| |
| |
| |
Algemeene Vaderlandsche Letter-oefeningen.
De Bybel vertaald, omschreven, en door Aanmerkingen opgehelderd. Benevens eene Verhandeling over den toestand der Volkeren, door de Profeeten bedreigd. IXde Deel. Te Utrecht en Amsterdam, by G.T. van Paddenburg en Zoon en J. Allart, 1794. In gr. 8vo. te zamen 622 bl.
Zo heeft het dan den Heere van vloten mogen gebeuren, zyne zwaarwigtige taak in zo verre te hebben afgedaan, dat alle de Boeken des O. Verbonds, naar het voorgestelde plan bearbeid, thans door den druk zyn gemeen geworden. 's Mans onvermoeiden vlyt in aanmerking genomen zynde, als mede het nuttige en verdienstlyke van zynen arbeid, in verscheiden opzigten, wenschen wy den eerwaardigen Schryver, en ook het Publiek, geluk, met derr dus volvoerden arbeid. By meer dan ééne gelegenheid hebben wy onze hoogagting betuigd voor de Boeken van het O. Verbond, niet slegts als dierbaare gedenkstukken der Oude tyden, als welke de meeste heden bekende profaane Schryvers in Oudheid te boven gaan, maar inzonderheid ook als bronnen en bewaarplaatzen van zeer veel zuiverer godsdienstige kundigheden, dan by de meest verlichte Volken bekend waren, en aan welke, 't geen deeze Volken, van die zuiverer kundigheden, meer of min ongemengd wisten, voornaamlyk moet worden toegeschreeven. Alle arbeid, ter ophelderinge van zulke belangryke Boeken aangewend, verdient billyken lof, vooral wanneer dezelve in de manier van van vloten wordt volvoerd. Gelyk 's Mans naam, by alle Bybelminnaars, thans in eere en hooge waarde wordt gehouden, dus zal ook dezelve, by de laate naakomelingschap, in zegening herdagt worden. En daar zyn Eerw. in de Voorrede zegt, met het bearbeiden van het N. Verbond reeds verre te zyn gevorderd, wenschen wy van harte, dat de waardige Schryver, in den wankelen staat zyner gezondheid, genoegzaame kragten moge behouden, om ook dat voor de Christenen nog gewigtiger gedeelto der gewyde Schriften
| |
| |
door zyne Omschryving en ophelderende Aanmerkingen op te klaaren.
Met dit alles willen wy niet aanduiden, als of wy, hier en daar, geene misslagen, naar ons inzien, ontdekt hadden. Nu en dan hebben wy dezelve opgemerkt en aangeweezen. - 't Smart ons dat dezelve, tegen onze bedoeling, den Heer van vloten wel eens in een geemlyken luim gebragt hebben. Een Werk van zo langen adem, handelende over een Boek, zo duister in menigvuldige opzigten, geheel zonder misslagen, ware iets, 't welk van de uitgebreidste geleerdheid en schranderste oordeelkunde niet mag verwagt worden. Doch het is daarom niet minder een voorwerp van hoogagtinge. De regel van horatius, in de beoordeeling van een Gedicht, geldt by ons omtrent alle andere Schriften,
Ubi plura nitent in Carmine, non ego paucis
Offendar maculis, quas aut incuria fudit,
Aut humana parum cavit natura.
Behalven het Boek van daniel, bevat dit Deel de twaalf, dus genaamde, kleine Profeeten. Ieder Boek of Geschrift wordt, naar gewoonte, voorgegaan van eene Inleiding, waarin over den Schryver en over zyn Geschrift wordt gehandeld. De historische Verhandeling, welke, volgens des Schryvers eigen verklaaring, hem ‘ongelooflyk veel moeite heeft gekost,’ draagt de blyken van oordeelkunde en geleerdheid. Wy beschouwen dezelve als een zeer nuttig toevoegzel, 't welk over de Profeetische Schriften een aanmerkelyk licht verspreidt. Eene aandagtige beoeffening dier Verhandelinge behoorde het leezen der gemelde Schriften vooraf te gaan. De gewyde en de ongewyde Geschiedenis zyn zo naauw verknogt, en in elkander als ingevlogten, dat de eene zonder de andere bezwaarlyk, of liever in 't geheel niet, kan verstaan worden.
