noot van mynen diep betreurden Vriend henry davies, Esq. den overleden Advocaat Generaal van Bengalen, nooit vergeeten.
De Stad Calcutta strekt zich van den Westlyksten hoek van het Fort William, langs de oevers der Riviere, bykans tot het Dorp Cossipoor, dat is ter lengte van omtrent vier en een halve Engelsche mylen, uit. De breedte is op veele plaatzen niet groot. De Straaten zyn ruim; de reeks van Gebouwen, aan de twee zyden der Esplanade van het Fort, is heerlyk; en het brengt veel toe aan het grootsch vertoon dat de Huizen van elkander afgescheiden staan, en elk op zichzelven in eene groote ruimte. De Gebouwen zyn alle groot en ruim, uit hoofde van de noodzaaklykheid om een vryen omloop van lugt te hebben in eene lugtstreek, welker hette zo hooggaande is. Doorgaans komt men in de Huizen met eenige trappen; zy hebben groote uitsteekende portaalen, of zyn met kolommen omringd, die 'er het vertoon van Grieksche Tempels aan byzetten, en, in de daad, elk Huis mag aangemerkt worden als een Tempel, der Gastvryheid geheiligd.
Calcutta was eertyds een klein Fort, van weinig beduidenis, 't welk nog bestaat, en waarin het berugte hol, voor veele Engelschen, in den Jaare MDCCLVI, zo noodlottig, nog te zien is. Wanneer, ten dien tyde, het Fort Calcutta belegerd en benaauwd werd door suraja dowlach, ontkwam Mr. drake, de Bevelhebber, en veele anderen, nevens de Dames, van die Vastigheid, den vyand, door de vlugt te neemen op de Engelsche Schepen, toen op de hoogte der Stad liggende, en welke Schepen afzakten tot Fulta, op een derde van den afstand van den mond der Riviere, waar zy zeven maanden bleeven, in de grootste verlegenheid; leeftocht en andere noodwendigheden dervende. Mr. gregory, een Heer zints in de staatkundige wereld zeer bekend geworden, en wel byzonder van wegen zyne bedreevenheid in de Oost-Indische zaaken, en veele jaaren Directeur der Oost-Indische Compagnie te Londen, waagde het, met een sterken wind, in een Vaartuig des Lands, voorby Calcutta te vaaren, en na Chandenagore te gaan, om hulp te verzoeken van den Franschen Bevelhebber, die hem ontving met alle persooneele beleefdheid, het kenmerk eens Franschmans; doch zonder iets toe te brengen om de