| |
Aardrykskundige beschryving en omstandig berigt van den staat Kentucky, in Noord-America.
(Overgenomen uit imlay's en filson's Topographical Description of the Western Territory of North-America.)
(Vervolg en Slot van bl. 534.)
Onder de Natuurlyke Zeldzaamheden van het Landschap Kentucky, verdienen de kronkelende oevers, of liever steilten, der Kentucky- en Dick-Rivieren de eerste plaats. Het verwonderd oog aanschouwt daar bykans overal drie of vier honderd voeten van vaste lynrecht overeind staande kalksteene rots; op zommige plaatzen schoon wit marmer, of fraay boogswyze, of op elkander gestapeld als steenen van een gebouw. Deeze steilten zyn gelyk de kanten van een Kanaal; het land daar boven vlak zynde, uitgenomen waar men kreeken vindt, en
| |
| |
bezet met schoone bosschen van rooden Ceder. Het is alleen op byzondere plaatzen waar men deeze Rivier kan overtrekken: een derzelven is verwonderenswaardig: een groote weg, breed genoeg voor wagens, gemaakt door de Buffels, loopt, met eene langzaame afhelling, van den top tot het benedenst van een zeer grooten steilen berg, tot of na de Rivier boven Lees-town.
Verbaazende onderaardsche Holen vindt men in dit Land. In eenige derzelven kan men verscheide mylen reizen onder rots van kalksteen, gesteund door schoone boogen en pylaaren; in de meeste stroomt een waterbeek.
Naby den oorsprong van de Salt-River, heeft men onlangs een onderaardsch meir of grooten poel ontdekt. Colonel bouman zegt, dat hy, met nog iemand vergezeld, vier uuren in hetzelve omreisde, tot hy gelukkig den mond weder aantrof. Dezelfde Heer gewaagt van een ander, 't welk werkt als een lugtfornuis, en veel zwavels bevat. Wie zich in een van deeze beide waagt zonder licht, kan een volkomen denkbeeld krygen van de oorspronglyke duisternis.
Groote natuurlyke Verzamelplaatzen van Zwavel en Zout zyn 'er in dit Land. Een Bron te Boonsburrow werpt, by aanhoudenheid, zwavelagtige deeltjes op; en digt by dezelfde plaats is een Zoutbron. Een tweede Zwavelbron is by Four Mile Creek, een derde aan Green-River, en veele andere op onderscheide plaatzen, overvloed opleverende van dit nuttig Mineraal.
'Er zyn drie bronnen van Joodenlym by Green-River, die geen stroom vormen, maar zich in een algemeenen Verlaatbak ontlasten. Deeze stoffe, in Lampen gebruikt, beantwoordt aan alle de einden van de beste Olie.
Verscheide plaatzen hebben overvloed van Koperrood, gemaklyk te bekomen, en, in den ongezuiverden staat, genoegzaam tot gebruik der Inwoonderen; en, gezuiverd, zo goed als eenig in de wereld.
Aan de Zuidzyde van Cumberland-River is een Aluinbank, gelegen aan een afhelling van rotzen, daar over uitsteekende. In den tegenwoordigen staat heeft hetzelve 't voorkomen, en bezit de kragten, van dat Mineraal, en is, gezuiverd, zeer schoone Aluin.
Veele schoone Zoutbronnen brengen gestadig water voort, 't geen, bewerkt, veel zeer goed Zout oplevert. Voor tegenwoordig is 'er slegts één, Bullets-Lick geheeten, aan den gang, en geeft Zouts genoeg voor geheel
| |
| |
Kentucky; ook wordt 'er van uitgevoerd na de Illinois. Drinnons-Lick, de Bigbone en de Blue-Licks, geeven stroomen Zoutwater uit. De Nob-Lick en verscheide andere brengen geen water voort, maar bestaan uit klei, gemengd met Zoutdeelen; na dezelve vervoegt zich het Vee, en brengt, door gestadig getrappel, hooge heuvels eer tot daalen dan tot vlakten. De verbaazend groote kudden Buffels, die derwaards heenen trekken, vervullen den Reiziger met verwondering en schrik, door derzelver menigte en grootte; inzonderheid als hy opmerkt de ontzaglyke wegen, welke zy gemaakt hebben van alle kanten, even als of dezelve na een volkryke Stad liepen. De groote uitgestrektheid lands, rondsom deeze Bronnen, is zo verwoest, als of 'er een stroopende vyand geweest ware; de hoogten zyn gevlakt; want het land, omstreeks deeze Bronnen, is zeer heuvelagtig. Dit zyn waarlyk Zeldzaamheden, en het oog kan zich naauwlyks van bewondering verzadigen.
Een Geneeskragtige Bron heeft men gevonden by Greatbone-Lick; deeze heeft, door éénmaal 'er in te baaden, de Schurfdheid geneezen; de ondervinding zal met den tyd meer geneeskragts daar in ontdekken. Men trest 'er een van gelyken aart aan, niet verre van Drinnons-Lick.