Tot eene proeve valt thans onze keuze op de Vertaaling, Omschryving en andere Opheldering, der vermaarde plaats by daniel, Hoofdst. IX. 24-27. Voor de uitgebreidheid onzes Uittrekzels zullen wy geene verschooning vraagen. De Vertaaling dier plaatze luidt aldus: vs. 24. ‘Zeventig zevenen zyn voor uw volk zo wel als voor uw gewyde Stad, de korste tyd, om den afval te stuiten, de misdaden te eindigen, en het onrecht weg te
| |
| |
nemen, de oude billykheid te doen herleeven; het gezicht van den Profeet te bevestigen, en het allerheiligste weder in te wyden. vs. 25. Merkt dan, en begrypt dit: van den uitgang des bevels, voor de wederkeering, en voor den opbouw van Jerusalem, tot op Messias, den Vorst, zyn zevenen, op twee en zestig zevenen; dan zullen marktpleinen, en omgravingen gestigt zyn, doch in eenen zorgelyken tyd. vs. 26. Na twee en zestig zevenen, zal de Messias uitroeijen, doch niet voor zich; en een volk des Vorsten, dat komen zal, zal stad en heiligdom verstoren, en zyn einde zal snel wezen, en tot [of na] het einde des krygs, zullen verwoestingen volgen. vs. 27. Dit zal het Verbond in velen sterken, één zeven lang; en op de helft van die zeven, zal het slacht- en spysoffer ophouden, en over den vleugel der grouwelen, zal een verwoester zyn, tot het einde: zo ylende zal ze over de verwoeste steden stromen.’
Om niet te lang te zyn, zullen wy de omschryving deezer plaatze agterlaaten, bepaalende ons alleen zo tot de algemeene, als tot de byzondere, Ophelderingen. De algemeene Opheldering is van deezen inhoud.
Vs. 24-27. ‘Als myn lezer, volgens de gewoone wyze van verklaring, verschillende wyzen van uitlegging begeert te vergelyken, kan hy in harenbergs Commentarie, of in den Bybel der Natuur Xde Deel, overvloedigen voorraad vinden, en zien, hoe elk Uitlegger op zyne wyze de zwarigheden zogt te ontduiken, welke zyn aangenomen gevoelen drukte (drukten); onder deezen zyn de uitleggingen van venema en van schutte, schoon onderling aanmerkelyk verscheiden, de naaste om naar den prys van goedkeuring te dingen; de eerste heeft, Chronologisch berekend, niemand gehad voor hem of na hem die het verder bragt; op 9 jaaren na, heeft hy den toestand van het herstel van den staat, en den ondergang van Jerusalem, gevonden; durft men zon- voor maa-jaaren in de rekening aanneemen? in men niet afkeerig om, wanneer 'er knoopen in den schakel voorkomen, die mede op te winden, dan kan men in een zaak van dat gewicht zich gemakshalve daarmede voldoen; schutte heeft boven venema dit vooruit, dat hy meer vakken van zyne uitgebreide geleerdheid in dit stuk heeft doen werken; boven zyne Chronologische bekwaamheden, heeft hy zyn spraakkennis, in den hoogsten graad, doen werken; zyn
| |
| |
Geographische kundigheden, zyn vruchtbare geest om de geschiedkundige denkbeelden toetepassen, zyn onvergelykelyk; maar ziet! terwyl wy den man bewonderen, gevoelen wy onder de hand dat deze zo aanmerkenswaardige voorzegging ons niet alleen donkerder word, maar dat overal de onnatuurlykste veronderstellingen de aaneenlassing van het geheel bezorgd hebben; het is zeker, wilde men met vrucht iets onderneemen, men moest onbevooroordeeld nader onderzoeken, wat hieromtrent door anderen als waarheid aangeweezen was, en men moest zich een duidelyk begrip van het ware standpunt der zwarigheden maken; in dit opzicht heest niemand aan dit Schriftuur-bewys meer voordeel aangebragt dan j.d. michaelis in zyn Versuch uber die 70 wochen daniels, daar hy ten grondslage heeft gelegt, dat daniels begeerte om het herstel van stad en tempel te weten, niet beantwoord werd door het opgeven van den sterftyd des Messias in de laatste verwoesting van stad en tempel; uit theodoretus kan men zien dat de Kerkvaderen