Schepzel; dat ons, ter belooning, veele behoeften des leevens schenkt.
Wat het voedzel deezer zagtäartige Dieren betreft, elk weet, dat zy allerlei kruid niet even gretig eeten, het welig opgeschoten gras laaten zy staan, en zoeken een kort en sappig soort; ook scheeren zy het land, daar de Ossen het weligste gras afgeslaagen hebben, met hunne scherpe tanden, gaarne na.
Welk een voordeel voor het Menschdom, dat zy op éen land de Koe, het Paard en het Schaap, elk zyn nooddruft kunnen laaten zoeken.
Met welk eene onderscheiding, voorzigtigheid en bedagtzaamheid, weet elk aan de tafel, door de Natuur gedekt en voorzien, het uutte te kiezen, en het schadelyke te vermyden, dat weder aan een ander tot heilzaam voedzel strekt. - Veelvuldig zyn de nuttigheden van dit Beest, wilde men zich tot alle deszelfs byzonderheden inlaaten: van de Melk der Schaapen maakt men in zommige Landen zeer aangenaame Kaas, waar van de Rochefortsche in Frankryk, en onze Texelsche, kan getuigen: en wie weet niet, hoe de Wol, welke men jaarlyks van dit Beest scheert, en dus van eene vragt verlost, die het anderzins zoude laaten vallen, ons tot verscheidenerlei soort van dekzel en kleeding dient, en, van den Koning tot den Slaaf, van den ryksten tot den behoeftigsten, daaglyks gebruikt wordt, in stoffen van verschillende benaamingen, te breed om hier alle op te noemen: doch de hoedanigheid der Wol verschilt zeer veel, naar de verscheidene Landen. Het Uitwerpzel, of de Mest, der Schaapen is een alleruitmuntendst middel om zommige landen, tot het voortbrengen van een en ander gewas, zonderling bekwaam te maaken, om nu niet te spreeken van de geneezende kragt, welke zommigen daarin hebben gemeend te ontdekken. In de Noordsche Landen gebruikt men de Schanpenvagten, op eene byzondere wyze, om de knellende koude af te weeren: van de Huid wordt leder en pergament vervaardigd; en, welk een overvloed van aangenaam, ligt verteerbaar en voedzaam, Vleesch zy verschaffen, weet elk.
Ziedaar de voornaamste byzonderheden van het Schaap voorgesteld.
Wie nu kan het Schaap in zyne nuttigheden beschouwen, zonder tot dankërkentenisse, aan de wyze en goede Voorzienigheid, te worden opgewekt? Ik geloof en hoop, elk onzer heeft die aandoening. Eene milddaadigheid, die alle dagen vernieuwd wordt, verdient eene onophoudelyke dankbaarheid.