deeze zyn even ongezond, niettegenstaande het leugenagtig verslag van Reizigers en derzelver Beschryveren, die, in hunne berigten van dit rampzalig Land, zich om stryd schynen te beyveren, om elkander in valschheid te overtreffen. Het Vleesch is, over 't algemeen, vreeslyk slegt, en de Visch kwaad van smaak. Dezelve moet gekookt worden op den dag der vangst; want den volgenden morgen is dezelve bedorven. De Ossen verschaffen het beste Vleesch; doch deeze zyn niet half zo groot, of vet, als de Fransche, of zelfs de Engelsche.
De Heeren adanson en dumanet hebben vermaak geschept in het opschikken der Verhaalen, welke zy wegens deeze Landstreeken opstelden, waar zy, by elken voetstap, iets wonderbaars aantroffen. Wat my betreft, die de meeste deezer Oorden bezogt heb, ik vond het Land alleen meer of min verwenschlyk. Niemand kan ten voordeele daar van spreeken, of hy moet een byzonder oogmerk hebben. De Compagnie van Senegal trekt groot voordeel van den Handel, en heeft dus belang om het Land als een aardsch Paradys af te schilderen; want kende men het zo als 't in de daad is, zy zou niemand vinden, genegen om derwaards te gaan; de kans is als vyf tot één, dat, wie 'er heen trekt, niet weder zal keeren (de gevaaren van de Reis niet mede gerekend,) en dat in den tyd van drie jaaren.
Men moet, nogthans, erkennen, dat dit uitlokkend Gewest één voordeel heeft, hier in bestaande, dat, indien een Mensch zyn leeven moede is, hy gemaklyk een einde aan 't zelve kan vinden, zonder het misdryf van Zelfmoord te pleegen. Hy heeft alleen op Senegal eenigen tyd te verblyven; of, indien hy het nog korter wenscht uit te houden, dat hy dan eene reis na Galam onderneeme. - De zodanigen, in tegendeel, die hun leeven een weinig wenschen te rekken, moeten zich vergenoegen met het voedzel der Negeren, en Hemel! welk een voedzel. De Vrouwen maaken meel in houten mortieren op het zand; doch houden het zo weinig zuiver, dat de spys, 'er van gebakken, tusschen de tanden knarst.
Uit wandelen te gaan, of te paard ter uitspanning te ryden, is hier geen uitspanning; dewyl het altoos met gevaar vergezeld gaat, en 'er geene draaglyk aangenaame plaatzen zyn dan op tien mylen afstands van de Volkplanting. Daarenboven vindt zich iemand ten allen tyde blootgesteld aan het gevaar van door de Inwoonderen