aan zoortgelyke verklaring zelfs niet gedagt hebben; - de text is evenwel noch niet genoeg voor bedenkingen beveiligd om zich daarop te kunnen gronden; hoe veel randlezingen zyn 'er niet? hoe veel vreeze, dat 'er vooral in de getallen fouten mogten ingeslopen zyn? daar by hebben wy daniel niet naar de egte overzetting der 70, maar van theodotion, welks gebrek uit een Handschrift te Rome, in den jaare 1772, gelukkig hersteld is, en een verbazende invloed op deze uitlegging heeft; het standpunt, waarin michaelis deze woorden plaatst, komt hierop neder: voor de 70 jaaren ballingschap, zullen 70 jaarweken ter vergoeding komen; van cyrus af tot aan de komst van pompejus ging het den Joodschen staat voorspoedig, en toen
had alles allengskens vervulling, het geen in het 24ste vs. als voorregten opgenoemd werd; het tweede gezichtpunt is in het 25ste vs. en gaat van den herbouw der stad tot aan deszelfs ondergang; daarin zyn de volgende aanmerkelyke vakken: binnen 62 maan-jaaren begon de treurige Oorlog met het veroveren van het fort Antonia door de Jooden, toen cestius gallus geslagen, en de stad weder van beleg bevryd werd, dan hebben wy nog eene week dat is 7 jaaren van het beleg door titus tot de gansche verwoesting van den Joodscheu staat, een bestek
| |
| |
van 7 jaaren, beginnende met het 66ste zon-jaar, op de helft van die week hield het offer op, en de stad werd veroverd op het 70ste jaar; nog drie jaaren daarop duurde dien Oorlog over het gansche Joodsche land. - Elk ziet dat wy ons hier bekort hebben, en maar alleen opgegeeven hebben de tyds-bepaalingen, waar naar daniel begeerig was, en welke hier de moeijelykheden veroorzaken: zo die gevonden zyn, laat zich het overige zeer wel vereffenen; het gevoelen van den Ridder michaelis heeft dit boven anderen van later tyden vooruit, dat de Messias hier zeer wel inkomt, doch als Richter over het lot van Jerusalem, naar de beste lezing der Handschriften, heeft dit egter ook veel dat gedrongen of willekeurig is; men neeme alleen de jaarweeken dan voor 7 jaaren te neemen, en dan eens voor een jaar; hoe veel moeite heeft het daarenboven in, om alles te wringen in het tafereel der geschiedenis van cyrus af tot pompejus: de gedugte vervolgingen onder antiochus epifanes zyn dan maar kleine donkere wolkjes voor den Joodschen staat, die nergens toe dienden, dan om aan de natie vryheid en dapperheid te bezorgen; hoe veel leerzaams, zonder agterhoudenheid, 'er in 's mans voorstel is, voor elk die ware Bybelkennis mint, vind ik het nogthans onnatuurlyk, alle die vooronderstellingen aan te neemen. Toen onder verscheiden Schrift-Uitleggers het gezag der aanhalingen uit het O.T. en (in) het N.T. niet meer zo onfeilbaar verklaard werd, begon men gansch anders over deze woorden te denken; een ongenoemden gaf in Engeland een free Inquiry into the Vision of Daniel. Lond. 1776. deze brengt alles op cyrus, en de lotgevallen, die de Jooden onder het herbouwen van stad en tempel gehad hebben; zeer velen gevoelden het verbazend stoute en gewrongene van deze verklaring, en sloegen dan een natuurlyker
weg in, waarin marsham had voorgegaan; men begon het standpunt toen van cyrus af tot aan antiochus epifanes te plaatzen. Die nog een stap verder gaan, en de geliefde versie van Duitschland minnen, hebben deze versen voor eene glosse der Rabbynen verklaard. Ik wil niet ontveinzen dat eichhorn, die onbetwistbaar de beste proeve gegeeven heeft van doorzicht in de beelden, welken in daniel, en in de Openbaring van johannes, voorkomen, zeer veel leerzaams gegeeven heeft, het welk elk minnaar
| |
| |