Digt by Lexington zyn zeldzaame Begraafplaatzen te zien, vol van Menschengeraamten. Die Begraafplaatzen zyn in deezer voege vervaardigd. Eerst liggen op den grond groote breede steenen, op deeze zyn de Lyken geplaatst, van elkander door zwaare steenen afgescheiden, overdekt met andere, die ten grondvlakte dienen tot een volgende byeenschikking van Lyken. In deeze orde zyn ze gebouwd, zonder kalk, en loopen allengskens naauwer toe, tot een mans hoogte. Deeze wyze van begraaven verschilt geheel en al van die thans by de Indiaanen in gebruik is.
By een Zoutbron aan de Ohio treft men zeer groote Beenderen aan, in kloekheid verre te boven gaande die van eenige soort van Dieren, nu in America voorhanden. De Kop blykt omtrent drie voeten lang geweest te zyn, de Ribben zeven voeten, de Dybeenen omtrent vier; een derzelven is te vinden in de Boekery te Philadelphia, en men zegt, dat het acht en zeventig ponden weegt. De Slagtanden zyn meer dan een voet lang; de Kiezen of Maaltanden omtrent vyf duimen vierkant, en acht duimen lang. - Deeze Beenderen hebben even
| |
| |
zeer de verwondering gaande gemaakt der onkundigen, als de aandagt des Wysgeers getrokken. Stukken van dezelve heeft men na Frankryk en Engeland gezonden, waar men dezelve naauwkeurig onderzogt, en, by vergelyking, bevonden, heeft, dat het Overblyfzels waren van dezelfde soort van Dieren, die de opgedolven Beenderen opleverden, welke ontdekt zyn in Tartarye, Chili, en verscheide andere plaatzen, zo in de Oude als in de Nieuwe Wereld.
Welk een Dier dit is, en hoe het bykome dat de Overblyfzels van 't zelve gevonden zyn in Gewesten, zo verre van elkander verwyderd, en waar tegenwoordig geen zulk Dier bestaat? is een Vraagstuk zeer moeilyk op te lossen. De Tartaaren kennen die Beenderen toe aan een Schepzel, door hun Maimon geheeten, 't welk die onkundigen en bygeloovigen zeggen, dat zich doorgaans op den grond der Rivieren onthoudt, en van welken Maimon zy veele wonderbaare zaaken vermelden; doch, daar deeze verzekering bewys van waarheid, en zelfs van waarschynlykheid, ontbreekt, is dezelve, met het hoogste regt, door de Geleerden verworpen; en, aan den anderen kant, gaat het vast, dat geen zulk Tweeslachtig Dier in onze Americaansche Wateren bestaat.
De Beenderen zelve hebben eene groote gelykheid op die van den Olyphant. 'Er is tegenwoordig geen ander Landdier bekend, groot genoeg om ze omgedraagen te hebben. De Slagtanden, met welke zy even zo voorzien waren, leveren ook even zo het waare Yvoor op. Deeze uitwendige gelykvormigheden hebben oppervlakkige Waarneemers, over 't algemeen, doen besluiten, dat zy niet kunnen toebehoord hebben aan eenig ander Dier dan dit grootste onder de thans bekende viervoetige Dieren; en, toen zy eerst de aandagt der weetgierige wereld trokken, schynen de Wysgeeren dit gevoelen onderschreeven te hebben.
Maar, indien het zo ware, hoe komt het, dat deeze geheele Dierensoort uit America verdwenen is? Dat de Peruviaanen een zo werk- en zo leerzaam Dier, als de Olyphant, indien 't zelve in hun Land bestaan hadt, over 't hoofd konden zien, daar zy Dieren, als de Llama en de Paca, in die hoedanigheden zo veel minder, tot dienstbaarheid en een tammen staat opbragten? Van waar komt het, dat deeze Beenderen gevonden worden in Lugtstreeken, waar de Olyphant, een Inbooreling van de Brandende
| |
| |
Wereldriem, in zynen natuurstaat niet kan leeven, en, getemd, niet voortteelt? Dit zyn zwaarigheden, geschikt om de Ligtgeloovigheid zelve over staag te werpen.
Eindelyk kwamen de naaspeuringen van Dr. hunter aan den dag. Deeze beroemde Ontleedkundige, Beenderen van de Ohio gekreegen hebbende, onderzogt ze met die naauwkeurigheid, waarin hy zo zeer uitstak. Hy ontdekte een groot verschil tusschen de gedaante en het maakzel van deeze Beenderen en die van den Olyphant. Hy ontdekte, uit de gedaante der Tanden, dat ze moesten behoord hebben aan een Vleeschvreetend Dier; terwyl de Olyphant verre is van zulk voedzel te nuttigen, en de kaaken geheel onvoorzien zyn van Tanden, ten dien einde noodig. Uit alles maakte hy op, tot groot genoegen der Natuurkundigen, dat deeze. Beenderen behoord hadden tot een viervoetig Dier, thans onbekend, en welks Ras waarschynlyk is uitgestorven, of 'er moesten overblyfzels van gevonden worden in het wyduitgestrekt Vasteland van Nieuw-Holland, in welks diepe schuilhoeken, de nieuwsgierigheid of winzugt der beschaafde Volken, tot nog niet is doorgedrongen.
