 1795. In gr. 8vo. 46 bl.
De kundige Burger stuart, onzen Landgenooten, door zyne zo wel bewerkte Romeinsche Geschiedenis, zo gunstig bekend, beredeneert, in deeze Redevoering, de volgende drie stukken. 1.) Wyst hy aan, dat het onzekere het kenmerk van al het toekomende is; dat echter 2.) niets zonder uitwerking blyft, en dat 3.) onze verplichtingen geenszins afhangen van onze gebrekkige berekeningen van derzelver nuttige gevolgen. Deeze stellingen gebruikt hy, met toepassing op de Maatschappy tot Nut van 't Algemeen, om den moed der Leden van dat Genootschap op te beuren en te verlevendigen, door hen op den zeer waarschynlyken goeden uitslag hunner poogingen te doen hoopen, daar hy hen tot het reeds gestichte nut terugge wyst. - Waarom stuart, die deeze Verhandeling aan de beoordeeling der Maatschappye had onderworpen, goedgevonden heeft, dezelve niet door deeze, maar door het Utrechtsche Departement, te laaten uitgeeven, weeten wy niet. Genoeg is het, voor alle Voorstanderen dier Maatschappye, dat deeze Redevoering het licht ziet; dewyl ze, zo wel in als buiten dezelve, niets anders dan goed kan doen.