van waarheid behoorde te onderzoeken. Want het is geen eerbied voor de Bybelschriften, maar styfheid, een gevoelen eenmaal omhelst te verdedigen; men moet ook in staat zyn zulks van bedenkingen die waarschynlykheid hebben te ontheffen; ik wil myn lezer behulpzaam zyn in het onpartydig onderzoek, het welk elk weldenkende over dit Schriftuurbewys behoorde in agt te neemen: 1. Het kan niet ontkend worden dat de vyf laatste Hoofddeelen van daniel, die zyn eigen opstel wis zyn, meestal in de byzonderheden op antiochus epifanes nederkomen; het is dan ook niet vreemd dat in deze nadere ontwikkeling van gabriel zulke omstandigheden inkomen, die hem betreffen, omtrent welken daniels geest zich in zyne voorspellingen het meest bepaalde, dit is zyn ultimaat zelfs in zyn gezichte in het VII Hoofddeel; 2. Men moet ook de uiterste naauwkeurigheid, en tevens bepaalde denkbeelden uit vergelyking van de beste lezing, omtrent de getallen in agt neemen, en niet eerst met eichhorn alles maar bepaalen op antiochus epifanes; en ziet men dan dat de 70 weken van het 24 vs. dezelve verklaring van jaarweken vordert, wil men dan de stoute gedagte maar aanneemen, dat jeremia (daniel) geen 70 jaaren, maar 70 jaarweeken bedoeld heeft, en dit zo in den text in te dringen, en dan by het slot van alles zeggen: deze rekening ruikt vry Kabbalistisch, zulks is by my of niet eerlyk, of overgegeeven los; 3. Eindelyk moeten wy omtrent de lezing en de betekenis van het woord Messias zeker zyn; hy word in eenen adem met den Vorst of met het leger van den Vorst genoemd; volgens deze gronden zullen wy in de byzondere verklaring op deze hoofd-idëen naauwkeurig letten, en eerlyk opgeeven, wat wy daar omtrent vinden.’
Voor zo veel deeze algemeene Aanteekening nog al iet opmerkelyks bevat, hebben wy dezelve wel willen overschryven. Thans gaan wy des Heeren van vloten's byzondere aanmerkingen op ieder vers voordraagen.
Vs. 24. ‘Zo men de Hebreeuwsche text gezag geeft boven de overzettingen, moet men weken of jaaren onbepaald laten, zynde deze invulling alleen afhanglyk van de meening der Overzetters; ééne zeven, is dus de eigentlyk oorspronglyke lezing, zevenen, zyn over u bestemd; - of is voor uw volk afgesneden of afgekomen; om het enkelvoud neemen wy het bepaald
| |
| |
voor een naamwoord. - Twee lezingen heeft men, omtrent de zonden te verzegelen of die te doen eindigen, die beide een aanmerkelyk verschil uitmaken; de laatste verdiend de voorkeur op het gezag der overzettingen, waaronder ook die is te Rome uitgegeeven. - De schuld te verzoenen; hier schynt de versie van 1772 de voorkeur te hebben, vooral om het volgende, door de onzen vertaald: eene eeuwige geregtigheid aantebrengen; eeuwig heeft hier alleen in het denkbeeld van den Vertaler zyn vastigheid; de text zegt niets anders dan de oude geregtigheid te herstellen; hier voor neemt michaelis: de oude onschuld, het geen ik geenzins kan instemmen; dan liever de geregtigheid van de oudste tyden, de regtvaardigheid die in de patriarchale familie plaats had, - en het gezicht des Profeets te verzegelen; zo leest een der beste Hebreeuwsche Handschriften; - het laatste: heiligheid der heiligheden, met onze Overzetting, te neemen voor den Messias of den heiligen, is met stinstra gewis het algemeene gebruik van deze zo dikwyls voorkomende spreekwys te verlaten, en te willekeurig; zo houd alle zekerheid voor een vertaling op; maakt men nu van het geheel hier eene vertaling, gegrond op de gedagten der 70 jaarweken, dat is 490 jaaren, dus de korste tyd; neemt men dit van maan-jaaren, dan valt zulks in den tyd dat pompejus den Jooden de Souvereiniteit ontnam; ik houde my by de gedagten dat het een antwoord is voor daniel: 70 jaaren zyn bepaald, enz. en heb de stille gissing dat oude en betere Handschriften ons nog eenmaal de ware lezing zullen geven, in tien zevenen hier laten werken.’