Kan dan zulk een groote schakel uit de keten der Natuure verlooren geraakt weezen? Gelukkig onzer dat het kon! Hoe schriklyk een Vyand voor het Menschdom, een Dier zo groot als de Olyphant, de Dwingeland der Bosschen, misschien de Verslinder der Menschen! Volken, als de Indiaanen, moesten, by het bestaan van zulke Dieren, in gestaâge onrust leeven. De oneenigheden tusschen de onderscheide Stammen moesten opgeschort blyven, tot dat de algemeene Vyand, die aller bestaan dreigde te vernietigen, uitgedelgd ware. - Aan deeze omstandigheid zyn wy, waarschynlyk, verschuldigd eene Gebeurtenis, welke misschien éénig is in haare soort, de uitdelging van een geheel Ras van Dieren uit het stelzel der Natuure.
De Heer filson besluit zyn Verslag van Kentucky met de volgende. Waarneemingen over de gelukkige omstandigheden, die de Inwoonders van Kentucky waarschynlyk zullen genieten, daar zy een Land bezitten zo uitgebreid en zo vrugtbaar.
'Er zyn vier natuurlyke hoedanigheden noodig om een Land gelukkig te maaken; te weeten een goeden Grond, Lugt, Water en Handel. Deeze zamengenomen bezit Kentucky, de laatste uitgenomen, in eene hooge maate;
| |
| |
en, overeenkomstig met ons vetslag van den Westlyken Handel, besluiten wy, dat dezelve ten naasten by gelyk zal weezen aan eenigen anderen Handel aan de Vaste Kust van America; en dat de ongelegenheden, waaraan dezelve blootgesteld mag weezen, ruim zullen vergoed worden door de vrugtbaarheid van den grond.
Dit vrugtbaar Landschap, overvloeiende van alle de natuurlyke weelde, voorzien met alle de voornaamste benoodigdheden voor kunst en vlytbetoon, bewoond door deugdzaame en verstandige Ingezetenen, moet in 't algemeen de aandagt des Menschdoms trekken, gelegen zynde in het middelste gedeelte van het wyduitgestrekte Americaansche Ryk, waar Landbouw, Vlytbetoon, Wetten, Kunsten en Weetenschappen, bloeijen; waar bedrukte Menschheid haar hangend hoofd opbeurt; waar een Oogst voor de Armen rypt; waar het Geweten ophoudt verslaafd te weezen, en de Wetten niets anders zyn dan de verzekering van Geluk; waar de Natuur vergoeding doet voor den Mensch geschaapen te hebben, en het Staatsbestuur, zo lang schendig misbruikt tot de misdaadigste oogmerken, eene Vryplaats opent in de Wildernis voor de verlegenen onder het Menschdom.
Het vermelden van uw Geluk zal tot uw Land alle de ongelukkigen op aarde roepen; zy, die verdrukking, Staatkundige of Godsdienstige verdrukking, geleden hebben, zullen daar ontheffing voelen van die knellende ketenen. Tot u zullen ontelbaare menigten uittrekken uit de haatlyke Gewesten, waar de Dwinglandy ten zetel zit; en gy, gy zult hun zeker verwelkomen als Vrienden, als Broeders, - gy zult hun verwelkomen om met u, in uw Geluk, te deelen.
Laat de gedagtenis van lycurgus, den Spartaanschen Wetgeever, die gierigheid en gouddorst uit zyn Land verdreef; laat de uitmuntende locke, die eerst de Leeder Verdraagzaamheid predikte; laat de eerwaardige penn, die de eerste Stigter was eener Stad van Broederen; laat washington, de Verdeediger en Beschermer der vervolgde Vryheid - laaten die uitsteekende Mannen altoos de voorbeelden zyn van uw Staatkundig gedrag! Maakt u de weldaadigheden der Natuur ten nutte, en van het vrugtbaar Land 't welk gy bewoont.
Laat het Yzer uwer Mynen, de Wol uwer Kudden, uw Vlas en Hennip, de Huiden der wilde Dieren die in uwe Bosschen omzwerven, verwerkt worden, en
| |
| |
trek allen voordeel van den arbeid uwer handen. Dan zult gy met de overtolligheden van Europa om den voorrang dingen, en weeten, dat het geluk kan gevonden worden zonder den Koophandel, zo algemeen by de Menschen begeerd.
In uw Land, gelyk het Beloofde Land, van Melk en Honig overvloeiende; een Land van Water, van Watersprongen en Diepten, voorzien, die voortkomen uit de Valeijen en Heuvelen; een Land van Tarw en Rogge, en alle soorten van vrugten; zult gy uw brood eeten zonder schaarsheid, en geen ding in 't zelve ontbreeken. - Gy krimpt 'er niet door de koude van den Steenbok, noch wordt geschroeid door de brandende hitte van den Kreeft: de zagtheid uwer Lugtsgesteltenisse is zo groot, dat gy noch de uitwerkzels voelt van besmettende nevels, noch verpestende dampen gewaar wordt. Dus zal uw Land, begunstigd met den lach des Hemels, waarschynlyk de woonstede maaken van het gelukkigst Volk, 't geen de Wereld immer kende. |
|