Vs. 25. ‘Weet en verstaat; hier heeft de Versie van Rome veel meer woorden, en schynt meer Paraphrast te zyn: gy kunt weeten en kunt 'er u over verheugen als gy ziet, hoe het befluit met het gevolg overeenstemt; dit heldert niets op, dan by wyze van omschryving, en 't heeft geen moeijelykheid. - Meer betekent het wat uitgang des woords hier zy, de naaste gedagten zyn deze twee; het edict van cyrus of het bevel, het geen gabriel bekwam tot onderricht van daniel; my dunkt het is beslist uit het 23 vs. en wy hebben hier geen keuze meer, en moeten het zo neemen zo als wy 't geven, zonder te vragen of het in de rekening wel uit komt; dus doende schikken wy de hypothese niet
| |
| |
naar de woorden, maar handelen omgekeerd. - Om te doen wederkeeren en om Jerusalem te bouwen; het eerste voelt elk, dat hier weder stroef inkomt, en eene verdagte lezing schynt te zyn, om Jerusalem op te bouwen en te herstellen, zegt het Hebreeuwsch; de text van Rome, en men zal Jerusalem voor den heer tot een stad bouwen. - Hier is aanmerkelyk verschil, de overzetting van theodotion heeft ze ook niet; - ik behoude de gewoone eenigzins. - Meer moeijelykheid heeft het woord door Messas vertolkt betekenende Gezalfde: het kan ook een eigen naam zyn, maar in den eersten zin kan het een adjectivum zyn of een substantivum; als het substantive genomen word, dan kan ik met michaelis noch niet zien dat het Koning moet betekenen, alschoon het zo meest gebruikt word; dit gevolg gaat gewis niet door, hier verlaat ons de Roomsche Versie; eichhorn leest tegen de Constructie by de Hebreën: den gezalfden overwinnaar voor Messias den Vorst; of wy het als een eigen naam moeten neemen, kan niet dan door het geen volgt beslist worden: wy gaan dan voort: zyn 7 weken en 62 weken; in de oude Hebreeuwsche Handschriften vind men niets daarvan in dit vers, maar wel vind men deze woorden in het 27ste vers geplaatst; het is zeker dat dit vers dan vlotter leest; de vermaarde overzetting leest: na zeven-en-zeventig en 62 Jaaren zal de Zalving afneemen en ophouden te zyn; en vereenigd het dus met het 26 vers, deze spreekt ook niets van het herbouwen van straten in beangstigste tyden; het is ongetwyfeld dat de Hebreeuwsche Codices, enz. vryheid geven te lezen: Zevenen,
zeventig jaaren, zeventig weken, dus wy hier niet bepaald worden, alleen 62 weken zyn bepaald; hier valt niets verder te onderzoeken; - omtrent het laatste lid heb ik geene moeijelykheden gevonden, en kan niet zien waarom andere Uitleggers zich hier zo vermoeien.’
Vs. 26. ‘Na twee-en-zestig zevenen of weken, zal de Messias uitroeijen of uitgeroeid worden, beiden kan buiten de punctatie gelezen worden; volgens de punctatie moet het zyn: uitgeroeid worden; maar jezus christus zich van deze woorden bedienende, heeft ongetwyfeld gelezen: zal uitroeijen; - het volgende is donker, eigentlyk staat 'er: doch niet voor hem; dit heeft men volgens een Rhetorische figuur vertaald, en
| |
| |
zal niet meer zyn; een andere lezing geeft ons letterlyk: hem zal het gerichte zyn; wat hier het ware is, moet het verband der woorden, zoo het mogelyk is, alleen beslissen; - 'er volgt naar den letter: en een Volk van den Vorst, het welk komen zal, zal stad en heiligdom verstoren; in de woorden op zich zelven, is noch moeijelykheid, noch dubbelziunigheid in de lezing; onzekerder zyn de volgende woorden, de zin is ongetwyfeld: 's Volks einde zal zyn een snelle vloed; hierdoor wierden volgens Matth. XXIV. de dagen afgekort, hierom zie ik niet zo zeer op de algemeene overstroming, dan wel op de snelheid van den vloed; hiermede stroken de volgende woorden: en tot het einde van den Oorlog reiken de verwoestingen; kennicot heeft een Handschrift gegeeven, dat leest: na het einde van den Kryg volgen verwoestingen op den anderen; waren 'er verscheiden Handschriften die zo lazen, wy zouden die verre de voorkeur geven; het Grieksche Handschrift, te Rome uitgegeven, valt in het tegengestelde: de verwoestingen zullen weggenomen worden; bleyney heeft hier weder een anderen weg gegaan, die nader door verandering van lezing in de gewoone verklaring en berekening invalt, on daniel IX. Oxf. 1765.’
Vs. 27. ‘Dit vers baart ongetwyfeld de meeste moeijelykheden; het Roomsche Grieksche Codex leest: het verbond zal verscheiden weken kragt doen, en op het einde der weken zal het brand- en spys-offer ophouden; een duidelyke zin, maar teffens eene lezing die verbazend van onzen text verschilt; het zal het verbond voor velen sterk maken, één zeven lang, op de helft van die zeven, enz.; een verbond sterk maken, kan zyn, of de Godsdienst zal hen moed geven, of volgens eene andere betekenis by de Arabieren meest in gebruik, de verbondenen zullen rebelleeren, of liever: door de verbintenis zal men rebelleeren; voorts is de Hebreeuwsche text in den zin klaar, wat de volgende woorden betreft: en over den vleugel der grouwelen een verwoester; een Handschrift van de rossi is het met de Roomsche Versie eens: in of over den tempel zullen grouwzaame verwoestingen zyn; het laatste is eigentlyk naar de letter: of tot het einde zo snel (toeschietende) zal ze stromen over het verwoestede; hier stemt het Roomsche Handschrift in beknoptheid met de gewoone Grieksche overzetting overeen. Het resultaat van alles is, daar
| |
| |
wy den schyn van veranderingen in den text niet gemaakt hebben, om dat de lezingen in de verschillende Hebreeuwsche Handschriften, zo wel als in de verscheiden overzettingen, niets beslissends gaven, wat moet men op de grammaticale verklaring nu naar het oogmerk doen, en hoe het in de omschryving behandelen? hier zyn twee stellingen, die beide stem tot de ware verklaring hebben; het gansche bezoek, de aart der gezichten, de spreekwyzen by getallen gevoegd, doen ons verwagten dat hier gewis van antiochus epifanes zal gesproken worden; omtrent wien daniel zo uitvoerig is, en waarop byna alle zyne gezichten nederkomen; de tweede is jezus christus volgens alle de Euangelisten, zelfs josephus, die als vleier van den Vorst, naar zyne Theologische denkbeelden, ook titus vespasianus vond, zou 'er haast toe overgegaan zyn om Vorst en Messias voor een persoon te houden, althans hy brengt de woorden ook op den ondergang van den Joodschen staat onder de Romeinen; en moeten wy aan die algemeene uitlegging in de tyden des N.T. dan ook geen stem geven, dan kon het gevoelen van den Heer Prof. kluit in zo verre als uitlegkundig mogelyk beschouwd worden, zo dat men dan eens weken voor weken, dan eens voor 7 Jaaren, dan eens voor 10 Jaaren nam? dan zou mogelyk myne opgave Historisch uitgevonden kunnen worden, doch zo lang ik daaraan ten sterkste twyfel, heb ik 'er niet aan durven denken; het is willekeurig hoe men rekent, als men het doet om iets uit te vinden, maar het is niet willekeurig als men by de manier van schryven en rekenen door daniel gebruikt, wenscht te blyven.’ |
|